Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verloop van de procedure
2.De feiten
3.Het verzoek en de grondslag daarvan
- te verklaren voor recht dat er geen sprake is van een dringende reden voor het op of omstreeks 31 mei 2017 door Mendix gegeven ontslag;
- Mendix te veroordelen tot betaling van de wettelijke transitievergoeding, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 1 juli 2017 tot de dag van algehele voldoening gezien het bepaalde in artikel 7:686a lid 1 BW;
- Mendix te veroordelen tot betaling van de billijke vergoeding van € 50.000,- bruto, althans een in goede justitie te bepalen vergoeding en te bepalen dat indien en voor zover genoemde vergoeding niet uiterlijk binnen 7 dagen na het betekenen van de uitspraak is voldaan, Mendix de wettelijke rente daarover verschuldigd is;
- Mendix te veroordelen tot betaling van de gefixeerde schadevergoeding ex artikel 7:672 lid 10 BW vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 mei 2017 tot de dag van algehele voldoening gezien het bepaalde in artikel 7:686a lid 1 BW;
- voor recht te verklaren dat Mendix aan het tussen partijen overeengekomen relatiebeding geen rechten meer kan ontlenen daar sprake is van ernstig verwijtbaar handelen van Mendix als bedoeld in 7:653 lid 4 BW;
- voor zover het hiervoor verzochte niet toewijsbaar zou zijn, doch aan [verzoeker] geen ernstig verwijt zou kunnen worden gemaakt, voor recht te verklaren dat er geen sprake is van een dringende reden voor het op of omstreeks 31 mei 2017 door Mendix aan [verzoeker] gegeven ontslag;
- Mendix te veroordelen tot betaling van een billijke vergoeding van € 10.000,- bruto, althans een in goede justitie te bepalen vergoeding en te bepalen dat indien en voor zover genoemde vergoeding niet uiterlijk binnen 7 dagen na het betekenen van de uitspraak is voldaan, Mendix de wettelijke rente daarover verschuldigd is;
- Mendix te veroordelen tot betaling van de gefixeerde schadevergoeding ex artikel 7:672 lid 10 BW vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 mei 2-017 tot de dag van algehele voldoening gezien het bepaalde in artikel 7:686a lid 1 BW;
- Mendix te veroordelen tot het betalen van € 2.500,- terzake vergoeding van door [verzoeker] noodzakelijk gemaakte kosten voor rechtsbijstand voorafgaand aan de onderhavige procedure, en te bepalen dat indien en voor zover genoemde vergoeding niet uiterlijk binnen 7 dagen na het betekenen van de uitspraak is voldaan, Mendix de wettelijke rente daarover aan [verzoeker] verschuldigd is;
- Mendix te veroordelen in de kosten van deze procedure, met de bepaling dat indien en voor zover deze kosten niet uiterlijk binnen 7 dagen na het betekenen van de uitspraak zijn voldaan, Mendix de wettelijke rente daarover aan [verzoeker] verschuldigd is.
- Mendix te veroordelen tot het betalen van de kosten vallende na de uitspraak te begroten op € 131,- zonder betekening en op € 199,- met betekening van de in dezen te wijzen uitspraak, met bepaling dat indien en voor zover deze kosten niet uiterlijk binnen 7 dagen na het betekenen van de in dezen te wijzen beschikking zijn voldaan, Mendix de wettelijke rente daarover aan [verzoeker] verschuldigd is;
- De te wijzen uitspraak, voor zoveel mogelijk, uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.