Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 1 september 2017 in de zaak tussen
de heffingsambtenaar van de gemeente [plaats], verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Nu verweerder dit standpunt na instelling van het beroep heeft ingenomen, is de rechtbank van oordeel dat het bestreden besluit voor vernietiging in aanmerking komt. De rechtbank zal het beroep gegrond verklaren.
de grond gelegen in het [adres] te [plaats] (..) aan de Stichting statutair gevestigd te [plaats], voor een duur van vijfentwintig jaar verminderd met de periode vanaf1 februari 2015 tot heden en eindigt op 31 januari 2040.”
1. erfpachter is verplicht op de Onroerende Zaak:
1. Belastingplichtig voor de precariobelasting is het lichaam dat of de ondernemer die één of meer voorwerpen heeft onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, dan wel degene ten behoeve van wie één of meer voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond worden aangetroffen.
2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van één of meer voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.
Ter uitvoering van de verplichting heeft de Stichting eiseres opdracht gegeven het paviljoen met terras te bouwen.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit voor zover dit ziet op de aanslagen precariobelasting;
- vernietigt de aanslag voor zover deze ziet op de aanslagen precariobelasting;
- bepaalt dat verweerder aan eiseres het betaalde griffierecht van € 333,- vergoedt;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten tot een bedrag van € 990,- te betalen aan eiseres.