ECLI:NL:RBROT:2017:3549

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
10 mei 2017
Publicatiedatum
10 mei 2017
Zaaknummer
C/10/507559 / HA ZA 16-780
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid en contractuele verplichtingen in de scheepvaartsector met betrekking tot de Overeenkomst tussen OSA en MOL (Europe) B.V.

In deze zaak vordert de Overseas Shippers Association Limited (OSA) betaling van MOL (Europe) B.V. (MOLE) op basis van een overeenkomst die op 28 mei 2015 is gesloten. OSA stelt dat zij recht heeft op een vergoeding van USD 49.225,--, alsmede buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten, omdat MOLE niet heeft voldaan aan de betalingsverplichtingen die voortvloeien uit de overeenkomst. De rechtbank heeft vastgesteld dat OSA en MOLE een raamovereenkomst hebben gesloten waarin is bepaald dat OSA recht heeft op een 'Volume Incentive Discount' (VID) van USD 50,-- per TEU. OSA heeft MOLE facturen gestuurd voor de VID, maar MOLE heeft deze niet betaald, ondanks meerdere aanmaningen.

MOLE voert verweer en stelt dat zij niet de contractuele wederpartij is van OSA, maar dat dit MOL is. MOLE betwist ook de hoogte van de vordering en stelt dat OSA tekort is geschoten in haar verplichtingen door niet het gegarandeerde volume van 2.425 TEU te boeken. De rechtbank oordeelt dat MOLE als contractspartij gebonden is aan de overeenkomst en dat de vordering van OSA tot betaling van USD 35.050,-- onbetwist is. De rechtbank wijst de vordering van OSA toe en verplicht MOLE tot betaling. In reconventie vordert MOLE schadevergoeding van OSA, maar de rechtbank houdt verdere beslissingen aan.

De zaak draait om de vraag of MOLE als agent van MOL kan worden aangemerkt als contractspartij en of OSA haar verplichtingen is nagekomen. De rechtbank concludeert dat MOLE als contractspartij moet worden beschouwd en dat OSA niet heeft voldaan aan de garantie van het boeken van het afgesproken volume. De zaak wordt verwezen naar de rol voor verdere bewijsvoering.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team haven en handel
zaaknummer / rolnummer: C/10/507559 / HA ZA 16-780
Vonnis van 10 mei 2017
in de zaak van
de vennootschap naar het recht van het land van haar vestiging
OVERSEAS SHIPPERS ASSOCIATION LIMITED,
gevestigd te Liverpool, Engeland, Verenigd Koninkrijk,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. R.L. Latten te Rotterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MOL (EUROPE) B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
gedaagde,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. A. Jumelet te Rotterdam.
Partijen zullen hierna OSA en MOLE genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 26 juli 2016;
  • de akte van OSA houdende overlegging van acht producties;
  • de akte houdende wijziging van eis ex art. 130 Rv van OSA, met twee producties;
  • de conclusie van antwoord in conventie tevens conclusie van eis in reconventie, met zeven producties;
  • het vonnis (de brief) van 14 december 2016 waarbij een comparitie van partijen is gelast;
  • de zittingsagenda;
  • de conclusie van antwoord in reconventie;
  • de akte wijziging van eis in reconventie, met twee producties;
  • de spreekaantekeningen van de advocaat van MOLE;
  • het proces-verbaal van comparitie van 27 maart 2017.
1.2.
Op de comparitie is vonnis bepaald.

2.De vaststaande feiten

2.1.
OSA is een inkooporganisatie die zich ten doel stelt zo goedkoop mogelijke vrachttarieven voor containervervoer ten behoeve van haar leden, circa 180 verhuisbedrijven die over de hele wereld gevestigd zijn, af te spreken.
2.2.
MOLE is de cargadoor of vaste agent in Nederland van de in Japan gevestigde lijndienstzeevervoerder Mitsui OSK Lines Ltd. (hierna: MOL).
2.3.
