ECLI:NL:RBROT:2017:7039
Rechtbank Rotterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het wrakingsverzoek wegens ontbreken advocaat
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 18 juli 2017 uitspraak gedaan over een wrakingsverzoek van een verzoeker tegen mr. M.E.I. Beudeker, die ten tijde van de indiening van het wrakingsverzoek rechter was in de rechtbank Rotterdam, team jeugd. De verzoeker had zijn wrakingsverzoek ingediend zonder bijstand van een advocaat, terwijl in de procedure waarin hij het verzoek deed, procesvertegenwoordiging door een advocaat verplicht was. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoeker niet heeft voldaan aan de wettelijke vereisten voor het indienen van een wrakingsverzoek, zoals vastgelegd in artikel 278, lid 3 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De verzoeker kreeg de gelegenheid om het verzuim te herstellen, maar heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt. Hierdoor heeft de rechtbank de verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn wrakingsverzoek.
Daarnaast overweegt de rechtbank dat het verzoek tot wraking van de griffier geen wettelijke grondslag heeft. Tevens is opgemerkt dat mr. Beudeker sinds 1 juli 2017 niet meer werkzaam is bij de rechtbank Rotterdam, wat ook een reden is voor de niet-ontvankelijkheid van het verzoek. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer voor wrakingszaken en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.