Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 9 jaar met een bevel tot gevangenneming van de verdachte.
4.Aanwezigheidsrecht
in de eerste plaatsdoor meermalen via het sociale medium Facebook, gericht op Mosul in Irak, advertenties te sturen met als inhoud dat Nederlandse strijders in het desbetreffende gebied strafrechtelijk worden vervolgd en aanduiding van de mogelijkheid om kennis te nemen van de precieze inhoud van de dagvaarding. Dit bericht is vele malen gedeeld en aangenomen mag worden dat dit in brede kring van betrokkenen, waartoe ook de verdachte beweerdelijk behoort, bekend is geworden.
In de tweede plaatsdoor met behulp van bekende Facebook, Instagram, e-mail, telefoon en/of Skype gegevens te trachten met de verdachte in contact te komen.
In de laatste plaatsdoor de dagvaarding en oproepingen via andere personen, in het bijzonder familieleden, aan de verdachte te laten sturen. Op 11 augustus 2017 is de dagvaarding voor de zitting van 12 september 2017 uitgereikt aan de ex-vrouw van de verdachte. In afwachting van een mogelijke komst van de verdachte heeft zij de dagvaarding in ontvangst genomen. Op 25 mei 2018 is aan de ex-vrouw een oproeping voor de zitting van 3 juli 2018 verstrekt; zij verklaarde twee jaar daarvoor voor het laatst contact met de verdachte te hebben gehad. De rechtbank is van oordeel dat de officier van justitie aldus in voldoende mate aan zijn inspanningsverplichting heeft voldaan.
5.Bewijsoverwegingen
heeft/hebbenhet plegen van terroristische misdrijven, te weten,
6.Strafbaarheid feit
7.Strafbaarheid verdachte
8.Motivering straf
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlage
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 7 (zeven) jaren.