Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord in conventie tevens houdende
- de eis in reconventie
- de akte vermeerdering eis in reconventie en inbreng stukken
- de conclusie van antwoord in reconventie
- het (buiten aanwezigheid van partijen opgemaakte) proces-verbaal van comparitie van 9 juli 2018
- de akte van Plano
- de schriftelijke reacties van beide partijen op het proces-verbaal ‘
- de overgelegde producties.
2.De feiten
3.De vorderingen en weren in conventie en reconventie
4.De beoordeling
opdrachtzoals gedefinieerd in art. 7:400 lid 1 BW, dat luidt: “De overeenkomst van opdracht is de overeenkomst waarbij de ene partij, de opdrachtnemer, zich jegens de andere partij, de opdrachtgever, verbindt anders dan op grond van een arbeidsovereenkomst werkzaamheden te verrichten die in iets anders bestaan dan het tot stand brengen van een werk van stoffelijke aard, het bewaren van zaken, het uitgeven van werken of het vervoeren of doen vervoeren van personen of zaken.”
te allen tijde.Een voorafgaande ingebrekestelling, dan wel toepassing van ‘hoor en wederhoor’ was, anders dan Plano stelt, niet vereist.
redelijke vergoedingex art. 7:411 lid 1 BW. Het door Tibo buiten rechte aangeboden bedrag van € 10.000,- acht de rechtbank te laag, bezien in relatie tot het door Plano misgelopen bedrag (de totaalprijzen genoemd in de vier overeenkomsten). Wat dan wel redelijk is laat zich moeilijk vast stellen. Plano stelt er maar weinig over, afgezien dan van de voormelde gronden a t/m d.
Tevens bericht ik u dat de heer [naam installateur] geen installateur is maar adviseur DUBO maatregelen (Duurzaam Bouwen). Tibo heeft alle door [naam installateur] gestuurde declaraties voldaan tot aan deze en er is geen enkele grondslag deze declaraties niet te voldoen(brief Plano van 22 juni 2018 waarmee zij haar conclusie van antwoord in reconventie indient, en in zoverre een verkapte conclusie van repliek in conventie, in briefvorm).
volgens de wetniet voor vergoeding in aanmerking komen en dat de werkzaamheden van Plano als minimaal zijn aan te merken. De rechtbank onderschrijft dit laatste niet. Het voeren van overleg tussen advocaten is wél relevant. Het is dus voldoende aannemelijk dat Plano incassokosten heeft gemaakt in een mate die het toe te wijzen bedrag rechtvaardigt.
- € 3.894,- aan griffierecht (inclusief griffierecht beslagverzoek)
- € 3.222,- aan salaris advocaat (drie punten volgens de Liquidatietarieven, tarief IV ad € 1.074, per punt, waaronder ook een punt voor het verkrijgen van beslagverlof)
- € 377,35 aan explootkosten (dagvaarding en beslagexploten).
aanvullendbedrag van € 65.000,- ligt op zich al besloten dat Plano daarnaast niets terug hoeft te betalen.