Uitspraak
1.Het verloop van de procedure
- het exploot van dagvaarding van 15 november 2017 met producties;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek;
- het tussenvonnis van 20 februari 2018;
- het proces-verbaal van de op 12 april 2018 gehouden comparitie van partijen;
- de conclusie na comparitie van de zijde van FNV;
- de conclusie na comparitie van de zijde van Linde Gas.
2.De vaststaande feiten
3.De vordering
4.Het verweer
5.De beoordeling
De vraag wanneer uit een door de werkgever jegens de werknemer gedurende een bepaalde tijd gevolgde gedragslijn voortvloeit dat sprake is van een tussen partijen geldende (de arbeidsovereenkomst aanvullende) arbeidsvoorwaarde, laat zich niet in algemene zin beantwoorden. Het komt aan op de zin die partijen aan elkaars gedragingen (en in verband daarmee staande verklaringen) hebben toegekend en in de gegeven omstandigheden daaraan redelijkerwijs mochten toekennen. In dit verband komt betekenis toe aan gezichtspunten als (i) inhoud van de gedragslijn, (ii) de aard van de arbeidsovereenkomst en de positie die de werkgever en de werknemer jegens elkaar innemen, (iii) de lengte van de periode gedurende welke de werkgever de desbetreffende gedragslijn heeft gevolgd, (iv) hetgeen de werkgever en de werknemer in verband met deze gedragslijn jegens elkaar hebben verklaard of juist niet hebben verklaard, (v) de aard van de voor- en nadelen die voor de werkgever en de werknemer uit de gedragslijn voortvloeien, en (vi) de aard en de omvang van de kring van de werknemers jegens wie de gedragslijn is gevolgd.”
6.De beslissing
- verklaart voor recht dat medewerkers van de locatie IJmuiden die tijdens een consignatiedienst worden opgeroepen per oproep recht hebben op een vergoeding van 2 uur extra bovenop de gewerkte uren;
- verklaart voor recht dat de reisuren van medewerkers van de locatie IJmuiden die tijdens een consignatiedienst worden opgeroepen als overuren dienen te worden uitbetaald;
- verklaart voor recht dat indien op de locatie IJmuiden in voorkomende gevallen een tweede medewerker dient te worden geraadpleegd dan wel opgeroepen tijdens een consignatiedienst wegens de ingewikkeldheid van een probleem, deze tweede medewerker recht heeft op de consignatievergoeding;
- verklaart voor recht dat artikel 34B van de cao in die zin moet worden gelezen dat de toeslagen die worden verdiend in de consignatiedienst voorafgaand aan de arbeidsongeschiktheid van de betreffende medewerker deel uit maken van het loon dat geldt als basis voor de doorbetaling tijdens arbeidsongeschiktheid;
- veroordeelt Linde Gas om aan de medewerkers van de locatie IJmuiden die vanaf 1 januari 2017 in consignatiedienst zijn opgeroepen 2 extra uren bovenop de gewerkte tijd te betalen;
- veroordeelt Linde Gas om aan de medewerkers van de locatie IJmuiden die vanaf 1 januari 2017 in consignatiedienst zijn opgeroepen de reisuren in de vorm van overuren te betalen;
- veroordeelt Linde Gas om aan de medewerkers van de locatie IJmuiden die vanaf 1 januari 2017 als tweede zijn geraadpleegd/opgeroepen door een collega in consignatiedienst de consignatievergoeding te betalen;
- veroordeelt Linde Gas tot betaling van de wettelijke rente over alle voornoemde bedragen vanaf de dag dat die bedragen zijn verschuldigd tot aan de dag van volledige voldoening;
- veroordeelt Linde Gas in de kosten van dit geding, tot op heden begroot op € 220,10 aan verschotten en € 600,00 aan salaris gemachtigde;