ECLI:NL:RBROT:2017:5203
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep wegens niet tijdig beslissen op aanvraag uitkering Participatiewet
In deze zaak heeft eiseres, een persoon die een uitkering op grond van de Participatiewet (Pw) heeft aangevraagd, beroep ingesteld wegens het uitblijven van een besluit op haar aanvraag. De rechtbank ontving het beroepschrift op 16 januari 2017, nadat eiseres op 13 januari 2017 had gecommuniceerd dat het bestuursorgaan in gebreke was. De verweerder, het Drechtstedenbestuur, had eerder al besluiten genomen op 5 augustus 2016 en 21 december 2016, waarbij de aanvraag van eiseres respectievelijk buiten behandeling werd gesteld en later een uitkering werd toegekend vanaf 18 november 2015.
Tijdens de zitting op 29 mei 2017 heeft eiseres aangevoerd dat zij recht had op een uitkering voor de maand juni 2016, maar de rechtbank oordeelde dat het beroep wegens het uitblijven van een besluit niet-ontvankelijk was, omdat er al besluiten waren genomen voordat het beroep was ingesteld. De rechtbank concludeerde dat het betoog van eiseres over de maand juni 2016 niet in deze procedure kon worden betrokken, aangezien dit niet relevant was voor de ontvankelijkheid van het beroep.
De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling en heeft het beroep van eiseres niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is gedaan door rechter mr. E. Lunenberg en is openbaar uitgesproken op 7 juli 2017. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.