ECLI:NL:RBROT:2017:5426
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van bezwaar tegen besluit inzake PLB-vergunning
In deze zaak heeft eiser, een particulier, een vergunning aangevraagd voor een Personal Locator Beacon (PLB) en heeft hij een machtiging afgegeven voor het jaarlijks afschrijven van de verschuldigde vergoeding. Na het verlenen van de vergunning heeft verweerder, het Agentschap Telecom, een factuur gestuurd voor het jaartarief van de PLB-vergunning. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen deze factuur en heeft een doorlopende machtiging afgegeven, maar heeft later het geïncasseerde bedrag laten storneren. Verweerder heeft eiser in de gelegenheid gesteld om een zienswijze in te dienen tegen het voornemen om de vergunning in te trekken, maar heeft uiteindelijk het bezwaar van eiser niet-ontvankelijk verklaard.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de brief van verweerder van 18 augustus 2016 niet kan worden aangemerkt als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank concludeert dat de brief geen rechtsgevolg heeft en dat verweerder terecht heeft gesteld dat er geen twijfel mogelijk is dat de bezwaren van eiser niet kunnen leiden tot een ander besluit. Eiser heeft aangevoerd dat de brief wel degelijk een besluit is en dat het dictum ‘kennelijk niet-ontvankelijk’ misbruik van recht zou opleveren, maar de rechtbank heeft deze stellingen verworpen.
De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan op 20 juli 2017 door mr. A.I. van Strien, rechter, in aanwezigheid van R.P. Evegaars, griffier. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven.