ECLI:NL:RBROT:2017:5507
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep tegen sluiting van café na geweldsincident
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 19 juli 2017 uitspraak gedaan over de sluiting van een café in Dordrecht, die was opgelegd door de burgemeester na een ernstig geweldsincident in de nabijheid van het café. Eiser, de exploitant van het café, had beroep ingesteld tegen het besluit van de burgemeester om het café voor zes weken te sluiten. De rechtbank heeft vastgesteld dat het primaire besluit van 15 april 2016, dat de sluiting van het café inhield, was genomen naar aanleiding van een rapportage van de politie over het geweldsincident op 17 mei 2015. Eiser voerde aan dat de besluitvorming onzorgvuldig was en dat zijn medewerkers niet op de hoogte waren van het incident.
De rechtbank heeft echter geoordeeld dat eiser geen voldoende belang had bij een inhoudelijke beoordeling van zijn beroep, omdat de sluiting van het café al in het verleden lag en de benodigde vergunningen ten tijde van de sluiting al waren ingetrokken. Eiser kon met zijn beroep niet bereiken dat hij het café alsnog kon exploiteren. De rechtbank concludeerde dat het beroep niet-ontvankelijk was, wat betekent dat de rechtbank niet verder inging op de inhoudelijke argumenten van eiser. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met mr. D. Brugman als voorzitter, en de leden mr. H. Bedee en mr. R.H.L. Dallinga. De beslissing werd openbaar uitgesproken en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.