Op 4 november 2014 stuurt [persoon 1] (hierna: [persoon 1] ), commercieel operationeel manager bij OSA, een e-mail aan [persoon 2] (hierna: [persoon 2] ), manager inside sales van MOL (Europe) Ltd, de agent van MOL in het Verenigd Koninkrijk. Deze e-mail luidt - aangehaald voor zover relevant - als volgt:

Subject:OSA 2015 Global Tender – MOL
Dear [persoon 2] ,
Do trust you are doing fine. We are pleased in sending you herewith the pretender document for the
OSA 2015 tender.Last contract year we have shipped
more then 60.000 teuof OSA commodities, removals and related articles, all around the world. The OSA commodities are light-weight cargo, approx. 3 tons per 20 ft and 7 tons per 40 ft. Our high seasons are your low seasons. Our tender contains worldwide oceanfreight rates as well as UK inland haulages. The contract year starts March 1st 2015 and ends February 28th 2016. Our main trades with last years volume (and mentioning potential volume), are:
[
volgt een opsomming van het aantal TEU’s per handelsroute; Rechtbank]
After we reached an agreement on the 2015 Terms and Conditions we need the attached document, with a signature on all pages and last document, to be returned by scanned mailcopy to our Rotterdam office […]
Only after receipt of this signed document we can release the access to the tender via ORIS [
OSA’s Rate Information System;Rechtbank] to you. […] Logins and a manual will be provided by us. ORIS is our tender and rating system via which the contracts will be handled. You will see that handling our tender via ORIS will be much easier compared with our previous provider GT Nexus. ORIS has been designed in close cooperation with carriers, who have experience with many different tender systems. This cooperation resulted in an easy to handle tender system. If there are any problems in signing this document please be in contact with our operational people.
[…]
The further planning is as follows:
Please return the signed 2015 Terms and conditions soonest.
December 19th final datereturning tender bit’s (Note that no extention can be give to this date. Rates which are not published in time will not taken into account).
Week 2 2014 – we will return any questions as well as our benchmarks to the lines
Week 4 2014 (January 19th – 23th) – tender meetings at the OSA office in Rotterdam
[…]”
Bij e-mail van 5 november 2014 antwoordt [persoon 2] [persoon 1] als volgt - aangehaald voor zover relevant:
“Thank you for the opportunity to be invited to the pre-tender process for the OSA 2015 traffic. We will be discussing the pre tender conditions with our Trade Management teams and will then respond accordingly.”
Op 7 november 2014 stuurt [persoon 1] aan [persoon 2] de volgende e-mail - aangehaald voor zover relevant:
“Good afternoon [persoon 2] ,
Just to be sure: for the Intra-Asia trade, same as this year, no volume incentive (VID) will be payable to OSA. All quoted rates for Intra-Asia should be showing nett in ORIS. Note: Intra-Asia is not Asia to/from Subcontinent nor Asia to/from Oceania.”
Op 20 november 2014 stuurt [persoon 1] aan [persoon 2] de volgende e-mail - aangehaald voor zover relevant:
“Can you update me on your internal discussion about our 2015 pre-tender document?”
Hierna stuurt [persoon 3] (hierna: [persoon 3] ), regional sales manager bij MOLE, op 3 december 2014 de volgende e-mail aan [persoon 1] - aangehaald voor zover relevant:
“Wij hebben via onze college;s in de UK onderstaande berciothgeving ontvangen mbt de a.s. OSA tender. Wij nemen graag deel aan ded 2015 tender en zullen de coordinate vanuit Rotterdam leiden.”
Deze e-mail beantwoordt [persoon 1] op 3 december 2014 met de volgende e-mail - aangehaald voor zover relevant:
“Dank voor je reactie. Inderdaad hebben wij MOL begin November uitgenodigd om deel te nemen. Wij hebben onze pre-tender condities naar zowel De UK als Rotterdam gestuurd. Zoals in de uitnodiging staat aangegeven, wordt jullie gevraagd de tender condities te accepteren. Na ontvangst van een getekend kopie, per email, zullen wij de financiële tender via ons rating systeem vrijgeven. […] Let op: de deadline om de tarieven in het systeem ingevoerd te hebben is 19-12[
-2014; Rechtbank]. […]”
Hierop reageert [persoon 3] bij e-mail van 3 december 2014 als volgt - aangehaald voor zover relevant:
“Dank hiervoor. Ik heb mijn collega in de UK gevraagd voor terugkoppeling mbt de condities. De tender zelf alsmede uitleg over upload in het daarvoor beschikbare tool is ons niet belend, dus hier is nog wel wat bij benodigd om de deadline van 19 Dec te kunnen halen. Graag verder uitleg, assistentie hiermee.[…]”
Het bij e-mail van 3 december 2014 gestuurde antwoord van [persoon 1] luidt als volgt - aangehaald voor zover relevant:
“Het tender document is naar uk en nl gestuurd. Zodra getekend, krijgen jullie uitleg over upload e.d. Belangrijkste is dat de terms geaccepteerd worden.”
