ECLI:NL:RBROT:2018:5703

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 mei 2018
Publicatiedatum
16 juli 2018
Zaaknummer
10/750112-16
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Mensensmokkel met verborgen vreemdelingen in bestelbus

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 16 mei 2018 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van mensensmokkel. De verdachte werd ervan beschuldigd acht mensen met Iraakse nationaliteit te hebben vervoerd in het laadruim van zijn bestelbus, verstopt tussen meubels. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 14 februari 2016 te Hoek van Holland deze handelingen heeft verricht. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 30 maanden geëist, maar de rechtbank legde een gevangenisstraf van 18 maanden op, waarbij rekening werd gehouden met de ernst van het feit en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De rechtbank oordeelde dat de verdachte wetenschap had van de aanwezigheid van de vreemdelingen en dat hij met opzet handelde om hen naar Engeland te smokkelen. De rechtbank heeft ook de in beslag genomen bestelbus verbeurd verklaard, aangezien deze was gebruikt voor het strafbare feit. De uitspraak benadrukt de ernst van mensensmokkel en de impact ervan op de betrokken personen en de samenleving.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10/750112-16
Datum uitspraak: 16 mei 2018
Verstek
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte],
geboren te [geboorteplaats verdachte] ( [land verdachte] ) op [geboortedatum verdachte] ,
adres: [adres verdachte] , [woonplaats verdachte] ( [land verdachte] ).

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 2 mei 2018.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. M. Blom heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden met aftrek van voorarrest.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewijswaardering
4.1.1.
Verklaring verdachte
De verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij in Nederland was om zijn vrijgezellenfeest te organiseren. Hij was niet op de hoogte van de vreemdelingen die in het laadruim van zijn bestelbus zaten. Hij heeft het vermoeden geuit dat de vreemdelingen de achterdeur van de bus hebben geforceerd en toen het voertuig zijn ingeklommen.
4.1.2.
Beoordeling
De rechtbank is van oordeel dat het alternatieve scenario zoals dat door de verdachte is geschetst niet aannemelijk is geworden. Bij dat oordeel heeft de rechtbank de verklaringen van de verdachte, de bevindingen met betrekking tot de belading, de inrichting, en de technische staat van de bestelbus, en de resultaten uit het onderzoek aan de mobiele telefoon van de verdachte meegewogen.
Door de verbalisanten is tijdens het onderzoek vastgesteld dat de bestelbus is voorzien van centrale vergrendeling, en dat de achterdeuren geen slot bevatten dat geforceerd kan worden. Er is ook geen schade aangetroffen die aannemelijk maakt dat de achterdeuren wel zijn geforceerd. De verdachte heeft verklaard dat hij zijn bus bij het verlaten daarvan steeds op slot heeft gedaan, hetgeen inklimmen onmogelijk maakt. Tijdens de doorzoeking van de bestelbus is gebleken dat het niet mogelijk is geweest om in de kleine verborgen ruimte te komen zonder hulp van buitenaf; de meubels moeten na het inklimmen van de vreemdelingen weer op hun plaats zijn geschoven.
Over de bestelbus met de meubels heeft de verdachte verklaard dat hij deze op de dag van vertrek uit Engeland heeft gekocht. De meubels waren op het moment van aankoop al geladen in de bus en de verdachte had geen tijd meer om deze meubels uit te laden. Bij de controle heeft de verdachte echter opgemerkt dat hij de meubels zelf heeft geladen en dat de achterdeuren toen nog wel gewoon open gingen.
De verdachte heeft verklaard dat zijn vriendin – later noemt hij haar zijn verloofde – [naam vriendin verdachte] heet. Hij zou naar Nederland zijn gereisd om in Amsterdam zijn vrijgezellenfeest te plannen. In de telefoon van de verdachte is echter een sms aangetroffen waarin hij [naam vriendin verdachte] bericht dat zij hem niet meer moet sms’en omdat hij bezig is met een klus waarvoor hij betaald krijgt.
Daarnaast blijkt dat op de telefoon van de verdachte op internet is gezocht naar – vertaald uit het Engels – ‘mensensmokkel’, ‘mensensmokkelaar’ en ‘meubels in Amsterdam’. Deze zoektermen zijn op 8 en 9 februari 2016 gebruikt, een aantal dagen voordat de verdachte de bestelbus met meubels zou hebben gekocht en naar Nederland is gereisd.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat het bewezen kan worden dat de verdachte wetenschap had van de aanwezigheid van de vreemdelingen, en dat hij naar Nederland is gereisd met het doel om mensen naar Engeland te smokkelen.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij
op14 februari 2016 te Hoek van Holland, gemeente Rotterdam, 8 (acht), (meerderjarige en/of minderjarige) personen
met de Iraakse nationaliteit,
- behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door, en
- uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland en een andere lidstaat van de Europese Unie terwijl hij, verdachte (telkens) wist dat die toegang of die doorreis en dat verblijf wederrechtelijk was, immers heeft hij, verdachte,
- een ruimte gecreëerd in de laadruimte van de bestelbus door de aanwezige meubels op specifieke wijze te positioneren, en
- bovengenoemde personen achter kasten en/of in een verborgen ruimte, in de laadruimte van een bestelbus, vervoerd door Nederland, en
- een ticket aangeschaft voor de ferry (Stena Line) naar Groot-Brittannië, en
(aldus) het verblijf in en het transport en de doorreis door Nederland en een andere lidstaat van de Europese Unie van die bovengenoemde personen georganiseerd en/of gecoördineerd en/of gefaciliteerd.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de bewezenverklaarde tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.

