Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het inleidend exploot van dagvaarding van 4 augustus 2016 met producties;
- de conclusie van antwoord met producties;
- de brief van de rechtbank van 27 januari 2017, waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- het proces-verbaal van comparitie van 16 mei 2017 en de daarin genoemde stukken.
2.De feiten
(…)
een Fase:
het gedeelte van het Verkochte, dat op basis van de Samenwerkingsovereenkomst Bedrijvenpark Prisma door CV Prisma aan Maasstede zal worden geleverd.
(…)
Samenwerkingsovereenkomst Bedrijvenpark Prisma:de tussen onder andere Maasstede en CV Prisma gesloten samenwerkingsovereenkomst de dato zeven februari tweeduizend zes.
De koopprijs voor het Verkochte sub e tot en met h bedraagt (…) EUR 7.350.605,45), exclusief omzetbelasting.
Wij hebben dit tijdens de onderhandelingen in 2006 uitvoerig besproken, hetgeen uiteindelijk heeft geleid tot de Akte.
In het zogenaamde aanhangsel behorende bij de samenwerkingsovereenkomst tussen [eiser] en Maasstede Vastgoedontwikkeling d.d. 19 april 2000 (…) zijn partijen overeengekomen dat Maasstede een bedrag ter grootte van ƒ 80 per m2 betaalt voor de bij [eiser] in eigendom zijnde gronden en met betrekking tot de gronden van de Rotterdamse Vereniging Blindenbelangen het surplus ad ƒ 35 per m2 zou worden betaald.
Juist om discussie te voorkomen over betaling van de tweede tranche zijn in de correspondentie tussen mijn voormalige kantoorgenoot mr. J.J. Suyver, ondergetekende en uw toenmalige raadsman mr. H.J. Breeman hierover afspraken gemaakt.
: “In eerdere versies van artikel 3.2 was niet het totaalbedrag genoemd, maar was door de notaris slechts als hulpmiddel de berekening die uitmondde in het totaalbedrag gemaakt. Ik ga ervan uit dat u in staat bent om op basis van de in de akte genoemde bedragen zelf een totaal berekening te maken.”
3.Het geschil
€ 1.521.720,20, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente, althans de wettelijke rente, over dit bedrag vanaf 1 juni 2016 tot en met de dag van algehele voldoening en met de buitengerechtelijke incassokosten à € 6.775,--, alsmede de beslagkosten en Maasstad c.s. hoofdelijk, zodanig dat als de een heeft betaald de anderen zijn gekweten, te veroordelen in de proceskosten en de nakosten à € 131,-- (althans € 199,-- indien betekening van het vonnis dient plaats te vinden), onder bepaling dat indien de proces- en nakosten niet uiterlijk op de 14e dag na het in deze te wijzen vonnis zijn betaald, vanaf de 15e dag de wettelijke rente over de proces- en nakosten zal zijn verschuldigd.
4.De beoordeling
De advocaat van [eiser] heeft tijdens de onderhandelingen over de akte blijkens zijn brief van 20 maart 2006 (zie hiervoor onder rechtsoverweging 2.8) uitdrukkelijk aangedrongen op het opnemen van een einddatum in artikel 3.2 van de akte ‘
teneinde zeker te zijn dat op die datum alle verkochte m2 zijn betaald’, dit ‘
om te voorkomen dat allerlei niet uitgeefbare stukjes voor wegen, bermen, watergangen, reststukjes en dergelijke een zwevend bestaan blijven leiden’. Dit ondersteunt de stelling van [eiser] dat de eindafrekening van artikel 3.2 van de akte ziet op alle vierkante meters van het Verkochte, die door Maasstede Bleiswijk zijn doorgeleverd aan Prisma.
In een eerder concept van artikel 3.2 (zie hiervoor onder rechtsoverweging 2.4) is een berekening opgenomen uitgaande van alle vierkante meters van het Verkochte uitmondend in een totaalbedrag. Als de raadsman van [eiser] verzoekt om dit na verwijdering weer op te nemen (zie de in rechtsoverweging 2.8 aangehaalde brief van 19 mei 2006), wijst de raadsman van Maasstede Bleiswijk dit in zijn brief van 24 mei 2006 van de hand met de opmerking dat hij ervan uitgaat ‘
dat u in staat bent om op basis van de in de akte genoemde bedragen zelf een totaal berekening te maken.’Deze reactie strookt niet met het thans door Maasstede c.s. ingenomen standpunt dat de vergoeding in artikel 3.2 van de akte alleen over de commercieel uitgeefbare meters dient te worden betaald. Het stond immers toen nog niet vast welke meters wel en niet commercieel uitgeefbaar zouden zijn. Bovendien is in de eerdere brief van 20 maart 2006 uitdrukkelijk erop gewezen dat
alleverkochte vierkante meters moeten worden betaald om te voorkomen dat allerlei niet uitgeefbare stukjes (voor wegen etcetera) een zwevend bestaan zouden gaan leiden.
5.De beslissing
2 augustus 2017voor het nemen van een akte door [eiser] over hetgeen is vermeld in r.o. 4.9;
Administratie haven en handel, afdeling planningsadministratie, kamer E12.43, Postbus 50954, 3007 BR Rotterdam, faxnummer 088-36 10555 -de namens haar te horen getuigen en de verhinderdagen van de getuigen, alle partijen en hun advocaten in de maanden juli 2017 tot en met december 2017 moet opgeven, waarna dag/dagen en uur van het getuigenverhoor zal worden bepaald;
Administratie haven en handel, afdeling roladministratie, kamer E12.55, Postbus 50954, 3007 BR Rotterdam, faxnummer 088-36 10554- en aan de wederpartij moet opgeven, waarna de verdere procesvoering zal worden bepaald;
Administratie haven en handel, afdeling planningsadministratie, kamer E12.43, Postbus 50954, 3007 BR Rotterdam, faxnummer 088-36 10555- en de wederpartij moeten toesturen;