Op 8 december 2014 stuurt [persoon 1] aan [persoon 3] de volgende e-mail - aangehaald voor zover relevant:
“ In bijlage onze uitnodiging van 4 november jl.. Deze is gestuurd aan [persoon 2] (UK) en [persoon 4] (NL).”
Op 11 december 2014 stuurt [persoon 1] aan [persoon 3] de volgende e-mail - aangehaald voor zover relevant:
“Wij zijn inmiddels weer een week verder. Heb jij nog feedback gekregen uit de UK of van Global tender centre?”
Op 19 december 2014 stuurt [persoon 1] aan [persoon 3] de volgende e-mail - aangehaald voor zover relevant:
“Wat zijn je plannen, wil je wel mee doen? Wat is/zijn de bottle-neck(s) op dit moment? Officieel is de deadline om alle tarieven in het systeem te hebben vandaag. Ik denk dat je misschien beter in eerste instantie,
op basis van onze T&C,kan aanbieden voor de trades
waarvoor je geïnteresseerd was/bent, in excel formaat. Als je dit dan voor de 31ste kan doen, dan nemen we deze nog mee in de tender. Tarieven zouden dan later in ons systeem gezet kunnen worden.”
Hierop antwoordt [persoon 3] [persoon 1] met de volgende e-mail van 19 december 2014 - aangehaald voor zover relevant:
“ mijn excuus. Heb helaas intern lang moeten wachten op feedback vanuit de UK mbt tender T&C. De officiele deadline gaan wij inderdaad niet meer halen. Wij maken echter graag gebruik van de mogelijkheid om te participeren of individuele trades. Onze aaandacht gaat hier speciaal uit naar Afrika, Oceanie alsmede Midden-Oosten. Verneem graag hoe wij dit verder kunnen oppakken wat het invullen van spreadsheets etc betreft. PS. Mijn collega [persoon 5] (ric) zal de tender intern coordineren dus belnagrijk dat hij in kopie blijft over het vervolg traject.”
Hierop antwoordt [persoon 1] [persoon 3] bij de volgende e-mail van 19 december 2014 - aangehaald voor zover relevant:
“ Oke. Duidelijk. Zou je willen voorstellen om bijgaande excel sheet in te vullen. Dit is de download van onze Engelse tender. Vriendelijk verzoek deze sheet intact te houden, zodat we tzt makkelijk kunnen uploaden naar ons systeem. Zie bijgaand de procurement requirements. Gelijk aan voorgaande jaren, dient de base rate inclusief de VID genoteerd te worden. Zoals eveneens besproken, is de officiële deadline vandaag 19 december 23.59 uur. Aangezien dit nooit haalbaar is, verzoeken wij je de tarieven op 31-12[
-2014; Rechtbank] uiterlijk naar ons gestuurd te hebben. Vertrouw erop dat alles duidelijk is, zo niet, hoor ik je graag.”
Op 31 december 2014 stuurt [persoon 5] (hierna: [persoon 5] ), medewerker van de afdeling Inside Sales van MOLE, aan [persoon 1] en [persoon 6] (hierna: [persoon 6] ), commercieel directeur bij OSA, de volgende e-mail - aangehaald voor zover relevant:
“ Bijgaand treft u onze aanbieding ten aanzien van de OSA 2015 Global tender. Tevens vind u bijgesloten onze aanbieding voor de UK Haulage. Graag vernemen wij uw feedback op onze aanbieding.”
2.4.
In de derde week van januari 2015 vindt op het kantoor van OSA in Rotterdam een bespreking plaats waarbij [persoon 3] en [persoon 5] van MOLE aanwezig zijn. Bij die gelegenheid deelt OSA mede dat de vrachttarieven van ook andere “carriers” op de betreffende trade in het ORIS-systeem zullen worden opgenomen.
Bij of kort na deze bespreking overhandigt OSA haar ledenlijst aan MOLE.
2.5.
