ECLI:NL:RBROT:2018:5662
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Herplaatsingskandidaten en remplaçantenregeling binnen de politie
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 18 juli 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen een ambtenaar, eiser, en de korpschef van politie, verweerder, over de toepassing van de remplaçantenregeling. Eiser had verzocht om gebruik te maken van deze regeling, maar zijn verzoek werd afgewezen omdat er volgens verweerder geen vrijkomende formatieplaats beschikbaar was. Eiser stelde dat er wel degelijk een formatieplaats vrijkwam, ondanks dat de beschikbare formatieruimte onder de vereiste norm viel. De rechtbank oordeelde dat verweerder een te beperkte uitleg had gegeven aan het begrip 'vrijkomende formatieplaats' en dat er alsnog onderzoek gedaan moest worden naar de mogelijkheid om een herplaatsingskandidaat te plaatsen. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit en droeg verweerder op een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak. Tevens werd verweerder veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van eiser.