Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het vonnis in het vrijwaringsincident van 19 april 2017 en de daaraan ten grondslag liggende processtukken;
- de conclusie van antwoord van Exterion;
- de akte overlegging producties van Exterion;
- de brief van 7 september 2017 waarbij door de rechtbank een comparitie van partijen is bepaald;
- de brief van de advocaat van Stedin van 30 oktober 2017 met producties;
- de akte overlegging producties van Exterion;
- het proces-verbaal van de op 14 november 2017 gehouden comparitie van partijen;
- de ter comparitie door Stedin overgelegde aantekeningen mondelinge behandeling;
- het exploot van dagvaarding van 19 mei 2017 waarbij Exterion AZL heeft gedagvaard;
- de producties van Exterion;
- de conclusie van antwoord in de vrijwaring van AZL.
2.De feiten
in de hoofdzaak
Nader onderzoek
(…)
3.De vordering
1) AZL en Exterion hoofdelijk te veroordelen tot betaling aan haar van een bedrag van
€ 351.313,94, een bedrag van € 18.970,86 aan expertisekosten en een bedrag van € 5.269,71 aam administratiekosten, vermeerderd met de wettelijke rente over die bedragen vanaf 17 maart 2014 tot aan de dag der algehele voldoening;
2) AZL en Stedin hoofdelijk te veroordelen tot vergoeding van de door Stedin Netbeheer gemaakte buitengerechtelijke kosten ad € 3.531,-, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening.
4.Het verweer van AZL
De medewerkers van AZL hebben op 17 maart 2014 in de buurt van de hier bedoelde abri uitsluitend de aardweerstand gemeten. Daartoe hebben zij hulpelektrodes in de grond gestoken. Deze worden met de hand tot 20 à 30 centimeter in de grond gestoken. Dat kan onmogelijk de schade aan de veel dieper gelegen kabel veroorzaakt hebben. Omdat de aardweerstandmeting binnen de marge bleef, hoefde er op de locatie geen nieuwe aardpen te worden aangebracht en dat is ook niet gebeurd. Uit de verklaringen van [persoon 1] en [persoon 2] volgt dat het zo is gegaan. Nu de schade niet is veroorzaakt door medewerkers van AZL, is AZL niet aansprakelijk voor de schade.
5.Het verweer van Exterion
5.2. Exterion heeft het volgende verweer gevoerd.
5.2.1. Stedin heeft Exterion pas op 11 oktober 2006 aansprakelijk gesteld terwijl Stedin Netbeheer op 17 maart 2014 bekend is geworden met de schade. Dat is te laat. Exterion is daardoor in haar belangen geschaad. Stedin Netbeheer kan zich op grond van artikel 6:89 BW niet meer beroepen op een tekortkoming van Exterion.
5.2.2. Door AZL is op de ochtend van 17 maart 2014 uitsluitend een meting verricht bij de abri ter hoogte van de Molenlaan 116. Daarbij kan onmogelijk de schade aan de kabel veroorzaakt zijn.
6.De vordering in de vrijwaringszaak
2) alle aan de zijde van Exterion in de hoofdzaak te maken en nog te maken kosten van rechtskundige bijstand, verhaal en verweer in en buiten rechte, vermeerderd met de wettelijke rente en op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet,
met veroordeling voorts van AZL in de proceskosten van de vrijwaringzaak vermeerderd met wettelijke rente en nakosten.
6.2. Indien in de hoofdzaak mocht blijken dat Exterion (gedeeltelijk) aansprakelijk is voor de gevolgen van de beschadiging van de kabel en schadevergoeding moet betalen aan Stedin Netbeheer, dient AZL op haar beurt Exterion schadeloos te stellen.
AZL is contractueel - op grond van de tussen Exterion en AZL geldende algemene voorwaarden - gehouden Exterion te vrijwaren. Indien vast mochten komen te staan dat AZL de schade heeft veroorzaakt, heeft zij zich voorts niet als goed opdrachtnemer gedragen en is zij ook op die grond aansprakelijk voor de schade die Exterion daardoor lijdt.
7.Het verweer in de vrijwaring
AZL voert aan dat de bepaling in de algemene voorwaarden waarop Exterion zich beroept ziet op situaties waarin sprake is van een tekortkoming in de nakoming van contractuele verplichtingen door AZL. Daarvan is geen sprake. Zelfs al is de schade door AZL veroorzaakt dan nog is niet zonder meer sprake van wanprestatie van AZL jegens Exterion.
Ten aanzien van de subsidiaire grondslag refereert AZL zich aan het oordeel van de rechtbank.
8.De beoordeling in de hoofdzaak
Voor aansprakelijkheid op grond van onrechtmatig handelen dient (onder meer) vast te staan dat AZL (en/of Exterion) onrechtmatig heeft (hebben) gehandeld jegens Stedin Netbeheer en dat dat handelen tot schade heeft geleid. Het onrechtmatig handelen is volgens Stedin Netbeheer gelegen in het feit dat AZL graaf- of grondroerwerkzaamheden in de zin van de WION heeft verricht en bij die werkzaamheden de kabel heeft geraakt.
9.De beoordeling in de vrijwaring
10.De beslissing
- aan de zijde van AZL vastgesteld op € 2.842,- aan salaris voor de advocaat, vermeerderd met de nakosten van € 131,00, te verhogen met een bedrag van € 68,00 aan kosten voor betekening onder de voorwaarde dat betekening van het vonnis plaatsvindt en nodig is geweest;
- aan de zijde van Exterion vastgesteld op € 2.842,- aan salaris voor de advocaat, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf veertien dagen na dit vonnis en vermeerderd met de nakosten van € 131,00, te verhogen met een bedrag van € 68,00 aan kosten voor betekening onder de voorwaarde dat betekening van het vonnis plaatsvindt en nodig is geweest;