ECLI:NL:HR:2000:AA7788
Hoge Raad
- Cassatie
- W.J.M. Davids
- F.H. Koster
- J.P. Balkema
- A.J.A. van Dorst
- B.C. de Savornin Lohman
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen veroordeling voor niet-verzekeren van motorrijtuig
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een vonnis van de Arrondissementsrechtbank te Breda, dat op 15 maart 1999 werd uitgesproken. De verdachte, geboren in Joegoslavië in 1937, was eerder vrijgesproken van een primair tenlastegelegde overtreding, maar werd wel veroordeeld voor het niet hebben van een verzekering voor een motorrijtuig, waarvoor een kentekenbewijs was afgegeven. De rechtbank legde een straf op van twee weken hechtenis en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor vier maanden. Het beroep in cassatie is ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. E.Th. Hummels. De Advocaat-Generaal, de heer Wortel, heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad heeft het schriftelijk commentaar van de raadsman op de conclusie van de Advocaat-Generaal in overweging genomen. Het eerste middel van de verdediging betoogt dat de Rechtbank ten onrechte de wijziging van de tenlastelegging heeft toegestaan, omdat de toevoeging van een nieuwe overtreding, die verjaard was, niet had mogen plaatsvinden. De Hoge Raad oordeelt echter dat de wijziging van de tenlastelegging niet leidt tot een ander feit in de zin van artikel 68 van het Wetboek van Strafrecht, en dat de vervolgingsdaden ten aanzien van de oorspronkelijk tenlastegelegde overtreding ook gelden voor de nieuwe overtreding.
De overige klachten van de verdediging kunnen niet tot cassatie leiden. De Hoge Raad concludeert dat geen van de middelen tot cassatie kan leiden en dat er geen grond is voor ambtshalve vernietiging van de bestreden uitspraak. Het beroep wordt verworpen. Dit arrest is gewezen door de vice-president W.J.M. Davids, samen met de raadsheren F.H. Koster, J.P. Balkema, A.J.A. van Dorst, en B.C. de Savornin Lohman, en is uitgesproken op 24 oktober 2000.