Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
A-mac B.V.,
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam werd behandeld, heeft A-mac B.V. een kort geding aangespannen tegen haar ex-werknemer, aangeduid als [gedaagde]. De procedure vond plaats op 20 maart 2018, waarbij A-mac werd vertegenwoordigd door haar gemachtigde, mr. M.H. van Daal, en verschillende medewerkers. De ex-werknemer, [gedaagde], verscheen ook zonder juridische bijstand. A-mac vorderde een verbod voor [gedaagde] om bij Coolblue te werken, omdat zij meende dat hij het concurrentie- en relatiebeding in zijn arbeidsovereenkomst overtrad. Dit beding verbiedt hem om zonder toestemming van A-mac werkzaamheden te verrichten bij concurrenten gedurende 24 maanden na beëindiging van zijn dienstverband.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde] van 27 juni 2011 tot en met 31 december 2017 in dienst was bij A-mac en sinds 1 januari 2018 werkzaam is bij Coolblue. A-mac stelde dat [gedaagde] door zijn dienstverband bij Coolblue het concurrentiebeding overtrad, maar de kantonrechter oordeelde dat A-mac niet voldoende had aangetoond dat het doel van het concurrentiebeding in gevaar kwam door [gedaagde] zijn nieuwe werk. Bovendien bleek Coolblue geen klant van A-mac te zijn, waardoor het relatiebeding ook niet van toepassing was.
De kantonrechter concludeerde dat [gedaagde] het concurrentie- en relatiebeding niet overtrad en dat zijn belang om bij Coolblue te blijven werken zwaarder woog dan het belang van A-mac. De vordering van A-mac werd afgewezen en zij werd veroordeeld in de kosten van de procedure, die voor [gedaagde] op nihil werden vastgesteld, aangezien hij zonder juridische bijstand procedeerde.