Op 6 maart 2015 stuurt [persoon 1] een e-mail aan [persoon 5] en [persoon 3] . Deze e-mail luidt - aangehaald voor zover relevant - als volgt:
“We promised you to come back with the allocations on the main trades. Please find attached the allocations we need to have on the most important trades. The overview shows the fluctuating volume per week, based on the seasonality of the last two years. Please arrange that these volumes are allocated in your system for our members
.Trust that the attached is clear and to your understanding. Please let me know when you might have questions.”
Als bijlage bij deze e-mail ontvangt MOLE de toegewezen volumes/TEU’s per handelsroute per jaar.
2.6.
Op 28 mei 2015 sluit MOLE met OSA een overeenkomst die de titel draagt
“OSA Tender for year 1st March 2015 to 29th February 2016
Tender Conditions
Deze overeenkomst (prod. 2 OSA) wordt hierna in dit vonnis aangeduid als “de Overeenkomst”.
De contractuele wederpartij van OSA wordt in de Overeenkomst aangeduid als “Carrier”.
Op de regel onderaan de Overeenkomst die bestemd is voor de handtekening (
Signature) van de “Carrier” is de handtekening van [persoon 3] geplaatst. Direct daaronder is achter het woord “(Carrier)” “MOL Europe BV” geschreven. Direct daaronder is achter het woord “(Name)” “ [persoon 3] ” geschreven. Direct daaronder is achter het woord “(Title)” “Regional Sales Manager” geschreven. Daaronder is achter de woorden “Carrier Address” geschreven “ [adres] ”. Naast deze geschreven tekst is een stempel van MOLE geplaatst met de tekst “MOL (Europe) B.V. [adres] ”.
Clause 11 van de Overeenkomst luidt als volgt:
OSA VID:For ALL containers to/from ALL areas listed for ALL commodities quoted USD 50/teu volume incentive is payable to OSA monthly based on Carrier own records submitted to OSA, latest 3 weeks after month ending. Annually there will be a reconciliation against our members own records and a final adjustment. 1 x 20’ is 1 teu, 1 x 40’ (8’6’’ or 9’6’’ high) is 2 teu, and 1 x 45’ is 2.25 teu.
2.7.
Op 18 juni 2015 stuurt [persoon 1] een e-mail aan [persoon 5] . Deze e-mail luidt - aangehaald voor zover relevant - als volgt:
“De afgelopen weken hebben diverse account owners ons pro-active benaderd en verlagingen aangeboden op de Asia-Europe/Med trades, om zo ook het maximale uit ons drukke seizoen te halen. Ons high-season begint meestal half/eind mei en loopt tot mid/eind September. Reden hiervoor is duidelijk: de FAK markt was zo enorm gedaald en zij wilden onze cijfers ‘in lijn’ brengen. Om je inzicht te geven in welke tarieven de carriers ons aangeboden hebben.
OOCL, geldig tot eind Augustus, 350/700
NYK, geldig tot eind Augustus 400/800
Maersk, geldig tot eind September, 350/700
Hapag, geldig tot eind Augustus 400/800
MOL is redelijk nieuw bij ons. De mondelinge afspraak welke wij met onze ‘vaste’ carriers hebben, is dat als de markt echt flink omhoog gaat, zij ons mogen benaderen voor een verhoging, maar gaat de markt naar beneden, dan zullen wij hen ook kunnen benaderen voor een eventuele verlaging. Wij vernemen graag zo snel mogelijk of jullie ook een verlaging willen/kunnen doorvoeren.”
Kort hierop reageert [persoon 5] op deze e-mail door middel van telefonisch contact met [persoon 1] . [persoon 5] deelt hierbij mede dat niet wordt ingegaan op het voorstel tot tariefsverlaging en dat MOL/MOLE ervan uitgaat dat OSA en haar leden zich aan de prijsafspraken en de toegezegde hoeveelheden zullen houden. Hierop is de reactie van [persoon 1] dat hij dat laatste niet kan beloven en dat het denkbaar is dat de leden voortaan zullen kiezen voor de goedkopere vervoerders.
2.8.
Op 23 oktober 2015 stuurt [persoon 1] een e-mail aan [persoon 5] . Deze e-mail luidt - aangehaald voor zover relevant - als volgt:
“Begrijp van onze boekhouding dat jullie nog altijd deze facturen niet betaald hebben? Wil je aub nagaan en zorgen dat deze uiterlijk eind volgende week betaald zijn?”
