ECLI:NL:RBROT:2018:10266

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
17 december 2018
Publicatiedatum
14 december 2018
Zaaknummer
10/731075-17
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bewezenverklaring van het voorhanden hebben van kogelpatronen in vereniging met een ander

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 17 december 2018 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van het voorhanden hebben van 100 kogelpatronen. Tijdens een doorzoeking van de woning van de verdachte werden deze patronen aangetroffen. De verdachte, die samen met zijn vriendin werd beschuldigd, ontkende wetenschap te hebben van de aanwezigheid van de kogelpatronen. De rechtbank verwierp dit verweer, omdat uit afgeluisterde gesprekken bleek dat de verdachte regelmatig sprak over wapens en de handel daarin. De rechtbank concludeerde dat de verdachte op de hoogte moest zijn van de kogelpatronen die in zijn woning waren aangetroffen.

De officier van justitie had een taakstraf van 50 uur geëist, subsidiair 25 dagen hechtenis. De rechtbank oordeelde dat het ongecontroleerd bezit van munitie een onaanvaardbaar risico voor de samenleving met zich meebrengt. De verdachte had eerder soortgelijke strafbare feiten gepleegd, wat meegewogen werd in de beslissing. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 50 uur, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis indien de taakstraf niet naar behoren werd verricht. De rechtbank verklaarde de verdachte strafbaar en legde de straf op, waarbij de ernst van het feit en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging werden genomen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10/731075-17
Datum uitspraak: 17 december 2018
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte],
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte] , [woonplaats verdachte] ,
raadsman mr. B.P.J.H. van de Luijtgaarden, advocaat te Roosendaal.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 21 november 2018.
Het onderzoek is gesloten op 17 december 2018.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. A.I.M.M. Gudde heeft gevorderd:
- bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 50 uur, subsidiair 25 dagen hechtenis.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewijswaardering
4.1.1.
Standpunt verdediging
Aangevoerd is dat het ten laste gelegde niet kan worden bewezen omdat niet kan worden vastgesteld dat de verdachte wetenschap heeft gehad van de aanwezigheid van de kogelpatronen. Als gevolg daarvan dient hij te worden vrijgesproken.
4.1.2.
Beoordeling
Het onderzoek naar de verdachte is gestart nadat er een verdenking was gerezen dat de verdachte zich schuldig maakte aan de handel in vuurwapens. De telefoon van de verdachte is getapt en in zijn woning is vertrouwelijke communicatie opgenomen. Uit het onderzoek blijkt dat er door de verdachte gedurende meerdere maanden (versluierd) over handel in en bezit van vuurwapens wordt gesproken. Ook is gebleken dat de vriendin van de verdachte, [naam vriendin] , overal van op de hoogte was.
De patronen zijn tijdens een doorzoeking in de woning van de verdachte en zijn vriendin aangetroffen in een dressoir. In het dressoir werd ook een holster aangetroffen. De verdachte heeft geen verklaring willen afleggen over de aanwezigheid van deze goederen in zijn woning. Dit had wel van hem mogen worden verwacht. Hij heeft zich echter steeds op zijn zwijgrecht beroepen. Omdat de patronen in de woonkamer van de verdachte zijn aangetroffen en het duidelijk is dat de verdachte in zijn woning gesprekken voerde over wapens, de handel erin en het bezit ervan, is de rechtbank van oordeel dat het niet anders kan dan dat de verdachte wist dat de patronen daar lagen.
Daarmee komt de rechtbank tot een bewezenverklaring van het laste gelegde.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij op 18 juli 2017 te St. Willebrord, gemeente Rucphen, tezamen en in vereniging met een ander, voorhanden heeft gehad 100 eenheids kogelpatronen (merk Dynamit Nobel), munitie in de zin van de Wet
wapens en
munitie van categorie III.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de bewezenverklaarde tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.

5.Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het feit is dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feit waarop de straf is gebaseerd
Tijdens de doorzoeking van de woning van de verdachte zijn honderd kogelpatronen aangetroffen. Het ongecontroleerd bezit van munitie brengt een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van de samenleving mee.
7.3.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 26 oktober 2018, waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van het feit zal de rechtbank een taakstraf van na te noemen duur opleggen. De verdediging heeft verzocht om, in het geval van een veroordeling, slechts de helft van de geëiste taakstraf op te leggen aan de verdachte. De rechtbank ziet gelet op de recidive van de verdachte en de achtergrond van het dossier geen reden om van de eis af te wijken.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 22c, 22d, 47, 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikel 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.

9.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf voor de duur van 50 (vijftig) uren, waarbij Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
25 dagen.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. J.A.M.J. Janssen-Timmermans, voorzitter,
en mrs. B.E. Dijkers en A.A. Kalk rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J.G. Polke, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 18 juli 2017 te St. Willebrord, gemeente Rucphen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, voorhanden heeft/hebben gehad 100 eenheids kogelpatronen (merk Dynamit Nobel), in elk geval munitie in de zin van de Wet Wapens en Munitie van categorie III.