Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
uitspraak van de meervoudige kamer van 3 april 2018 in de zaak tussen
[eiseres](eiseres), te Rotterdam, tezamen te noemen: eisers,
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 3 april 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen eisers, een echtpaar uit Rotterdam, en de Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank. De zaak betreft de intrekking van de aanvullende inkomensvoorziening ouderen (AIO-aanvulling) van eisers, die met ingang van 1 april 2015 was ingetrokken en een terugvordering van € 9.483,38 met zich meebracht. De rechtbank oordeelde dat eisers hun inlichtingenplicht hebben geschonden door niet te melden dat eiser een Turks pensioen ontvangt. Dit pensioen was van invloed op hun recht op de AIO-aanvulling, en de rechtbank concludeerde dat er geen bijzondere omstandigheden waren om van de terugvordering af te zien.
Eisers hadden eerder een AIO-aanvulling aangevraagd, waarbij zij op het aanvraagformulier hadden aangegeven geen ander inkomen te ontvangen. De rechtbank stelde vast dat eisers op geen enkel moment hadden gemeld dat eiser een Turks pensioen ontving, ondanks dat verweerder hen hierover had geïnformeerd. De rechtbank oordeelde dat de inlichtingenplicht ook van toepassing was op feiten die door het college konden worden vastgesteld op basis van authentieke gegevens, en dat de eisers niet konden worden vrijgesteld van deze verplichting.
De rechtbank verklaarde het beroep van eisers ongegrond en oordeelde dat de terugvordering van de AIO-aanvulling rechtmatig was. De rechtbank benadrukte dat eisers niet aannemelijk hadden gemaakt dat de terugvordering zou leiden tot onaanvaardbare sociale of financiële gevolgen. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.