Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verloop van de procedure
2.De vaststaande feiten
3.Het geschil
- te verklaren voor recht dat de Stichting jegens Keizer Design tekortgeschoten is en met dien verstande dat de overeenkomst tussen partijen reeds buitengerechtelijk is ontbonden danwel het verzoek de door partijen gesloten overeenkomst in rechte te ontbinden, en
- de Stichting te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 12.500,- danwel een in goede justitie te bepalen bedrag aan schade;
- de door partijen gesloten overeenkomst te vernietigen wegens dwaling, en
- de Stichting te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 15.428,50 wegens onverschuldigde betaling;
- te verklaren voor recht dat de Stichting jegens Keizer Design onrechtmatig heeft gehandeld wegens het doen van misleidende mededelingen, en
- de Stichting te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 12.500,- danwel een in goede justitie te bepalen bedrag aan schade;
- de Stichting te veroordelen aan Keizer Design te betalen de wettelijke handelsrente vanaf 22 maart 2017 althans vanaf een in goede justitie te bepalen datum, tot de dag van algehele voldoening,
- de Stichting te veroordelen aan Keizer Design te betalen de buitengerechtelijke kosten ten bedrage van € 929,29, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na betekening van het te wijzen vonnis tot de dag van algehele voldoening, en
- de Stichting te veroordelen in de kosten van de procedure, vermeerderd met wettelijke rente, alsook in de nakosten.
4.De beoordeling
lid 1 BW is immers niet vereist dat de tekortkoming toerekenbaar is.