Op 23 november 2015 stuurt [persoon 1] een e-mail aan [persoon 5] , [persoon 3] en [persoon 6] . Deze e-mail luidt - aangehaald voor zover relevant - als volgt:
“Ik heb van onze boekhouding begrepen dat onze facturen van juli (!) nog steeds niet zijn voldaan? Kopieën bijgaand. Afgelopen week zijn VID facturen gestuurd voor het tweede/derde kwartaal. Kopieën bijgaand. Momenteel staan jullie Usd 24.950 open, waarvan Usd 8.750 langer dan 120 dagen:
[…]
Wij verzoeken jullie nogmaals vriendelijk, doch dringend, om zorg te dragen dat de hele oude facturen voor het einde van de maand worden voldaan, voordat we andere stappen moeten gaan nemen.”
Op 30 november 2015 stuurt [persoon 3] een e-mail aan [persoon 6] en [persoon 1] . Deze e-mail luidt - aangehaald voor zover relevant - als volgt:
“We have recently discussed the proceedings surrounding the current OSA Tender with validity 1st March 2015 to 29th February 2016. After initial negotiations, we were informed on 06 March 2015 about the MOL allocations (refer attachement I). On June 18th, [persoon 1] approached us to inform us that several carriers had opened up the contracted rates on the Asia to Europe corridor and had adjusted these to lower levels (refer attachment II). Since our rates where contracted in mutual consent for a validity of 1 year, we maintained our position and respected the contracted conditions. Ever since this decision we have seen the bookings with MOL decline steadily. […] Based on our overall findings, we contacted your colleague [persoon 1] last October to inform you that MOL wished to terminate the contract based on non-performance. Initially the effective date of the termination would be Nov 1st, later-on delayed to Dec 1st to allow for sufficient notice. Although the amount of lost revenue for MOL for not receiving the contracted volumes exceeds the volume incentive payable towards OSA will by far, we confirmed to terminate not seeking additional compensation provided that OSA will not pursue pay out of any volume incentive YTD. You are therefore kindly requested to credit the invoices send sofar.”
Hierop antwoordt [persoon 6] [persoon 3] bij de volgende e-mail van 1 december 2015 - aangehaald voor zover relevant:
“With regards to the below we cancel the contracts as from today, as agreed in our pretender terms. In the attachment one we ask for following allocations, in no way there has been given any guarantee for volume. As it is clearly discussed during the meetings that we have multiple carriers on these trades and that the best will carry the most. Also we have warned u by telling u that other carriers reduced their rates but u ignored that fact. Also agreed in the tender terms and signed by you is the fact that notwithstanding the volume shipped or agreed VID will be paid from the first till last teu. We therefore request u to pay these invoices at once as there can not be any good reason to credit for us. Failure of such payment within 14 days will leave us with no alternative than to seek legal action to collect our money agreed as per contract.”

3.Het geschil

in conventie

3.1.
OSA vordert na eiswijziging dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis MOLE veroordeelt tot betaling aan OSA tegen behoorlijk bewijs van kwijting van:
USD 49.225,--, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW, althans de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW, met ingang van 30 dagen na de factuurdata, althans met ingang van de sommaties door OSA, althans met ingang van de dag van de dagvaarding, tot de dag van de algehele voldoening;
de buitengerechtelijke incassokosten ten bedrage van USD 1.125,--, althans van een zodanig bedrag als de rechtbank in goede justitie meent te behoren;
de proceskosten en de nakosten met ingang van veertien dagen na het vonnis.
3.2.
Hieraan legt OSA - samengevat - de volgende stellingen ten grondslag:
  • tussen OSA en MOLE is een raamovereenkomst (hierna: de Overeenkomst) tot stand gekomen op grond waarvan OSA gerechtigd is tot een vergoeding van € 50,-- per door een van haar leden geboekte containereenheid (per TEU); het gaat hier om de in Clausule 11 van de Overeenkomst geregelde ‘Volume Incentive Discount’ (hierna: VID);
  • OSA heeft de VID bij MOLE in rekening gebracht door middel van facturen die zij aan MOLE heeft gezonden;
  • deze facturen dienden binnen dertig datum na factuurdatum te worden betaald, maar MOLE is ondanks verscheidene aanmaningen niet overgegaan tot betaling van het door haar verschuldigde factuurbedrag van USD 35.050,--;
  • daarnaast is MOLE op grond van Clausule 22 op pagina 10 (hierna: Clausule 22) van de Overeenkomst gehouden tot betaling van de aan haar gestuurde factuur van 17 februari 2016 van The Movers Trading Club (hierna: MTC) ten bedrage van USD 14.175,--;
  • MTC heeft last en volmacht verstrekt aan OSA om deze vordering bij MOLE te innen;
  • ter zake van buitengerechtelijke incassokosten is MOLE een bedrag van USD 1.125,-- aan OSA verschuldigd.
