Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 10 oktober 2016 waarbij gedagvaard is voor de kantonrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, met producties;
- het oproepingsexploot van 10 oktober 2016, met producties;
- de incidentele conclusie houdende exceptie van onbevoegdheid kantonrechter, met producties;
- de antwoordconclusie in het bevoegdheidsincident;
- het vonnis van de kantonrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 14 december 2016 waarbij de zaak is verwezen naar de rechtbank Rotterdam;
- de aan de rechtbank Rotterdam, team kanton (civiel), gerichte brief van 16 december 2016 van de rechtbank Zeeland-West-Brabant waarbij het originele procesdossier is aangeboden;
- het exploot van 24 februari 2017 waarmee [eiser] Transmission heeft opgeroepen voort te procederen voor de rechtbank Rotterdam;
- de conclusie van antwoord tevens conclusie van (voorwaardelijke) eis in reconventie, met producties;
- de brief van 24 mei 2017 van de rechtbank waarbij een comparitie van partijen is bevolen;
- de zittingsagenda;
- de akte overlegging producties van Transmission, met producties;
- de conclusie van antwoord in reconventie, met één productie;
- het proces-verbaal van comparitie van 28 september 2017.
2.De vaststaande feiten
VERVOEROVEREENKOMST WEGVERVOER
wettig vertegenwoordigd door [eiser] ,
1.Vervoerovereenkomst
3. Omvang van het vervoer
4. Voorwaarden
- De Algemene Vervoercondities 2002 [..]
- het verdrag betreffende de overeenkomst tot internationaal vervoer van goederen over de weg (CMR)
- de Transport en Logistiek Nederland algemene betalingsvoorwaarden [..]
5. Prijzen
7. Verplichtingen [bedrijfsnaam eiser]
10. Ontbinding
3.Het geschil
in conventie
- De overeenkomst is primair een arbeidsovereenkomst en subsidiair een vervoerovereenkomst;
- [eiser] heeft geen wanprestatie gepleegd;
- [eiser] kan verklaringen voor recht vragen zowel wat betreft de vervoerovereenkomst als wat betreft de arbeidsovereenkomst.
voorwaardelijk, namelijk voor het geval de rechter in de procedure in conventie het bestaan van een arbeidsovereenkomst aanneemt en de vordering van [eiser] onder 2 primair geheel of gedeeltelijk toewijsbaar zal achten en het aangevoerde beroep van TransMission in conventie op verrekening afwijst) voor recht verklaart dat [eiser] aan TransMission dient terug te betalen hetgeen TransMission uit hoofde van de door [bedrijfsnaam eiser] en/of [eiser] aan haar gezonden en door haar betaalde facturen aan [eiser] in de periode 1 juni 2011 tot 1 september 2016 heeft betaald en [eiser] veroordeelt tot betaling van dat bedrag, nader op te maken bij staat, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf de dag van het instellen van de eis in reconventie tot de dag van de algehele voldoening;
primair) voor recht verklaart dat TransMission op de bij conclusie van eis in reconventie aangevoerde gronden de vervoerovereenkomst van 6 januari 2016 rechtsgeldig op 1 september 2016 heeft beëindigd, althans (
subsidiair) de vervoerovereenkomst van 6 januari 2016 op in de conclusie van eis genoemde gronden ontbindt met ingang van 1 september 2016 dan wel met ingang van een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum;
4.De beoordeling
in conventie
- griffierecht € 618,00
- salaris advocaat € 4.000,00 (2 punten in Liquidatietarief VI)
- totaal € 4.618,00.