Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 12 juli 2018 in de zaak tussen
[naam 1] , te [plaats] , eiser,
de burgemeester van Leerdam, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
20 maart 2018 is geconstateerd dat er een rolcontainer in de verbindingslokaliteit stond. Voordat de rechtbank de door eiser opgeworpen vraag kan beantwoorden of dat in strijd is met het Besluit, ziet zij zich in het licht van artikel 8:69a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) ambtshalve gesteld voor de vraag of de regels in het Besluit over de verbindingslokaliteit strekken tot bescherming van het door eiser ingeroepen concurrentiebelang.
de inrichting dient te voldoen aan bij algemene maatregel van bestuur in het belang van de sociale hygiëne te stellen eisen. De bij het Besluit gestelde regels zijn dus gesteld in het belang van de sociale hygiëne. In de toelichting op het Besluit is vermeld dat de regels over de verbinding tussen inpandige slijtersbedrijven en winkels worden gesteld in het belang van verantwoord verstrekken van alcohol, wat essentieel wordt geacht na inwerkingtreding van de gewijzigde Drank- en Horecawet. Over de gewijzigde Drank- en Horecawet heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) in haar uitspraak van
28 december 2016 (ECLI:NL:RVS:2016:3454) overwogen dat deze strekt tot bescherming van het belang van het voorkomen van gezondheidsrisico’s en maatschappelijke problemen, waarbij het onder meer gaat om bescherming van de volksgezondheid en de openbare orde. Gelet hierop is de conclusie dat de regels in het Besluit over de verbindingslokaliteit kennelijk niet strekken tot bescherming van concurrentiebelangen van slijters.
Beslissing
- verklaart het beroep voor zover gericht tegen het besluit van 19 juli 2016
- verklaart het beroep voor het overige ongegrond;
- bepaalt dat verweerder aan eiser het door hem betaalde griffierecht (€ 168,-) vergoedt;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.041,-.