3.3.
MOLE voert verweer en concludeert tot afwijzing van het gevorderde, met veroordeling van OSA in de proceskosten bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis
3.4.
Hiertoe voert MOLE - samengevat - de volgende argumenten aan:
  • niet MOLE maar MOL is de contractuele wederpartij van OSA; dat MOLE slechts als vertegenwoordiger van MOL optreedt was zowel aan OSA als aan MTC bekend, zodat vaststaat dat MOLE noch van OSA noch van MTC de schuldenaar is;
  • voor zover de rechtbank oordeelt dat MOLE de contractuele wederpartij is van OSA, moet de vordering van OSA worden afgewezen wegens het hierna te noemen verrekeningsverweer van MOLE;
  • OSA heeft MOLE (MOL) een ladingvolume van ten minste 2.425 TEU gegarandeerd voor het geval MOLE (MOL) de Overeenkomst zou aangaan met OSA, hetgeen is gebeurd; OSA is toerekenbaar tekortgeschoten in de nakoming van deze garantie door het gegarandeerde minimumvolume niet aan te (doen) brengen bij MOLE (MOL) en bewust containerlading te plaatsen bij andere rederijen; als gevolg hiervan heeft MOLE (MOL) schade geleden wegens gederfde inkomsten, welke schade zij begroot op USD 1.578.154,--; MOLE doet een beroep op verrekening van haar schuld aan OSA met deze vordering tot schadevergoeding op OSA;
  • MOLE betwist de hoogte van de in bovengenoemde factuur van MTC vermelde ‘administration fees’.
3.5.
Op de stellingen van partijen zal hierna bij de beoordeling, voor zover deze daarvoor relevant zijn, worden ingegaan.
in reconventie
3.6.
MOLE vordert na eiswijziging dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis OSA veroordeelt tot betaling aan MOLE tegen bewijs van kwijting van USD 1.578.154,--, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente, althans de wettelijke rente, vanaf de dag van de conclusie van eis in reconventie, 2 november 2016, tot de dag van de algehele voldoening, met veroordeling van OSA in de proceskosten.
3.7.
Hieraan legt MOLE de volgende stellingen ten grondslag:
  • voor zover het verrekeningsverweer van MOLE in conventie niet opgaat, dient OSA in reconventie te worden veroordeeld tot vergoeding van de hierboven onder 3.4 genoemde schade die MOLE heeft geleden als gevolg van de toerekenbare tekortkoming van OSA;
  • MOLE heeft, voor zover is vereist, last en volmacht van MOL om de vordering in eigen naam in te stellen; die last en volmacht heeft MOLE reeds geruime tijd uit hoofde van haar agentuurovereenkomst met MOL.
3.8.
OSA voert verweer en concludeert tot afwijzing van het gevorderde, met veroordeling van MOLE bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis in de proceskosten en de nakosten.
3.9.
Op de stellingen van partijen zal hierna bij de beoordeling, voor zover zij daarvoor relevant zijn, worden ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie en in reconventie

4.1.
Partijen hebben ten processe een rechtskeuze uitgebracht voor Nederlands recht op hun rechtsverhouding en op de rechtsverhouding tussen MTC en MOLE/MOL. De rechtbank sluit zich daarbij aan. De vorderingen van partijen zullen derhalve beoordeeld worden aan de hand van Nederlands recht.
voorts in conventie
4.2.
MOLE heeft geen bezwaar gemaakt tegen de eiswijziging van OSA. Bovendien is deze eiswijziging niet in strijd met de eisen van een goede procesorde. De rechtbank zal dan ook recht doen op basis van de gewijzigde eis.
4.3.
