ECLI:NL:RBROT:2017:9918

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
13 december 2017
Publicatiedatum
18 december 2017
Zaaknummer
C/10/516862 / HA ZA 16-1412
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van een geldlening op basis van crowdfunding met betrekking tot lastgeving en incassokosten

In deze zaak heeft de vennootschap onder firma Geldvoorelkaar.nl, gevestigd te Rhenen, een vordering ingesteld tegen [gedaagde 1] en [gedaagde 2] wegens een achterstand in de aflossing van een geldlening. De lening, ter waarde van € 42.500,-, was aangegaan op basis van crowdfunding en de gedaagden waren hoofdelijk aansprakelijk voor de terugbetaling. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedaagden in gebreke zijn gebleven met de aflossingen en dat de lening vervroegd opeisbaar is geworden. Geldvoorelkaar.nl vorderde een bedrag van € 31.968,58, vermeerderd met rente en kosten.

De rechtbank heeft de procedure beoordeeld aan de hand van de ingediende stukken, waaronder een tussenvonnis en een proces-verbaal van comparitie. De gedaagden hebben verweer gevoerd, waarbij [gedaagde 1] betwistte dat er sprake was van lastgeving en de verschuldigdheid van buitengerechtelijke incassokosten. De rechtbank oordeelde dat de lastgeving deugdelijk was en dat de gedaagden niet voldoende onderbouwd hadden waarom de lastgeving niet geldig zou zijn. De rechtbank heeft de vordering van Geldvoorelkaar.nl grotendeels toegewezen, met uitzondering van een deel van de gevorderde buitengerechtelijke kosten, die als onredelijk werden beschouwd.

Uiteindelijk heeft de rechtbank [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hoofdelijk veroordeeld tot betaling van € 30.657,92, vermeerderd met rente, en in de proceskosten van Geldvoorelkaar.nl, die zijn begroot op € 4.306,57. Het vonnis is uitgesproken op 13 december 2017 door mr. W.J. van den Bergh.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Handel
zaaknummer / rolnummer: C/10/516862 / HA ZA 16-1412
Vonnis van 13 december 2017
in de zaak van
de vennootschap onder firma
GELDVOORELKAAR.NL,
gevestigd te Rhenen,
eiseres,
advocaat mr. E.M. Beumer-van der Niet te Den Haag,
tegen

1.[gedaagde 1] ,

wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
advocaat mr. M.W. Huijzer te Papendrecht,
2.
[gedaagde 2],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
advocaat mr. E.R. Knoester te Steenbergen, Noord-Brabant.
Partijen zullen hierna Geldvoorelkaar.nl, [gedaagde 1] en [gedaagde 2] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 10 mei 2017
- de akte producties van Geldvoorelkaar.nl
- het depot (van een USB-stick) door Geldvoorelkaar.nl
- de door de griffier opgemaakte akte van dit depot
- het proces-verbaal van comparitie van 9 oktober 2017
- de akte eisvermindering van Geldvoorelkaar.nl.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde 1] en [gedaagde 2] waren voorheen vennoten in de - inmiddels ontbonden - vennootschap onder firma Paviljoen Sluishaven v.o.f. te Ooltgensplaat. [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hebben op 4 augustus 2014 een schuldbekentenis ondertekend waarin staat dat zij krachtens geldlening een bedrag van € 42.500,- hebben ontvangen en dat zij de aflossingen hoofdelijk verschuldigd zijn aan “
het vermogen van de informele vereniging, welke bij de vennootschap onder firma: v.o.f. Geldvoorelkaar.nl, gevestigd te Rhenen.” De verschuldigde rente bedraagt 8% per jaar en aflossing moet geschieden in 60 maandtermijnen van € 856,08.
2.2.
Vanwege een ontstane achterstand in de aflossing van voormelde termijnen heeft deurwaarderskantoor Flanderijn-van Eck namens Geldvoorelkaar.nl [gedaagde 1] en [gedaagde 2] in gebreke gesteld en de vorderingen namens Geldvoorelkaar.nl ineens en geheel opgeëist, vermeerderd met buitengerechtelijke kosten en rente. [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hebben niet voldaan aan de sommatie.

