ECLI:NL:RBROT:2018:1522

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
4 januari 2018
Publicatiedatum
27 februari 2018
Zaaknummer
10/710327-16
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bezit van kinderporno en de beoordeling van bewijs in strafzaak

Op 4 januari 2018 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het bezit van kinderporno. De zaak werd behandeld in een meervoudige kamer voor strafzaken. De verdachte, wiens naam en persoonlijke gegevens zijn weggelaten, had op zijn laptop een aantal afbeeldingen aangetroffen die als kinderpornografisch werden gekwalificeerd. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van drie maanden, geheel voorwaardelijk, en een taakstraf van 200 uren. De verdediging betwistte de kwalificatie van de afbeeldingen als kinderpornografie en voerde aan dat er geen schadelijke gedragingen waren verricht ten opzichte van de kinderen op de afbeeldingen.

De rechtbank beoordeelde de bewijsvoering en concludeerde dat de verdachte inderdaad in het bezit was van afbeeldingen die voldeden aan de criteria van artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht. De rechtbank verwierp het verweer van de verdediging dat de afbeeldingen niet als kinderpornografisch konden worden gekwalificeerd, en stelde vast dat de afbeeldingen seksuele gedragingen vertoonden waarbij minderjarigen betrokken waren. De rechtbank sprak de verdachte vrij van het maken van een gewoonte, omdat er onvoldoende bewijs was voor deze strafverzwarende omstandigheid.