Aan de vorderingen van OSA ligt de stelling ten grondslag dat MOLE moet worden aangemerkt als haar wederpartij bij de Overeenkomst. MOLE bestrijdt die stelling gemotiveerd. De maatstaf voor de beantwoording van de vraag of MOLE in dit geval al dan niet zelf als wederpartij van OSA moet worden aangemerkt ontleent de rechtbank aan de in artikel 3:33 BW en artikel 3:35 BW bepaalde wilsvertrouwensleer en aan de volgende arresten van de Hoge Raad:
o HR 11 maart 1977, ECLI:NL:HR:1977:AC1877, NJ 1977, 521 (kribbebijter): “dat het antwoord op de vraag of iemand jegens een ander bij het sluiten van een overeenkomst in eigen naam - dat wil zeggen als wederpartij van die ander - is opgetreden, afhangt van hetgeen hij en die ander daaromtrent jegens elkaar hebben verklaard en over en weer uit elkaars verklaringen en gedragingen hebben afgeleid en mochten afleiden; dat een bevestigend antwoord op deze vraag, die van feitelijke aard is, niet wordt uitgesloten door de omstandigheid dat die ander wist dat degene met wie hij handelde, dit ten behoeve van een opdrachtgever deed.”.
o HR 26 juni 2009, ECLI:NL:HR:2009:BH9284 (Wiggers/Makelaardij Sneek) rov. 3.3.1: “Het antwoord op de vraag of met elkaar onderhandelende partijen een overeenkomst hebben gesloten, is ervan afhankelijk wat zij jegens elkaar hebben verklaard, en over en weer uit elkaars verklaringen en gedragingen hebben afgeleid en mochten afleiden. Tot de omstandigheden die in dit verband in aanmerking moeten worden genomen behoort de voor de wederpartij kenbare hoedanigheid en de context waarin partijen optraden.”.
o HR 5 september 2014, ECLI:NL:HR:2014:2628 (Tulip) rov. 3.4.3: “Die vraag dient beantwoord te worden aan de hand van hetgeen de betrokkenen [..] jegens elkaar hebben verklaard en over en weer uit elkaars verklaringen en gedragingen hebben afgeleid en mochten afleiden [..]. De vraag op welke wijze [de aangesproken partij] zich daarna tegenover derden heeft gepresenteerd is vooral van belang voor de vraag naar gebondenheid jegens die derden en is voor het onderhavige geschilpunt hooguit van zijdelingse betekenis.”.
4.4.
De e-mail van 4 november 2014 van medewerker [persoon 1] van OSA aan [persoon 2] , medewerkster van de agent van MOL in het Verenigd Koninkrijk, welke uitnodiging ook is gestuurd naar medewerkster [persoon 4] van MOLE, houdt een uitnodiging in om mee te doen aan de “OSA 2015 Global Tender”. Uit deze e-mail van 4 november 2014 volgt dat de deelnemers aan deze
tender(aanbestedingsprocedure) eerst akkoord moeten gaan met de “2015 Terms and Conditions” van OSA en vervolgens hun vrachttarieven moeten opgeven in ORIS, het boekingssysteem van OSA, tot welk systeem deze deelnemers toegang krijgen in ruil voor hun akkoord met genoemde voorwaarden van OSA. In antwoord op deze e-mail bericht [persoon 2] [persoon 1] in haar e-mail van 5 november 2014 dat overleg zal worden gevoerd met “our Trade Management teams” over deze voorwaarden van OSA en dat vervolgens mededeling zal worden gedaan van de uitkomst van dit overleg. Vervolgens wordt [persoon 3] , een medewerker van MOLE, op de hoogte gebracht van de
tenderdoor [persoon 2] of een andere medewerker van de agent van MOL in het Verenigd Koninkrijk, zo volgt uit de eerste e-mail van [persoon 3] aan [persoon 1] van 3 december 2014. Uit de eerste e-mail van [persoon 1] aan [persoon 3] van 3 december 2014 volgt dat [persoon 1] de voorwaarden van OSA zowel naar de agent van MOL in het Verenigd Koninkrijk als naar MOLE heeft gestuurd, kennelijk naar aanleiding van en kort na genoemde e-mail van [persoon 2] aan [persoon 1] van 5 november 2014, waarin [persoon 2] , als gezegd, aangeeft dat over deze voorwaarden overleg zal worden gevoerd met de “Trade Management teams”. In zijn e-mail aan [persoon 1] van 19 december 2014 drukt [persoon 3] zich uit in de ‘wij-vorm’ zonder aan te geven wie hij met ‘wij’ bedoelt. In deze e-mail geeft [persoon 3] weliswaar aan dat het akkoord met de voorwaarden van OSA nog op zich laat wachten maar dat niettemin graag wordt deelgenomen aan de