5.Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
De voortgezette handeling van:
mensensmokkel, meermalen gepleegd
en
het een ander uit winstbejag behulpzaam zijn bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland, terwijl hij weet dat dat verblijf wederrechtelijk is, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het feit is dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feit waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan mensensmokkel door te proberen met zijn bestelbus de oversteek te maken naar Groot-Brittannië, terwijl er acht mensen verstopt zaten tussen meubels in het laadruim van die bestelbus. Bij mensensmokkel worden mensen die, om wat voor reden dan ook, hun land willen verlaten op illegale wijze naar een ander – veelal westers – land vervoerd. De smokkelaars maken daarbij misbruik van de afhankelijkheid van deze personen, door voor het transport uit winstbejag (veel) geld te vragen. De internationale georganiseerde smokkel van vreemdelingen is een fenomeen dat afbreuk doet aan de waardigheid van de mens omdat de mens daarbij slechts als handelswaar wordt gezien waarmee geld te verdienen valt. De verdachte heeft bijgedragen aan het in stand houden van een illegaal circuit en aldus aan genoemde onwenselijke activiteiten. Ook wordt hierdoor het beleid van de Nederlandse overheid om een gereguleerd asielbeleid te voeren – als onderdeel waarvan politieke vluchtelingen kunnen worden opgevangen – ondermijnd.
7.3.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 28 maart 2018, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van het feit kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straffen, waaronder de hieronder besproken verbeurd­verklaring, passend en geboden.
8.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de in beslag genomen bestelbus verbeurd te verklaren.
8.2.
Beoordeling
De in beslag genomen bestelbus zal worden verbeurd verklaard. De bus behoort aan de verdachte toe en het bewezen feit is met behulp van de bestelbus begaan.
Tekst

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 33, 33a, 56 en 197a van het Wetboek van Strafrecht.

10.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 18 (achttien) maanden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- verklaart verbeurd als bijkomende straf voor het hiervoor bewezen verklaarde feit het voorwerp dat op de aan dit vonnis gehechte lijst is genummerd 1.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. G.M. Munnichs, voorzitter,
en mrs. J.A.M.J. Janssen-Timmermans en B.E. Dijkers, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J.G. Polke, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij in of omstreeks de periode van 11 tot en met 14 februari 2016 te Hoek van Holland, gemeente Rotterdam, althans in Nederland tezamen en in vereniging met anderen, althans alleen, 8 (acht), althans één of meer (meerderjarige en/of minderjarige) perso(o)n(en)
met de Iraakse nationaliteit, althans van buitenlandse afkomst,
- behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door, en/of
- uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland en/of een andere lidstaat van de Europese Unie en/of IJsland en/of Noorwegen en/of een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad, of die bovengenoemde perso(o)n(en) (telkens) daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft/hebben verschaft terwijl hij, verdachte en/of zijn
mededader(s) (telkens) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden dat die toegang of die doorreis en/of dat verblijf wederrechtelijk was, immers heeft hij, verdachte, tezamen en in vereniging met één of meer van zijn mededaders, althans alleen,
- een ruimte gecreëerd in de laadruimte van de bestelbus door met tie-wraps een houten plank te bevestigen tussen het bestuurdersgedeelte en het laadgedeelte van de bus en/of de aanwezige meubels op specifieke wijze te positioneren, en/of
- bovengenoemde personen achter kasten en/of in een verborgen ruimte, in de laadruimte van een bestelbus, vervoerd door Nederland, en/of
- een ticket aangeschaft voor de ferry (Stena Line) naar Groot-Brittannië, en/of
(aldus) het verblijf in en/of het transport en de doorreis door Nederland en/of een andere lidstaat van de Europese Unie van die bovengenoemde pers(o)n(en) georganiseerd en/of gecoördineerd en/of gefaciliteerd.