Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- vrijspraak van het (gewoonte)witwassen, van het opzettelijk zonder vergunning uitoefenen van het bedrijf van betaaldienstverlener en van het deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven;
- bewezenverklaring van het schuldwitwassen en het niet-opzettelijk zonder vergunning uitoefenen van het bedrijf van betaaldienstverlener;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 2 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en een taakstraf van 240 uren, te vervangen door 120 dagen hechtenis.
4.Waardering van het bewijs
heeftvermoed dat het om misdaadgeld ging, het verwijt is evenwel dat hij dat (redelijkerwijs)
moestvermoeden.
11euro, althans een hoeveelheid geld,
op of omstreeks 22 oktober 2013 een bedrag van (ongeveer) 150.000 euro, en
op of omstreeks 26 oktober 2013 een bedrag van (ongeveer) 200.000 euro en een bedrag van (ongeveer) 100.000 euro, en
5.Strafbaarheid feiten
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straffen
8.In beslag genomen voorwerpen
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden;
240 (tweehonderdveertig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
120 (honderdtwintig) urente verrichten taakstraf resteert;
60 dagen;
- verklaart verbeurd:
- het opzettelijk overtreden van het voorschrift gesteld bij artikel 2:3a, eerste lid van de Wet op het financieel toezicht en/of
- van het plegen van witwassen een gewoonte maken en/of
- het plegen van valsheid in geschrift en/of het opzettelijk gebruik maken van een vals of vervalst geschrift, als bedoeld in artikel 225 lid 1 van het Wetboek van strafrecht, als ware het echt en onvervalst.