Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[gedaagde 1 als zijnde curator]
[gedaagde 2 als zijnde persoon],
1.De procedure
- de dagvaarding van 13 januari 2017;
- het exploot van 9 mei 2017;
- de akte houdende overlegging producties van 17 mei 2017 van Polydesign Consolidated;
- de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie van 28 juni 2017, met producties;
- de brief van 19 juli 2017 van de rechtbank waarbij partijen zijn opgeroepen voor een comparitie van partijen;
- de conclusie van antwoord in reconventie van 13 november 2017;
- de brief van 30 oktober 2017 van de curator, met een akte houdende inbreng van producties voor de zitting van 13 november 2017;
- de brief van 30 oktober 2017 van de curator, met een akte houdende wijziging eis voor de zitting van 13 november 2017;
- de brief van 30 oktober 2017 van Polydesign Consolidated, met drie producties voor de zitting van 13 november 2017;
- de brief van 7 november 2017 van de curator, met een akte inbreng aanvullende producties voor de zitting van 13 november 2017;
- het B3-formulier van 10 november 2017 van Polydesign Consolidated, met een akte houdende vermindering van eis, tevens houdende overlegging producties voor de zitting van 13 november 2017;
- de brief van 10 november 2017 van de curator, met een akte inbreng aanvullende producties voor de zitting van 13 november 2017;
- de ter zitting overgelegde akte houdende nadere overlegging producties ter zake comparitie van partijen van 13 november 2017 van Polydesign Consolidated;
- de ter zitting van 13 november 2017 overgelegde machtiging van 8 november 2017 waarbij de bestuurder van Polydesign Consolidated de heer [bestuurder van eiser] (hierna: [bestuurder van eiser] ) heeft gemachtigd om ter zitting namens Polydesign Consolidated op te treden;
- het proces-verbaal van comparitie van 13 november 2017.
2.De feiten
- [bestuurder van eiser] , HCB en Polydesign Consolidated geen vordering hebben op de curator;
- [bestuurder van eiser] , HCB en Polydesign Consolidated geen rechthebbende zijn op het saldo dat zich bevindt op de derdenrekening van Houthoff Buruma;
- de curator bij uitsluiting gerechtigd is op het volledige saldo dat zich bevindt op de derdenrekening van Houthoff Buruma;
- het vonnis in de plaats treedt van een onherroepelijke schriftelijke instructie van [bestuurder van eiser] , HCB en Polydesign Consolidated aan de Stichting derdengelden Houthoff Buruma om het volledige saldo dat zich bevindt op de derdenrekening van Houthoff Buruma, binnen drie werkdagen na betekening van het vonnis aan die stichting, over te maken naar de boedelrekening in het faillissement van Polydesign;
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling
in conventie en in reconventie
Productie 5) bepaald dat Gedaagde Eiseres in dezen heeft Gedagvaard zonder reden of rechtsgrond. Er was van haar niets te vorderen, zij had niet moeten worden gedagvaard, zo mag nu wel worden (vast)gesteld. Nu er geen Cassatie is aangetekend tegen deze Uitspraak door Gedaagde kan hij zich daarin kennelijk ook vinden. Het staat met andere woorden in rechte thans ook vast. Het is niet in geschil.
5.De beslissing
2221]