Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
mr. E.J. Weller, rechters-plaatsvervanger in de rechtbank Rotterdam (hierna: de rechters).
Rechtbank Rotterdam
Op 13 april 2018 heeft de Rechtbank Rotterdam een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door de verzoekster, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. G.S.J. van Gestel. Het verzoek tot wraking was gericht tegen de rechters mr. M. Vaandrager, mr. N.A.J. Purcell en mr. E.J. Weller, die betrokken waren bij de behandeling van een strafzaak tegen de verzoekster. De verzoekster had aangevoerd dat haar verzoek tot aanhouding van de zaak was afgewezen zonder voldoende onderbouwing, en dat de rechters de indruk wekten niet geïnteresseerd te zijn in haar bijdrage aan de rechtspleging. De wrakingskamer oordeelde echter dat de rechters alle argumenten van de verdediging in hun beslissing hadden betrokken en dat de afwijzing van het verzoek niet onbegrijpelijk was. De wrakingskamer benadrukte dat een onwelgevallige beslissing van een rechter op zichzelf geen grond voor wraking oplevert, tenzij er sprake is van uitzonderlijke omstandigheden die wijzen op vooringenomenheid. In dit geval was er geen sprake van dergelijke omstandigheden, en werd het wrakingsverzoek ongegrond verklaard.