In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 23 april 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen [verzoekster] en Lacta Fides Health Care B.V. [verzoekster] had een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd als zorgcoördinator bij Lacta Fides en verzocht om betaling van achterstallig loon en een aanzegvergoeding. De arbeidsovereenkomst was van toepassing op de CAO voor verpleeg- en verzorgingshuizen. [verzoekster] meldde zich ziek op 31 augustus 2017, waarna Lacta Fides de loonbetaling opschortte. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen schriftelijke arbeidsovereenkomst was die de omvang van de arbeidsovereenkomst bevestigde, en dat de door [verzoekster] ingebrachte urenoverzichten niet voldoende bewijs boden voor haar vorderingen. De kantonrechter oordeelde dat de bewijslast bij [verzoekster] lag en dat zij niet in haar verzoeken kon worden ontvangen. De verzoeken tot betaling van achterstallig loon en aanzegvergoeding zijn afgewezen, en [verzoekster] is veroordeeld in de proceskosten van Lacta Fides, vastgesteld op € 100,00.