In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 13 juli 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Dierenradar en de dijkgraaf en hoogheemraden van Schieland en de Krimpenerwaard. De eiseres, Stichting Dierenradar, heeft beroep ingesteld tegen een besluit van verweerder, waarbij ontheffingen zijn verleend voor het gebruik van fietspaden door motorvoertuigen. Eiseres stelt dat zij als belanghebbende moet worden aangemerkt, omdat haar statutaire doelstelling de bescherming van dieren en hun habitat omvat. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat het statutaire doel van eiseres te ruim is geformuleerd en niet voldoende onderscheidend is om aan te nemen dat haar belang rechtstreeks is betrokken bij de verleende ontheffingen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de jacht, waar eiseres zich tegen verzet, niet door de ontheffing wordt gereguleerd en dus niet rechtstreeks door de ontheffing mogelijk wordt gemaakt. Hierdoor is eiseres geen belanghebbende in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft het beroep van eiseres gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en het bezwaar van eiseres niet-ontvankelijk verklaard. Tevens is verweerder veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van eiseres.