3.2Deze regels zijn neergelegd in het Dagloonbesluit Werknemersverzekeringen (DLB), zoals dit gold ten tijde in geding (10 januari 2016).
Op grond van artikel 1, aanhef en onder a, van het DLB wordt in dit besluit onder aangiftetijdvak verstaan: het tijdvak van vier weken danwel één maand waarop de aangifte waarop de ingehouden loonbelasting wordt afgedragen betrekking heeft, danwel indien de werkgever over een afwijkend tijdvak aangifte doet, het tijdvak waarover loon is betaald van één of vier weken of herleid tot één maand of vier weken.
Op grond van artikel 13, eerste lid, van het DLB wordt onder referteperiode verstaan de periode van één jaar die eindigt op de laatste dag van het aangiftetijdvak voorafgaande aan het aangiftetijdvak waarin de arbeidsongeschiktheid is ingetreden.
Op grond van artikel 14, aanhef, van het DLB wordt onder loon verstaan loon in de zin van artikel 16 van de Wet financiering sociale verzekeringen.
Op grond van artikel 15, eerste lid, van het DLB wordt de werknemer geacht zijn loon te hebben genoten in het aangiftetijdvak waarover een werkgever van dat loon opgave heeft gedaan.
Op grond van artikel 16, eerste lid, van het DLB, voor zover hier van belang, is het dagloon van de uitkering op grond van de Wet WIA de uitkomst van de volgende berekening:
[(A - B) x 108/100 + C] / D
A staat voor het loon dat de werknemer in de referteperiode heeft genoten bij een werkgever die vakantiebijslag reserveert;
B staat voor de bedragen aan vakantiebijslag die de werknemer in de referteperiode heeft genoten;
C staat voor het loon dat de werknemer in de referteperiode heeft genoten bij een werkgever die geen vakantiegeld reserveert; en
D staat voor 261.
Artikel 17, eerste dag, van het DLB luidt als volgt:
1. Indien de werknemer in een aangiftetijdvak in de referteperiode geen loon of minder loon heeft genoten in verband met verlof of omdat hij de bedongen arbeid niet heeft verricht wegens ziekte wordt bij de berekening van het dagloon, bedoeld in artikel 16, eerste lid, als loon in dat aangiftetijdvak in aanmerking genomen het loon, genoten bij dezelfde werkgever in het laatste aan dat verlof of die ziekte, voorafgaande en volledig in de referteperiode gelegen aangiftetijdvak, waarin die omstandigheid zich niet heeft voorgedaan en waarin de werknemer het volledige aangiftetijdvak in dienstbetrekking tot de desbetreffende werkgever stond.
2 Indien er geen voorafgaand aangiftetijdvak als bedoeld in het eerste lid is, wordt bij de berekening van het dagloon, bedoeld in artikel 16, eerste lid, het loon in aanmerking genomen bij dezelfde werkgever over het aangiftetijdvak direct na afloop van dat verlof of die ziekte, indien:
a. dat aangiftetijdvak geheel gelegen is in de referteperiode, en
b. de werknemer gedurende het volledige aangiftetijdvak in dienstbetrekking tot de desbetreffende werkgever stond.
3 Indien er geen aangiftetijdvak is als bedoeld in het eerste of tweede lid, wordt voor ieder in de referteperiode gelegen aangiftetijdvak waarin door de werknemer geen of minder loon is genoten in verband met de in het eerste lid genoemde omstandigheden, bij de berekening van het dagloon het per aangiftetijdvak geldende overeengekomen loon in aanmerking genomen.
4 Dit artikel blijft buiten toepassing indien:
a. de toepassing van dit artikel leidt tot een lager dagloon, of
b. gedurende het aangiftetijdvak, bedoeld in het eerste lid, het te vervangen loon mede bestaat uit een uitkering in verband met de omstandigheden, bedoeld in het eerste lid.”
4. Beoordeling