4.6.Dat uitgangspunt indachtig leidt de kantonrechter tot de volgende beoordeling van de door [verzoeker] opgevoerde buitengerechtelijke kosten. De kantonrechter is met [verweerster] van oordeel dat de opgevoerde tijdsbesteding bovenmatig is, rekening houdend (ook) met het feit dat niet alleen de aansprakelijkheid door [verweerster] reeds is erkend (zodat dat geen discussiepunt tussen partijen is geweest) en dat ter zake van de bemoeiingen van de voorganger van de huidige gemachtigde door [verweerster] een bedrag van € 6.500,- aan buitengerechtelijke kosten is vergoed. Kortom, het voorwerk was al gedaan en de huidige gemachtigde van [verzoeker] heeft zich voor het eerst bij e-mail van 3 mei 2017 formeel gemeld bij [verweerster] als de nieuwe gemachtigde.
Zijdens [verzoeker] is ten eerste niet onderbouwd of inzichtelijk gemaakt waarom de opgevoerde tijdsbesteding aan correspondentie en telefoon noodzakelijk is geweest, bezien tegen de achtergrond dat het hier om een relatief eenvoudige zaak gaat. Waarom er veelvuldig telefooncontact is geweest tussen [verzoeker] en zijn gemachtigde wordt niet nader onderbouwd. Er is veel correspondentie, soms op dezelfde dag of enkele dagen kort achter elkaar, zo heeft [verweerster] aangevoerd en is de kantonrechter ook gebleken afgaand op de specificatie van de declaraties. Het gaat daarbij steeds om de omschrijving op de specificatie die luidt: ‘
correspondentie cliënt in/uit’dan wel ‘
telefoon cliënt in/uit’.
Evenmin is die correspondentie overgelegd bij het procesdossier, zodat, zoals door [verweerster] is aangevoerd, ook niet is na te gaan of alle opgevoerde werkzaamheden daadwerkelijk zijn verricht.
Verder wordt op de specificaties van de gemachtigde herhaaldelijk de vermelding
’correspondentie derde in/uit’weergegeven. [verweerster] heeft in haar e-mail van 5 juli 2017 (terecht) de vraag gesteld dat niet duidelijk is gemaakt in de specificatie wie die derde is.
Dat had wel op de weg van [verzoeker] geleden nu ook dit een terugkomende kostenpost is.
Een en ander komt voor rekening van [verzoeker] .
Verder wordt door [verweerster] geklaagd dat de kosten van het huisbezoek aan [verzoeker] van
2 november 2017 door de gemachtigde zijn opgevoerd. Het gaat blijkens de omschrijving op de specificatie om reistijd, bespreking, telefoon en correspondentie, gedateerd op de betreffende dag, 2 november 2017. Het huisbezoek heeft niet plaatsgevonden en die kosten zijn om die reden niet gemaakt, want [verzoeker] was op de afgesproken datum en tijd niet thuis. In dat geval blijven die kosten (een totaal is opgevoerd van 1.57 uren) voor rekening van [verzoeker] , zoals [verweerster] terecht aanvoert.
Voorts heeft [verweerster] terecht aangevoerd dat het opvragen van (medische) informatie en het verrichten van eenvoudige handelingen, al dan niet administratief, verondersteld wordt onder kantoorkosten te vallen.
Dan zijn er nog kosten gedeclareerd die zien op literatuurstudie, het raadplegen van een juridische databank en bespreking met een kantoorgenoot. Omdat hier geen sprake is van zeldzame of complexe materie die een rechtvaardiging oplevert voor een verdieping in relevante literatuur, acht de kantonrechter die werkzaamheden overbodig. Het gaat hier om een gespecialiseerd letselschadeadvocaat waarvan, zoals door [verweerster] in haar e-mails is aangegeven, mag worden verwacht dat hij de benodigde vakkennis ook buiten de dossierbehandeling up-to-date houdt.
Ten slotte wordt nog opgemerkt dat eventuele dubbele nota’s vanzelfsprekend moeten worden gecorrigeerd in de opgave door de gemachtigde van [verzoeker] .
Rekening houdend met alle hiervoor opgesomde omstandigheden die in aanmerking moeten worden genomen bij de beoordeling van de tijdsbesteding en uitgaande van het uurtarief van
€ 235,- (vermeerderd met 6% kantoorkosten en de btw) is in totaal toewijsbaar 50% van de gevorderde buitengerechtelijke kosten, hetgeen neerkomt op € 4.018,-.
[verweerster] zal hierna worden veroordeeld tot betaling van dat bedrag.