3.2Verder heeft [verzoeker] verzocht bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
de arbeidsovereenkomst ingevolge artikel 7:671c lid 1 BW tegen een door de kantonrechter te bepalen datum te ontbinden,
Swemmer te veroordelen om aan [verzoeker] conform artikel 7:671c lid 2 sub b BW een billijke vergoeding te betalen van € 50.000,- bruto dan wel een bedrag dat de kantonrechter rechtens billijk voorkomt, onder verstrekking van een deugdelijke bruto/netto specificatie,
subsidiair, namelijk voor het geval de kantonrechter de ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van artikel 7:671c lid 1 BW niet toewijst:
c) de arbeidsovereenkomst ingevolge artikel 7:686 BW tegen een door de kantonrechter te bepalen datum te ontbinden,
d) Swemmer te veroordelen om aan [verzoeker] conform artikel 7:671c lid 2 sub b BW een billijke vergoeding te betalen van € 50.000,- bruto dan wel een bedrag dat de kantonrechter rechtens billijk voorkomt, onder verstrekking van een deugdelijke bruto/netto specificatie,
zowel primair als subsidiair:
e) Swemmer te veroordelen tot betaling aan [verzoeker] van de transitievergoeding op grond van artikel 7:673 BW, te weten € 16.971,02 bruto, binnen uiterlijk vijf dagen na dagtekening van de te wijzen beschikking, onder verstrekking van een deugdelijke bruto/netto specificatie,
f) Swemmer te veroordelen tot betaling aan [verzoeker] van het achterstallige loon vanaf 1 juli 2016 tot en met 20 augustus 2016, te weten € 3.186,26 bruto, binnen uiterlijk vijf dagen na dagtekening van de te wijzen beschikking, onder verstrekking van een deugdelijke bruto/netto specificatie,
g) Swemmer te veroordelen tot betaling aan [verzoeker] van het vakantiegeld van 2015/ 2016, te weten € 2.057,10 bruto, binnen uiterlijk vijf dagen na dagtekening van de te wijzen beschikking, onder verstrekking van een deugdelijke bruto/netto specificatie,
h) Swemmer te veroordelen tot verstrekking van een eindafrekening binnen één maand na de ontbindingsdatum, waarin in ieder geval de uitbetaling van de openstaande vakantiedagen en pro rata vakantiegeld 2016/2017 worden meegenomen, op straffe van een dwangsom van € 500,- voor elke dag of deel daarvan dat Swemmer daarmee na betekening van de te wijzen beschikking in gebreke blijft,
i. i) Swemmer te veroordelen tot betaling aan [verzoeker] van de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW ad 50% over de onder f genoemde post,
j) Swemmer te veroordelen tot betaling aan [verzoeker] van de buitengerechtelijke kosten over de onder f genoemde post, te weten € 443,60 (exclusief BTW),
k) Swemmer te veroordelen tot betaling aan [verzoeker] van de wettelijke rente over de onder e, f, g, en i gevorderde bedragen vanaf de dag dat die bedragen zijn verschuldigd, en
l) Swemmer te veroordelen in de proceskosten, nakosten, het salaris van de gemachtigde van [verzoeker] en het griffierecht daaronder begrepen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na dagtekening van de te wijzen beschikking.