Op 28 juni 2018 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tussen Q-Park Operations Netherlands II B.V. en de raad van de gemeente Hilversum. De zaak betreft de exploitatie van drie gemeentelijke parkeergarages, die door de gemeenteraad zijn aangewezen als economische activiteit in het algemeen belang volgens de Mededingingswet. Eiseres, Q-Park, heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van de gemeente, dat de exploitatie van de parkeergarages als een economische activiteit in het algemeen belang aanmerkt. De rechtbank oordeelt dat het bestreden besluit niet voldoet aan de zorgvuldigheidseisen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en vernietigt het besluit. De rechtbank stelt vast dat de gemeente niet voldoende heeft onderbouwd dat de exploitatie van de parkeergarages daadwerkelijk in het algemeen belang is en dat de belangen van de eiseres onvoldoende zijn meegewogen. De rechtbank concludeert dat de gemeente niet heeft aangetoond dat het doorberekenen van de integrale kostprijs niet zou leiden tot het niet behalen van de beleidsdoelen. De rechtbank herroept het primaire besluit en verklaart het beroep van eiseres gegrond. Tevens wordt de gemeente veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten en het griffierecht aan eiseres.