3.De vordering

3.1.
Geldvoorelkaar.nl vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, na akte eisvermindering:
[gedaagde 1] en [gedaagde 2] - hoofdelijk, des dat de één betalende de ander zal zijn bevrijd - te veroordelen om aan Geldvoorelkaar.nl tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen de som van € 31.968,58, vermeerderd met de overeengekomen rente ad 8% per jaar over dit bedrag vanaf 3 november 2016 tot de dag der algehele voldoening, met veroordeling van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] in de kosten van dit geding, waaronder mede begrepen een bedrag van € 1.623,84 ter zake de door eiseres gemaakte kosten in verband met het conservatoire beslag en te vermeerderen met de omzetbelasting (btw) over de daarvoor in aanmerking komende kostenposten.
3.2.
Geldvoorelkaar.nl stelt daartoe dat de geldlening inmiddels vervroegd opeisbaar is geworden, dat ten onrechte wordt nagelaten deze lening geheel en ineens af te lossen en dat zij optreedt krachtens lastgeving van de personen die het geld hebben uitgeleend (en die lid zijn van een informele vereniging).

4.Het verweer van [gedaagde 1] en van [gedaagde 2]

4.1.
[gedaagde 1] en [gedaagde 2] voeren - afzonderlijk - verweer.
4.2.
[gedaagde 1] voert als verweer in zijn conclusie van antwoord:
- betwist wordt dat sprake is van lastgeving,
- [gedaagde 1] erkent dat er een betalingsachterstand is ontstaan. Er is gesproken over een betalingsregeling, maar deze is uiteindelijk niet tot stand gekomen.
- betwist wordt dat buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd zijn. Betwist dat de algemene voorwaarden van toepassing zijn. [gedaagde 1] heeft deze voorwaarden nooit eerder gezien. [gedaagde 1] erkent dat in artikel 10 van de schuldbekentenis staat dat hij buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd is, maar hij ziet deze bepaling pas nu voor het eerst staan. [gedaagde 1] stelt dat hij als particulier/natuurlijk persoon is opgetreden en dat de aanzegging van de buitengerechtelijke incassokosten niet voldoet aan de eisen die gelden bij een particulier/natuurlijk persoon (HR 25 november 2016, ECLI:NL:HR:2016:2074). Bovendien zijn de buitengerechtelijke incassokosten niet redelijk en niet in redelijkheid gemaakt. Ook blijkt niet dat deze kosten zijn gemaakt.
4.3.
[gedaagde 2] heeft in haar conclusie van antwoord het verweer van [gedaagde 1] tot het hare gemaakt.

