2.5.De burgerlijke rechtbank in eerste aanleg te Sarayköy (familiekamer) heeft (eveneens blijkens een overgelegde vertaling) bij besluit van 9 december 2015 (met rekestnummer “
2015/52” en besluitnummer “
2015/473,”hierna ook te noemen: het tweede Turkse vonnis) het eerste Turkse vonnis herroepen. In het tweede Turkse vonnis, met [vader] als eiser en [dochter] en [stiefvader] als gedaagden, en met daarin ook een (na te melden) rol van de Turkse hoofdofficier van justitie, staat onder meer (in vertaling):
“
OVERWEGENDE:
Gemachtigde van eiser heeft in zijn/haar verzoekschrift het volgende samengevat; dat de gedaagde [stiefvader] bij de genomen beschikking door de Burgerlijke Rechtbank in eerste Aanleg te Sarayköy, onder rekest nr. 2013/272 en besluit nr. 2014/172, de dochter van zijn cliënt de andere gedaagde [dochter] heeft geadopteerd, dat deze beschikking op formele vlakken veel onjuistheden bevat, dat het leeftijdsverschil tussen de geadopteerde en de adoptie ouder minder dan achttien levensjaren bevat, dat volgens art. 308/1 van het Turks Burgerlijk Wetboek het minimum leeftijdsverschil tussen de geadopteerde en adoptieouder achttien levensjaren moet zijn, dat de geboortedatum van [stiefvader] 10/06/1979 is, en de geadopteerde [dochter] geboren is op 06/04/1995, dat de gedaagde Ali 15 jaar en 10 maanden ouder is dan de gedaagde Ayşe en ondanks dit gegeven een formele fout is gemaakt en tot adoptie is besloten,[…]
“
De hoofdofficier van Justitie van het Gerechtshof te Sarayköy heeft in zijn dagvaarding op d.d. 20.08.2015 en rekest nr. 2015/ 406 en rol nr. 2015/2 gesteld;[…]
Dat de geadopteerde [dochter] is geboren op 06/04/1995 en de adoptie ouder [stiefvader] geboren is op 10/06/1979. Dat in art. 308 van het Turks Burgerlijk Wet de Wet onder nr. 4721 de voorwaarde wordt gesteld dat, “tussen de adoptie ouder en de geadopteerde moet minstens 18 levensjaren zitten”. En gezien dat de geadopteerde enkel 15 jaar jonger is dan de adoptie ouder en dat men in de ons rechtbank genomen beschikking aan de voorwaarde die gesteld is in art. 308 van Het Turks Burgerlijk Wetboek aan voorbij is gegaan. Dat deze onjuistheid door de Directoraat van de Afdeling Burgerlijke Zaken te district Sarayköy op d.d.
17/02/2015 met een brief onder kenmerknummer 89373111.85 aan de Hoofdofficier van Justitie is verzonden en vanaf die datum de juridische onjuistheid aan het licht is gekomen. Dat er in art. 308 van het Turks Burgerlijk Wetboek ook wordt gesteld dat indien er naast de gebreken die aanwezig
zijn ten aanzien van een adoptie ook sprake is van een beperking dat er dan door de Hoofdofficier van Justitie zelf of door andere belanghebbenden het verzoek kan worden ingediend om een adoptie te herroepen. Volgens art. 319 van diezelfde wet kan in samenhang met dit gegeven een jaar nadat men over de gronden van het herroepen van een adoptie te weten is gekomen en deze gronden na een termijn van vijf jaar nadat het vermeende adoptie is gerealiseerd komt te vervallen, het geen
wordt ook door onze rechtbank in overweging genomen en waarbij van ons rechtbank door middel van de bovengenoemde dagvaarding wordt verzocht om voor de goede maatschappelijke orde het adoptie ouder- kind relatie te verbreken en de adoptie te herroepen.”
“
REDENEN;
Na de gehouden zitting, de vergaarde bewijzen, het dossier in zijn geheel is bestudeerd is geconcludeerd dat de procedure volgens het Turkse Burgerlijk Wetboek een verzoekschriftprocedure betreft om het juridisch besloten adoptie te herroepen.
Na het bestuderen van het dossier is gebleken; dat de eiser een verzoekschrift op d.d. 12/02/2015 aan de rechter bij onze rechtbank heeft verzonden en daarin heeft verzocht; dat er in de zaak met rekest - 2013/272 en beschikkingsnummer 2014/172 welk door onze rechtbank is genomen de gedaagde [dochter] door de andere gedaagde [stiefvader] is geadopteerd, dat deze beschikking door onze rechtbank is genomen, dat het genomen besluit tegenstrijdig is met de artikelen die in het Turks Burgerlijk Wetboek zijn opgenomen, dat aan de hand van deze gronden het
genomen rechterlijk besluit aangaande de adoptie herroept moet worden en dit de gronden waren om deze procedure op te starten.
Tijdens de zitting die door ons rechtbank is gehouden is de in het verzoekschrift door eiser genoemde informatie en documentatie van de betreffende instanties opgevraagd. Wederom is het dossier die door de Hoofdofficier van Justitie van de Burgerlijke Rechtbank In Eerste Aanleg te Sarayköy is ingebracht die ook identiek is aan de eis van de eiser samengevoegd aan ons dossier gevoegd. Na het bestuderen van al de genoemde documentatie is geconcludeerd; dat aan de
voorwaarden die zijn gesteld in de wetten van het Turks Burgerlijk Wetboek aangaande de adoptie niet in zijn geheel zijn voldaan. Dat indien niet voldoende aan de gestelde eisen zijn voldaan bij een adoptie dat dan sprake is tegenstrijdigheden met de wet en dat dit niet bevorderlijk is voor een goede maatschappelijke orde. Wederom is in overweging genomen om de door ons rechtbank afgegeven besluit tot adoptie te herroepen. Er is in deze procedure die door eiser en de door de Hoofdofficier van Justitie van de Burgerlijke Rechtbank In Eerste Aanleg te Sarayköy aanhangig is gemaakt met de rol onder Rekest 2015/406 en met de dagvaarding 2015/2 het besloten tot toekenning van het verzoek en is het besluit als hieronder gevormd.
BESLUIT;
In de door eiser ingediend verzoek die is samengevoegd met ons rekest - 2015/324
en besluitnummer 2015/300 vergezeld met de door de Hoofdofficier van Justitie bij de Rechtbank Burgerlijke Zaken In Eerste Aanleg te Sarayköy onder Rekest - 2015/406 en dagvaardingsnummer.2015/2 tot
TOEKENNING VAN HET VERZOEK;
Het besluit van ons Rechtbank welk is genomen met rekestnummer 2013/272 en
besluitnummer 2014/172 aangaande de adoptie van [dochter] door [stiefvader] te herroepen.”
Het tweede Turkse vonnis gaat vergezeld van (in vertaling) een “akte kracht van gewijsde waarbij vermeld staat:
“D
eze beschikking die is genomen door onze rechtbank op d.d. 09/12/2015, welk is betekend op 25/02/2016 en met de stelling ‘Doordat partijen niet in appèl gaan wordt het besluit bekrachtigd’ wordt hierbij bekrachtigd dat deze beschikking op 11/03/2016 in kracht van gewijsde is gegaan.04.04.2016.”