De rechtbank legde een gevangenisstraf van zeven dagen op, die niet ten uitvoer zou worden gelegd, tenzij de verdachte zich tijdens de proeftijd van twee jaar opnieuw schuldig zou maken aan een strafbaar feit. Daarnaast werd de verdachte veroordeeld tot de teruggave van zijn laptop, onder voorwaarde dat alle kinderpornografische afbeeldingen werden verwijderd. De rechtbank benadrukte de ernst van het feit en de noodzaak om het bezit van dergelijk materiaal tegen te gaan, ook al was er geen sprake van reëel misbruik van de betrokken kinderen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 2
Parketnummer: 10/710327-16
Datum uitspraak: 4 januari 2018
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren op [geboortedatum verdachte] te [geboorteplaats verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte] , [woonplaats verdachte] .
raadsman mr. J. van ’t Hoff, advocaat te Tilburg.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 4 januari 2018.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. M. Luijpen heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van drie maanden met aftrek van voorarrest, geheel voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar;
  • oplegging van een taakstraf voor de duur van 200 uren, subsidiair 100 dagen vervangende hechtenis;
  • onttrekking aan het verkeer van de onder de verdachte in beslag genomen laptop.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewijswaardering
4.1.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie vindt het verwerven en bezitten van kinderpornografische afbeeldingen bewezen. Zij vindt dat alle afbeeldingen die zijn omschreven in de tenlastelegging en opgenomen in de toonmap kinderpornografisch materiaal zijn. De aanleiding die heeft geleid tot de doorzoeking schetst een beeld over de verdachte wat past bij de plaatjes. Het gaat in alle gevallen om afbeeldingen waar steeds de geslachtsdelen van de kinderen prominent in beeld zijn gebracht op de foto dan wel die door de wijze van poseren bedoeld zijn om een seksuele prikkeling op te leveren. Zij merkt daarbij op dat het opvallend is dat op geen van de plaatjes de kinderen geheel zijn te zien.
4.1.2.
Standpunt verdediging
De raadsman heeft ter terechtzitting aangevoerd dat de afbeeldingen die zijn aangetroffen op de laptop van de verdachte geen afbeeldingen zijn van een gedraging van expliciet seksuele aard, zoals wettelijk vereist om als kinderpornografisch te kunnen worden bestempeld. De raadsman heeft daarbij aangevoerd dat het maken van de afbeeldingen niet schadelijk is geweest voor de betreffende kinderen. Subsidiair heeft de raadsman bepleit dat niet bewezen kan worden dat de verdachte van het plegen van het misdrijf een gewoonte heeft gemaakt.
4.1.3.
Beoordeling
Op 25 juli 2016 zijn bij de doorzoeking in de woning van de verdachte enkele gegevensdragers in beslag genomen, waaronder een laptop die bij in beslagname code [beslagcode] heeft gekregen. De verdachte heeft bevestigd dat dit zijn laptop betrof en dat hij de plaatsjes die daarop stonden heeft gedownload. Op die laptop zijn er 128 afbeeldingen aangetroffen die volgens de bevoegd zedenrechercheur die de afbeeldingen heeft bekeken voldoen aan de criteria die zijn gesteld in artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Deze afbeeldingen - waarin minderjarigen naakt of schaars gekleed te zien zijn - zijn aangetroffen in twee mappen (genaamd “ [naam map 1] ” en “ [naam map 2] ”) op de harde schijf van de genoemde laptop. Kennelijk heeft de verdachte deze afbeeldingen gesorteerd.
Ter zitting heeft de officier van justitie enkele foto’s uit deze digitale mappen in de vorm van een zogenaamde toonmap ter beoordeling getoond aan de verdediging en aan de rechtbank.
De rechtbank heeft de afbeeldingen op de terechtzitting en in raadkamer bekeken. Op alle afbeeldingen heeft de rechtbank minderjarige kinderen gezien die geheel of gedeeltelijk naakt zijn. Op de meeste afbeeldingen zijn niet de gehele lichamen te zien en ontbreken bijvoorbeeld de voeten terwijl de geslachtsdelen wel zichtbaar zijn. Bij eerste afbeelding in de toonmap ( [naam map 3] ) is de romp, het hoofd en een deel van de bovenbenen van een meisje te zien. De foto is van onderen vanuit een zodanige positie genomen dat het geslachtsdeel van het meisje nadrukkelijk in beeld is. Op de tweede pagina is o.a. een wat ouder minderjarig geheel naakt meisje te zien met op de achtergrond een tegelwand. Het meisje is geheel naakt en haar borsten en met schaamhaar bedekte vulva zijn goed zichtbaar. Op de derde pagina is een meisje zichtbaar dat op een luchtbed ligt waar eveneens nadrukkelijk de ontblote borsten en haar geslachtsdeel in beeld gebracht zijn terwijl de benen niet geheel en haar voeten niet zijn opgenomen. De rechtbank stelt ten aanzien van deze drie afbeeldingen vast dat zij vallen binnen het bereik van art. 240b, eerste lid, Sr.
De rechtbank merkt daarbij op dat daarvoor, anders dan de raadsman stelt, niet is vereist dat de minderjarige door de afbeelding is geschaad. Deze eis stelt de wet niet, en de rechtbank verwijst hierbij naar de strafbaarstelling van virtuele kinderporno, waarbij - ook bij de productie ervan - geen kinderen kunnen zijn misbruikt. Dit verweer wordt dan ook verworpen.
Anders dan de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat van de overige foto’s in de toonmap niet kan worden vastgesteld dat zij seksuele gedragingen bevatten in bovenbedoelde zin of om andere redenen vallen onder het begrip kinderporno. De in de tenlastelegging beschreven serie waarbij een meisje zich in opeenvolgende foto’s van haar kleding ontdoet - die zouden zijn opgenomen op bestandslocatie [naam map 4] - zijn niet in de toonmap opgenomen. De rechtbank kan om die reden niet vaststellen dat dit een minderjarige betreft, hetgeen door de verdediging wordt betwist, zodat ook ten aan zien van deze bestanden/afbeeldingen een partiële vrijspraak moet volgen.
De rechtbank zal verdachte eveneens vrijspreken van het tenlastegelegde maken van een gewoonte omdat het strafdossier onvoldoende aanknopingspunten bevat voor het aannemen van deze strafverzwarende omstandigheid.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij, op in omstreeks de periode van 01 januari 2015 tot en met 25 juli 2016 te [plaats delict] , gemeente Goeree-Overflakkee, althans in Nederland, een hoeveelheid afbeeldingen, te weten een gegevensdrager bevattende deze afbeeldingen - te weten een laptop (Hewlett Packard) (beslagcode [beslagcode] ), van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken, in bezit
heeftgehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon poseert in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij haar leeftijd past en/of door het camerastandpunt en/of de pose en/of de uitsnede van de foto's nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden,
(waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
bestandsnamen:
[lijst bestandsnamen]
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet (ook) daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de bewezen verklaarde tenlastelegging kennelijke verschrijvingen voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben en met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het feit is dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het downloaden en voorhanden hebben van een beperkt aantal kinderpornografische afbeeldingen. Daarmee heeft verdachte de norm geschonden dat seksueel misbruik van minderjarigen moet worden tegengegaan. Hoewel er geen sprake is van reëel misbruik door verdachte, is het bezit van dergelijk materiaal onaanvaardbaar vanwege de context waarin afbeeldingen van onschuldige kinderen worden gemaakt en verder verspreid. Van deze kinderen is een wezenlijk gedeelte van de privacy voorgoed geschaad; beelden die eenmaal op internet staan kunnen in tijd en naar plaats nagenoeg onbeperkt verder worden verspreid.
Volgens de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht wordt voor het bezit van kinderporno, in het geval meerdere afbeeldingen voorhanden zijn, een uitgangspunt gehanteerd van 6 maanden gevangenisstraf en een werkstraf voor de duur van 240 uren. De rechtbank acht het uitgangpunt dat geldt voor het voorhanden hebben van het kinderpornografisch materiaal in deze zaak niet toepasselijk, gelet op de beperkte hoeveelheid en de aard van de kinderpornografische afbeeldingen. Het kinderpornografisch materiaal in het bezit van de verdachte bestaat uit foto’s van naakte of schaars geklede kinderen, waarbij geen seksuele handelingen worden verricht met of door deze kinderen.
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 4 december 2017, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
Voorts heeft de rechtbank acht geslagen op het reclasseringsrapport d.d. 26 oktober 2017. Uit dit rapport blijkt dat de verdachte sinds augustus 2016 een WW-uitkering heeft en daarvan rond kan komen. Hij heeft thans een vriendin, een woning en geen schulden.
Een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van zeven dagen, met een proeftijd van twee jaren, acht de rechtbank gelet op het voorgaande passend en geboden. De rechtbank beoogt met deze voorwaardelijke straf de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst (soortgelijke) strafbare feiten te plegen.