5.De beoordeling

5.1.
Inzake het verweer betreffende de deugdelijkheid van de lastgeving wordt als volgt geoordeeld.
5.2.
Een procespartij die krachtens lastgeving op eigen naam in rechte optreedt, is niet gehouden te vermelden dat hij ter behartiging van de belangen van een ander optreedt. Indien het verweer van de wederpartij daartoe aanleiding geeft, zal de lasthebber moeten stellen en zonodig bewijzen dat hij uit hoofde van lastgeving bevoegd is op eigen naam ten behoeve van de rechthebbende op te treden HR 27 november 2009, ECLI:NL:HR2009:BH2162).
5.3.
Geldvoorelkaar.nl heeft, in reactie op het verweer inzake de deugdelijkheid van haar last, een USB-stick in geding gebracht met daarop de gegevens van de lastgevers. [gedaagde 1] heeft daarop, ter comparitie, zijn verweer laten varen dat geen sprake is van (deugdelijke) lastgeving. Dat verweer behoeft derhalve geen bespreking meer.
Voor zover [gedaagde 2] haar verweer inzake de ondeugdelijkheid van de lastgeving wel wenst te handhaven, gaat de rechtbank aan dat verweer voorbij. [gedaagde 2] maakt niet duidelijk waarom uit de gegevens op de USB-stick niet van een deugdelijke last blijkt. In zoverre is haar verweer onvoldoende onderbouwd. De rechtbank acht als onvoldoende gemotiveerd weersproken vast staan dat sprake is van een deugdelijke last. Aan bewijslevering op dit punt wordt dan ook niet toegekomen.
5.4.
[gedaagde 1] heeft aangevoerd dat de stellingname van Geldvoorelkaar.nl over de lastgeving tardief is omdat de deugdelijkheid van de lastgeving direct uit de dagvaarding dient te blijken. Dit verweer stuit af op voorgaande overweging (onder 5.2.) dat een lasthebber niet verplicht is om direct bij aanvang van de procedure van de deugdelijkheid van zijn last te doen blijken.
5.5.
De rechtbank onderschrijft deels het verweer dat de buitengerechtelijke incassokosten niet voor vergoeding in aanmerking komen. Geldvoorelkaar.nl vordert in haar dagvaarding (de dato 12 december 2016) € 1.548,81 aan buitengerechtelijke kosten. Kort daarvoor waren deze kosten nog veel lager. De meest recente incasso-correspondentie dateert van 2 november 2016. Dat is een brief van de deurwaarder, waarin de buitengerechtelijke kosten (nog maar) € 238,15 bedragen. Geldvoorelkaar.nl maakt niet duidelijk hoe deze kosten in de korte periode tot 12 december 2016 zo hebben kunnen oplopen. Gelet op de omvang van de overgelegde incasso-correspondentie komt een bedrag van € 238,15 redelijk voor, zodat dit bedrag zal worden toegewezen. Als vergoeding van deze kosten al niet contractueel zou zijn overeengekomen (welk verweer feitelijk onjuist is), dan zijn deze kosten nog steeds krachtens wet verschuldigd. Op de vordering komt derhalve € 1.310,66 in mindering (€ 238,15 minus € 1.548,81). Het toe te wijzen bedrag komt daardoor uit op € 31.968,58 minus € 1.310,66= € 30.657,92.
5.6.
[gedaagde 1] en [gedaagde 2] zullen als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten van Geldvoorelkaar.nl. Deze kosten worden begroot op € 4.306,57, zijnde:
  • explootkosten dagvaarding € 99,77
  • (exploot) kosten beslaglegging, conform specificatie in dagvaarding € 251,30
  • griffierecht € 1.929,- (inclusief griffierecht beslagverzoek, nu dat griffierecht in mindering strekt op het griffierecht in de bodemzaak)
  • salaris advocaat € 2.026,50 (conform het Liquidatietarief: 3,5 punt, waarvan 1 punt voor het beslagverzoek, x tarief III ad € 579,- per punt).
5.7.
De vordering om de door eiseres gemaakte kosten te vermeerderen met de omzetbelasting (btw) over de daarvoor in aanmerking komende kostenposten zal worden afgewezen, nu deze vordering te onbepaald is en daarmee in strijd komt met de rechtszekerheid. Het is niet aan de rechtbank om de gevorderde posten af te turven op een eventuele btw-plicht maar aan Geldvoorelkaar.nl. om duidelijk te maken wat zij vordert.

6.De beslissing

De rechtbank
6.1.
veroordeelt [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hoofdelijk, des dat de één betalende de ander zal zijn bevrijd, om aan Geldvoorelkaar.nl tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen de som van € 30.657,92, vermeerderd met de overeengekomen rente ad 8% per jaar over dit bedrag vanaf 3 november 2016 tot de dag der algehele voldoening,
6.2.
veroordeelt [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hoofdelijk, des dat de één betalende de ander zal zijn bevrijd, in de kosten van dit geding, tot op heden begroot op € 4.306,57,
6.3.
verklaart het vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
6.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J. van den Bergh en in het openbaar uitgesproken op 13 december 2017. [1]

Voetnoten

1.2517/2504