ECLI:NL:RBROT:2017:8845

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
14 november 2017
Publicatiedatum
10 november 2017
Zaaknummer
ROT 17/1689
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Ambtenarenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot plaatsing in de functie Operationeel Expert Meldkamer na beroep op tijdelijke tewerkstellingen

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 14 november 2017 uitspraak gedaan in het beroep van eiser, die verzocht om plaatsing in de functie van Operationeel Expert Meldkamer. Het verzoek werd afgewezen door de korpschef van politie, die stelde dat eiser niet voldeed aan de niveaubepalende elementen van de functie. Eiser had eerder verzocht om deze functie, maar zijn werkzaamheden werden door de korpschef als die van Senior Meldkamer gekwalificeerd. Eiser voerde aan dat hij gedurende drie jaar de taken van Operationeel Expert Meldkamer had uitgevoerd en dat hij recht had op plaatsing op basis van de Notitie tijdelijke tewerkstellingen in fase 2 (NTT). De rechtbank oordeelde dat de korpschef terecht had besloten dat eiser niet in aanmerking kwam voor de functie, omdat hij niet in overwegende mate de niveaubepalende elementen had uitgevoerd. De rechtbank volgde de argumentatie van de korpschef en verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak benadrukt het belang van de juiste kwalificatie van functies binnen de politie en de toepassing van de NTT in relatie tot de specifieke werkzaamheden van de betrokken ambtenaar.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team Bestuursrecht 2
zaaknummer: ROT 17/1689

uitspraak van de meervoudige kamer van 14 november 2017 in de zaak tussen

[naam 1] , te [woonplaats] , eiser,

en

de korpschef van politie, verweerder,

gemachtigde: L. Stegeman.

Procesverloop

Bij besluit van 14 april 2016 (het primaire besluit) heeft verweerder het verzoek van eiser tot plaatsing in de functie Operationeel Expert Meldkamer afgewezen.
Bij besluit van 3 februari 2017 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiser tegen het primaire besluit ongegrond verklaard.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 24 augustus 2017. Eiser is verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde, vergezeld door [naam 2] , teamchef C.

