In deze zaak heeft de kantonrechter te Rotterdam op 15 mei 2018 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen een besloten vennootschap (hierna: [De B.V.]) en haar werknemer, [verweerder]. De werknemer was sinds 1 mei 1988 in dienst en bekleedde de functie van Sales Manager Benelux & Switzerland. De werkgever verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van ernstig verwijtbaar handelen van de werknemer, die onkosten had gedeclareerd en factuurbetalingen op zijn privérekening had ontvangen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de werknemer zich schuldig heeft gemaakt aan ernstig verwijtbaar handelen door onterecht declaraties in te dienen en privékosten als zakelijke kosten te declareren. De kantonrechter oordeelde dat de arbeidsovereenkomst per 1 juni 2018 ontbonden wordt en dat de werknemer geen recht heeft op een transitievergoeding, aangezien het eindigen van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van zijn ernstig verwijtbare gedrag. De werknemer werd ook veroordeeld in de kosten van de procedure.