Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verloop van de procedure
- het exploot van dagvaarding van 7 december 2017 met producties;
- de conclusie van antwoord met producties;
- het tussenvonnis van 9 januari 2018 waarin een comparitie van partijen is bepaald, en
- het proces-verbaal van de op 27 februari 2018 gehouden comparitie van partijen.
2.De vaststaande feiten
3.De vordering
4.Het verweer
5.De beoordeling
‘Alles heeft u aan mij overgedragen dus u dient geen last meer te dragen.’
‘Achmea heeft via de e-mail inmiddels een bevestiging van ontvangst gezonden. We zijn nu op de reels. Ik verzoek u allen die die naar u op welke wijze dan ook naar mij te verwijzen. Indien u dit niet doet kunnen er problemen hierdoor ontstaan. Dus volgt u mij instructies op!!’[eiseres] antwoordt om 16:35 uur:
‘Graag volg ik uw instructies meneer [gedaagde]. Ik ben al bijna 2 jr ziek psychisch niet in orde en kan ook geen telefoon noch schrijven aannemen. Nu ook helemaal niet. Ik volg uw instructies.’Uit het voorgaande blijkt van de afhankelijke positie van [eiseres] ten opzichte van [gedaagde]. Daarbij speelt ook een rol dat [eiseres] een rechtsbijstandverzekering had bij Achmea. Desondanks heeft [eiseres] (via een kennis) de onderhavige opdracht verleend aan [gedaagde], met als gevolg dat zij - naast de kosten voor haar rechtsbijstandverzekering - alle werkzaamheden van [gedaagde] zelf dient te betalen. Dit terwijl [eiseres] voor de juridische bijstand van Achmea niets hoefde te betalen (naast haar verzekeringspremie). [gedaagde] was hiervan op de hoogte, getuige de ingebrachte correspondentie tussen [gedaagde] en Achmea. [gedaagde] zelf heeft zorg gedragen voor het beëindigen van de diensten van Achmea ten behoeve van [eiseres].