8.In beslag genomen voorwerpen

8.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de in beslag genomen computer verbeurd te verklaren.
8.2.
Standpunt verdediging
De verdediging refereert zich aan het oordeel van de rechtbank.
8.3.
Beoordeling
Onder de verdachte is een laptop van het merk Hewlett-Packard in beslag genomen. Ten aanzien van de in beslag genomen laptop zal een last worden gegeven tot teruggave aan de verdachte. Dit dient te gebeuren nadat alle afbeeldingen opgeslagen in de map “ [naam map 2] ”, bestandslocatie “ [naam map 5] ”, en “ [naam map 1] ”, deel uitmakende van de bestandslocatie “ [naam map 4] ”, zijn verwijderd. Het is aan het OM te bepalen op welke wijze dit plaatsvindt.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 14a en 240b van het Wetboek van Strafrecht.

10.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 7 (zeven) dagen;
bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd, die hierbij wordt gesteld op 2 jaar, na te melden voorwaarden overtreedt;
stelt als algemene voorwaarden dat de veroordeelde zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig zal maken;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- gelast de teruggave aan verdachte van een laptop, merk Hewlett Packard, beslagcode [beslagcode] , na verwijdering van de daarop aanwezige afbeeldingen in de mappen [naam map 1] en [naam map 2] .
Dit vonnis is gewezen door:
mr. W.A.F. Damen, voorzitter,
en mrs. B.E. Dijkers en H. de Doelder, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. S. Salah-Hashim, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 4 januari 2018.
De voorzitter jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij, op een of meer tijdstippen op/in of omstreeks de periode van 01 januari 2015
tot en met 25 juli 2016 te [plaats delict] , gemeente Goeree-Overflakkee, althans in
Nederland, meermalen, althans eenmaal, telkens een hoeveelheid afbeeldingen, te weten een of meer foto's, en/of een of meer gegevensdragers bevattende deze afbeeldingen - te weten een laptop (Hewlett Packard) (beslagcode [beslagcode] ), van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verspreid en/of aangeboden, openlijk tentoongesteld, vervaardigd, ingevoerd, doorgevoerd, uitgevoerd, verworven, in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of met een voorwerp en/of in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de
wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden,
(waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(bestandsnamen:
[naam bestand 1] en/of
[naam bestand 2] en/of
[naam bestand 3] en/of
[naam bestand 4] en/of
[naam bestand 5]
en/of hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt.