ECLI:NL:RBROT:2018:5789
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- J. de Gans
- H. Bedee
- A.M.E.A. Neuwahl
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van WIA-uitkering wegens verzekeringsplicht en rechtszekerheidsbeginsel
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 19 juli 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. F. Özer, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, vertegenwoordigd door mr. drs. C.L. Schuren. Eiseres had beroep ingesteld tegen het besluit van verweerder, waarin de WIA-uitkering met terugwerkende kracht werd ingetrokken en een terugvordering van eerder verstrekte uitkeringen werd geëist. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder op basis van onderzoek had geconcludeerd dat eiseres op de eerste ziektedag geen privaatrechtelijke dienstbetrekking had en dus niet verzekerd was voor de werknemersverzekeringen. Eiseres betoogde dat de intrekking in strijd was met het rechtszekerheidsbeginsel, omdat het voor haar niet duidelijk was dat zij ten onrechte een WIA-uitkering ontving. De rechtbank oordeelde echter dat eiseres redelijkerwijs had moeten begrijpen dat er een fout was gemaakt bij de toekenning van de WIA-uitkering, gezien eerdere besluiten tot intrekking van haar ZW-uitkering. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en handhaafde het bestreden besluit, zonder aanleiding voor proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.