In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 7 december 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door mr. J.J.C. Kraan, en het college van burgemeester en wethouders van Capelle aan den IJssel, vertegenwoordigd door mr. T. Winkels. Eiseres was tijdelijk aangesteld voor de duur van één jaar, maar werd op 9 oktober 2017 eervol ontslagen met ingang van 1 december 2017, vanwege een onoverbrugbare vertrouwensbreuk. Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt, wat door verweerder ongegrond werd verklaard. Eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 23 oktober 2018 is het functioneren van eiseres besproken, waarbij verweerder stelde dat er sprake was van een vertrouwensbreuk en dat er geen zicht was op herstel. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat verweerder niet bevoegd was om eiseres op grond van artikel 8:8 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst (CAR/UWO) ontslag te verlenen, aangezien deze bepaling alleen van toepassing is op vast aangestelde ambtenaren. De rechtbank concludeert dat het bestreden besluit vernietigd moet worden en dat eiseres recht heeft op haar bezoldiging over de periode van 1 december 2017 tot 3 april 2018.
De rechtbank heeft verder bepaald dat verweerder het door eiseres betaalde griffierecht moet vergoeden en dat verweerder in de proceskosten van eiseres wordt veroordeeld tot een bedrag van € 2.004,-. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.