Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte]
zij in of omstreeks de periode van 1 september 2010 tot en met 27 september 2011 in de gemeente Brunssum tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan de [adres1]) een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II;
zij in of omstreeks de periode van 1 september 2010 tot en met 27 september 2011 in de gemeente Brunssum tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning gelegen aan de [adres1] heeft weggenomen elekriciteit, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Enexis B.V., in elk geval aan een ander of anderen dan aan haar, verdachte, en/of haar mededader(s), waarbij zij, verdachte, en/of haar mededader(s) de weg te nemen elektriciteit onder haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
zij in of omstreeks de periode van 1 september 2010 tot en met 27 september 2011 in de gemeente Brunssum, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, enig elektriciteitswerk, als bedoeld in artikel 90ter, onder 1, van het Wetboek van Strafrecht, toebehorende aan Enexis B.V. heeft beschadigd en stoornis in de gang of in de werking van voornoemd elektriciteitswerk heeft veroorzaakt, terwijl daardoor verhindering of bemoeilijking van stroomlevering ten algemene nutte kon ontstaan en waardoor gemeen gevaar voor goederen en/of personen te duchten is geweest, immers heeft/hebben zij, verdachte, en/of haar mededader(s) in een woning gelegen aan de [adres1]
De zinssnede ‘voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van hun taak nodig is’ verwoordt dat aan de uitoefening van het binnentreden van een woning en het zich laten vergezellen door anderen grenzen zijn gesteld die samenhangen met de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit. Met de zinssnede worden derhalve zorgvuldigheidseisen aan de uitoefening van de bevoegdheid gesteld.
Nu de belastingambtenaren geen zelfstandige bevoegdheid hadden om de woning van de verdachte binnen te treden en hun vergezellen van de daartoe wel bevoegde ambtenaren in het kader van een opsporingsonderzoek naar een hennepkwekerij niet op voorhand vereist, noch redelijkerwijs nodig was, is hun binnentreding onrechtmatig geweest waardoor het huisrecht van verdachte is geschonden.