Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 150 uur, subsidiair 75 dagen vervangende hechtenis.
- de forse vervuiling van de apparatuur (zoals een dikke laag stof op armaturen/ventilatoren) in de kweekruimte terwijl dergelijke vervuiling bij hennepteelt pas na langere tijd ontstaat;
- het aantreffen van assimilatielampen met een productiedatum van januari 2015. Het wordt op diverse hennepfora met klem afgeraden om tweedehands lampen te kopen, omdat niet is te zien hoeveel branduren die inmiddels hebben gehad;
- de plaats van verkleuring van de houten latten, te weten op de plek waaraan de armaturen bevestigd waren;
- de geringe verkleuring van de aangetroffen koolstoffilters, die volgens de verdachte door hem nieuw waren aangeschaft. Koolstoffilters gaan doorgaans 4 à 5 oogsten mee;
- de vaststelling dat het filterdoek van de koolstoffilters bij verplaatsing van de bevestiging daarvan op die plek een aanzienlijk lichtere kleur vertoonde ten opzichte van de kleur van het overige filterdoek;
- de witte, op kalk gelijkende, substantie aan de binnenzijde van het dompelvat en de alggroei daarin;
- de verdorde hennepresten;
- het feit dat op het rekeningnummer ten name van de verdachte sinds januari 2015 regelmatig kasstortingen zijn gedaan voor een totaalbedrag in 2015 van € 18.980,-, terwijl hij volgens de Belastingdienst in dat jaar geen inkomen had.
5.Strafbaarheid feiten
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
Algemene overweging
8.Vordering benadeelde partij
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
- 9, 22c, 22d, 55, 57 en 311 van het Wetboek van Strafrecht;
- 3 en 11 van de Opiumwet.
10.Bijlagen
11.Beslissing
taakstrafvoor de duur van
150 (honderdvijftig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
75 (vijfenzeventig) dagen;
benadeelde partij [naam benadeelde], te betalen een bedrag van
€ 4.401,35 (zegge: vierduizendvierhonderdéén euro en vijfendertig eurocent), aan materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 7 januari 2016 tot aan de dag der algehele voldoening;