Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 31 januari 2017, met producties;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- het tussenvonnis (de brief) van 10 mei 2017, waarbij een comparitie van partijen is bepaald;
- de brief van de rechtbank van 7 juli 2017, waarbij een zittingsagenda aan partijen is toegezonden;
- de brief van mr. Krumpelman van 3 augustus 2017, waarbij producties 15 tot en met 17 in het geding zijn gebracht;
- de brief van mr. Van Londen van 7 augustus 2017, waarbij productie G20 in het geding is gebracht;
- de brief van mr. Krumpelman van 8 augustus 2017, waarbij productie 18 en een memo ten behoeve van de comparitie van partijen in het geding zijn gebracht;
- het proces-verbaal van de comparitie van partijen, gehouden op 22 augustus 2017;
- de ter zitting door mr. Van Londen overgelegde pleitnotities;
- het faxbericht van mr. Krumpelman van 28 augustus 2017, waarin opmerkingen over het proces-verbaal zijn gemaakt;
- het faxbericht van mr. Van Londen van 29 augustus 2017, waarin opmerkingen over het proces-verbaal zijn gemaakt;
- het faxbericht van mr. Krumpelman van 29 augustus 2017, waarin hij heeft medegedeeld geen bezwaren te hebben tegen de opmerkingen van mr. Van Londen;
- het faxbericht van mr. Van Londen van 30 augustus 2017, waarin zij heeft vermeld geen opmerkingen te hebben over het faxbericht van mr. Krumpelman van 28 augustus 2017.
2.De feiten
(…)
Door franchisegever zullen aan andere franchisenemers onder soortgelijke omstandigheden in dezelfde contractperiode geen andere voorwaarden worden gesteld dan die worden genoemd in deze overeenkomst, onverminderd het recht van gever om gedurende de duur van de overeenkomst in bedoelde voorwaarden wijzigingen te brengen, indien een daadwerkelijke wijziging in het systeem dit in redelijkheid rechtvaardigt.
3.Het geschil
4.De beoordeling
904,00(2,0 punten × tarief € 452,00)