Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verloop van de procedure
- het inleidend exploot van dagvaarding d.d. 14 november 2016;
- het verstekvonnis d.d. 9 december 2016;
- het verzoekschrift van [gedaagde] d.d. 1 maart 2017;
- de beschikking van de kantonrechter te Rotterdam ex artikel 69 Rv. d.d.
- het verzetexploot d.d. 3 april 2017;
- het tussenvonnis d.d. 26 april 2017, waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- het proces-verbaal van de op 22 mei 2017 gehouden comparitie van partijen;
- de brief van de gemachtigde van SOR d.d. 24 mei 2017, waarbij de uitspraak van de kantonrechter ‘s-Hertogenbosch d.d. 1 december 2016 in het geding is gebracht.
2.De vaststaande feiten
€ 148,48. De Huurcommissie heeft tot die halvering besloten, omdat SOR geen facturen van de kosten van warmtelevering heeft overgelegd en de Huurcommissie als vergoeding voor het gasverbruik voor verwarming 50% van de verbruikkosten aanhoudt.
de kosten van het geding veroordeeld.
3.Het geschil en de stellingen van partijen
4.De beoordeling
- kosten voor nutsvoorzieningen met een individuele meter: de vergoeding in verband met de levering van elektriciteit, gas en water voor het verbruik in het woonruimtegedeelte van het gehuurde op basis van een zich in dat gedeelte bevindende individuele meter;
- servicekosten: de vergoeding voor de overige zaken en diensten die geleverd worden in verband met de bewoning van de woonruimte.
in ieder gevalwordt aangemerkt als servicekosten als bedoeld in artikel 7:237 lid 3 BW. De bijlage bij dat besluit is gewijzigd bij Besluit van 17 juni 2014 tot wijziging van het Besluit servicekosten en het besluit huurprijzen woonruimte in verband met de modernisering en vereenvoudiging van de werkwijze van de huurcommissie (Stb. 2014/218).
“zodat ook vergoedingen voor andere in verband met de bewoning van de woonruimte geleverde zaken en diensten dan de in de bijlage opgesomde, als servicekosten in de zin van artikel 237 lid 3 BW in rekening kunnen worden gebracht”,aldus de Nota van Toelichting.
Kamerstukken II,2017/18, 34 723). Dat wetsontwerp keert in feite terug naar de oude situatie, waarbij de Huurcommissie de bevoegdheid krijgt om de kosten van de warmtelevering te toetsen.
5.De beslissing
donderdag 9 november 2017 te 14.30 uuropdat SOR zich schriftelijk kan uitlaten, zoals hiervoor in rechtsoverweging 4.8. bedoeld;