Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
[adres verdachte] , [woonplaats verdachte] ,
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
De tekst van de tenlastelegging is als
bijlage Iaan dit vonnis gehecht.
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 120 dagen met aftrek van voorarrest, waarvan 106 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren en oplegging van de door Reclassering Nederland geïndiceerde bijzondere voorwaarden, alsmede een contactverbod met aangeefster [naam slachtoffer] en een straatverbod voor de [plaats delict] te Zwijndrecht.
4.Waardering van het bewijs
Voorts heeft de raadsman vrijspraak bepleit ten aanzien van de onder 2 ten laste gelegde mishandeling. Hij heeft daartoe aangevoerd dat er te veel inconsistenties bestaan tussen de verklaringen van de aangeefster en de getuige [naam getuige 1] , zodat de verklaring van laatstgenoemde als onbetrouwbaar terzijde dient te worden geschoven.
bijlage IIheeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder
1 en 2ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
enin de woning via het raam naar binnen gekeken en
5.Strafbaarheid van de feiten
6.Strafbaarheid van de verdachte
sterk verminderd toerekeningsvatbaarte achten.
7.Motivering van de straf
8.Vordering benadeelde partij
Subsidiair heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat de aard van de zaak en de geestesgesteldheid van de verdachte ruimte biedt voor een beroep op matiging ex artikel 6:109 BW.
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
1 en 2ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
gevangenisstraf voor de duur van 60 (zestig) dagen,
- zich vóór het einde van de proeftijd niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- medewerking zal verlenen aan reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- zich zal houden aan de aanwijzingen die hem door Reclassering Nederland zullen worden gegeven. Daartoe dient de veroordeelde zich melden bij voornoemde instelling zo lang en frequent als de reclassering dit nodig acht;
- zich zal houden aan de aanwijzingen van GGZ Yulius en/of de behandelaar, ook indien zulks inhoudt dat hij zijn medewerking verleent tot het ondergaan van zijn maandelijkse depotbehandeling. Een en ander ter beoordeling van de uitvoerend behandelaar binnen GGZ Yulius;
- zich zal onthouden van contact met [naam slachtoffer] .