Overwegingen

1.1
De korpsfunctie van eiser was Hoofdmedewerker Meldkamer. In het kader van de reorganisatie heeft verweerder bij besluit van 1 december 2015 de oorspronkelijke functie van eiser als bedoeld in artikel 1a van de Regeling landelijk sociaal statuut (LSS) met ingang van 1 januari 2012 vastgesteld als Senior Meldkamer GGP. Dit is (ook) de LFNP-functie van eiser.
1.2
Bij besluit van 10 juni 2016 heeft verweerder eiser per 1 juli 2016 als functievolger geplaatst in de functie Senior Meldkamer GGP (schaal 8), Eenheid [eenheid] , met plaats van tewerkstelling [plaats] . Bij beslissing op bezwaar van 22 februari 2017 heeft verweerder het tegen dit besluit ingediende bezwaar ongegrond verklaard. Eiser heeft hiertegen geen beroep ingediend, zodat dit besluit in rechte vast staat.
1.3
Op 24 december 2015 heeft eiser verzocht te worden geplaatst in de LFNP-functie
Operationeel Expert Meldkamer. Besluitvorming hierover heeft plaatsgevonden zoals weergegeven onder het procesverloop.
1.4
Bij het bestreden besluit heeft verweerder het bezwaar van eiser ongegrond verklaard. Aan het bestreden besluit heeft verweerder ten grondslag gelegd dat geen toepassing kan worden gegeven aan de Notitie tijdelijke tewerkstellingen in fase 2 (NTT) van 20 september 2016 alsmede de Aanvulling werkinstructie inzake Tijdelijke tewerkstellingen in de periode tot 1 juli 2016 van 7 december 2016 (de Aanvulling), omdat verweerder de werkzaamheden van Chef Meldkamer dan wel van Operationeel Expert Meldkamer nooit aan eiser heeft opgedragen en eiser evenmin de (niveaubepalende elementen van de) functie (in overwegende mate) heeft uitgevoerd.
2. Eiser heeft een beroep gedaan op de NTT en de Aanvulling. Hij betoogt dat hij drie jaar ononderbroken de werkzaamheden heeft uitgevoerd die behoren bij de functie van Operationeel Expert Meldkamer en daarbij heeft voldaan aan de niveaubepalende elementen van de functie. Voorts is eiser van mening dat de werkzaamheden van de calamiteiten coördinator (CaCo) niet overeen komen met het gestelde in de takenmatrix van de Senior Meldkamer aangezien de CaCo op grond van de Wet veiligheidsregio’s verregaande bevoegdheden heeft die niet passen bij de Senior Meldkamer.
3.1
Op grond van artikel 55v van het Besluit algemene rechtspositie politie (Barp) kan het bevoegd gezag, indien de toepassing van hoofdstuk VII.b (Voorzieningen bij reorganisaties) of de nadere regels ter uitvoering van dit hoofdstuk in individuele gevallen leidt tot onbillijkheden van overwegende aard of indien er sprake is van een bijzondere situatie van een individuele herplaatsingskandidaat, na afweging van de belangen van het individu en van de organisatie, afwijken van dit hoofdstuk of van de nadere regels ter uitvoering van dit hoofdstuk.
3.2
De NTT en de Aanvulling worden door verweerder geplaatst in het kader van de toepassing van de hardheidsclausule. De NTT en de Aanvulling voorzien - kortweg - onder voorwaarden in een recht op plaatsing in een functie voor die politieambtenaren die gedurende een onafgebroken periode van drie jaar in fase 1 van de reorganisatie (dus tot 1 juli 2016) die functie op tijdelijke basis hebben waargenomen. Daarbij is noodzakelijk dat - voor zover hier van belang - wordt vastgesteld dat door het uitoefenen van de tijdelijke werkzaamheden in overwegende mate is voldaan aan de niveaubepalende elementen van de gewenste functie.
3.3
Verweerder stelt zich op het standpunt dat eiser voorafgaand aan 1 juli 2016 niet gedurende drie aaneengesloten jaren in overwegende mate de niveaubepalende elementen van de functie Operationeel Expert Meldkamer zijn opgedragen en dat eiser dan ook niet in aanmerking komt voor toepassing van de NTT en de Aanvulling. De taken die eiser beschrijft zijn werkzaamheden die horen bij de functie van Senior Meldkamer.
Verweerder heeft toegelicht dat de CaCo een taak is binnen de Gemeenschappelijke Meldkamer. De taak was belegd bij de oude korpsfunctie Chef Meldkamer (de huidige LFNP-functie Operationeel Expert Meldkamer). Omdat er onvoldoende Chefs Meldkamer waren werd de CaCo-taak bij besluit van 21 februari 2011 (onder andere) ook bij Hoofdmedewerkers Meldkamer neergelegd. Gedurende de waarneming van de CaCo-taak ontvingen de Hoofdmedewerkers, waartoe eiser ook behoort, een toelage van € 150,- bruto per maand. Deze toelage was tijdelijk tot de plaatsing in de LFNP-functie Senior Meldkamer, omdat de taak vanaf dat moment onderdeel uitmaakt van de functie. Totdat hierover een nader besluit volgt loopt de toelage aan eiser uit coulance nog door.
3.4
De rechtbank kan verweerder hierin volgen. Verweerder heeft zich terecht op het standpunt gesteld dat uit hetgeen eiser heeft aangevoerd niet blijkt dat aan hem in de periode dat hij naast zijn formele functie werd ingezet als Caco de niveaubepalende elementen van de functie Operationeel Expert Meldkamer (Chef Meldkamer) in overwegende mate zijn opgedragen. Het gaat daarbij onder meer om - kortweg - organisatorische coördinatie en regiepositie in netwerken waaronder het analyseren en het initiëren van verbeteringen en het geven van adviezen ter verbetering van aanpak van meldkameractiviteiten. Dat, zoals eiser stelt, de werkzaamheden van de CaCo niet overeen komen met het gestelde in de takenmatrix van de Senior Meldkamer dient thans buiten beschouwing te blijven. Immers, de inhoud van deze functie is in het kader van deze procedure een gegeven.
5. Gelet op het voorgaande heeft verweerder het verzoek van eiser tot plaatsing in de functie Operationeel Expert Meldkamer op goede gronden afgewezen.
6. Het beroep is ongegrond.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. I.M. Ludwig, voorzitter, en mr. M. Munsterman en mr. Y.E. Schuurmans, leden, in aanwezigheid van mr. E. Naaijen-van Kleunen, griffier.
De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 14 november 2017, en is bij afwezigheid van de voorzitter getekend door mr. M. Munsterman.
griffier voorzitter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.