tenderdoor “wij”. Uit de tweede e-mail van [persoon 1] aan [persoon 3] van 19 december 2014 volgt dat [persoon 1] in deze wens van “wij” meegaat. In zijn e-mail aan [persoon 1] en [persoon 6] (OSA) van 31 december 2014 drukt ook medewerker [persoon 5] van MOLE zich uit in de ‘wij-vorm’ zonder aan te geven wie hij met ‘wij’ bedoelt. Bij deze e-mail wordt zowel de aanbieding van ‘wij’ ten aanzien van de OSA 2015 Global Tender aangeboden als de aanbieding van ‘wij’ voor de UK Haulage. In de derde week van januari 2015 vindt een bespreking in Rotterdam plaats tussen een of meer medewerkers van OSA en [persoon 3] en [persoon 5] van MOLE. Gesteld noch gebleken is dat tijdens deze bespreking aan de orde is gekomen of MOLE optrad in eigen naam dan wel als agent van MOL. Op 28 mei 2015 wordt de Overeenkomst getekend op de in 2.6 genoemde wijze. Na de contractsluiting voert MOLE in ORIS haar vrachttarieven in met vermelding van de boekingsreferentie van MOLE: NL000255 (vgl. proces-verbaal van comparitie onder punt 2).
4.5.
Hoewel medewerker [persoon 3] van MOLE zich in zijn e-mails aan medewerker [persoon 1] van OSA voorafgaande aan de contractsluiting verscheidene malen uitdrukt in de ‘wij-vorm’, hoefde die omstandigheid voor OSA geen aanleiding te zijn om ervan uit te gaan dat [persoon 3] in deze e-mails (mede) namens MOL correspondeerde. Immers, in deze e-mails stelt [persoon 3] geen enkele keer de achterman van MOLE, MOL, aan de orde en bovendien valt uit deze e-mails niet af te leiden dat [persoon 3] met de ‘wij-vorm’ (mede) doelt op MOLE
tezamen metzijn collega’s van de agent van MOL in het Verenigd Koninkrijk, integendeel zelfs. Zie voor dat laatste de eerste e-mail van [persoon 3] aan [persoon 1] van 3 december 2014. Hetzelfde geldt voor de omstandigheid dat van de functie- en contactgegevens die vermeld staan onderaan de e-mails van [persoon 3] aan [persoon 1] deel uitmaakt het internetadres
www.molpower.comvan het MOL-concern en dat dit internetadres op gelijke wijze deel uitmaakt van de functie- en contactgegevens die vermeld staan onderaan de e-mails van [persoon 2] aan [persoon 1] . [persoon 2] noch [persoon 3] verwijst in haar respectievelijk zijn e-mails aan [persoon 1] namelijk naar deze website, bijvoorbeeld om de structuur van het MOL-concern uit de doeken te doen. Bovendien is gesteld noch gebleken dat de website
www.molpower.comuitsluitend genoemd wordt in e-mails van medewerkers van agenten van MOL wanneer deze medewerkers voor MOL optreden. Wellicht moet de mededeling “Inderdaad hebben wij MOL begin November uitgenodigd om deel te nemen” in de eerste e-mail van [persoon 1] aan [persoon 3] van 3 december 2014 opgevat worden als bedoeling van OSA om
MOLuit te nodigen voor de
tender. Daar staat echter niet alleen tegenover dat de medewerkers van MOLE met wie OSA contact had in de periode na deze e-mail op geen enkele wijze MOL aan de orde stelden maar ook dat, zoals hiervoor in 2.6 is vermeld, de Overeenkomst door MOLE als vervoerder is getekend zonder dat bij die ondertekening op enigerlei wijze is verwezen naar MOL en dat MOLE, als gezegd, na de contractsluiting in ORIS haar vrachttarieven heeft ingevoerd met vermelding van de boekingsreferentie van MOL: NL000255.
4.6.
De stelling van OSA dat MOLE moet worden aangemerkt als haar wederpartij bij de Overeenkomst slaagt dan ook. Anders dan MOLE lijkt te menen, doet hieraan niet af dat OSA wist, zoals van de zijde van OSA ter zitting is verklaard, dat MOLE de vaste agent is van MOL. Een agent kan immers ook in eigen naam handelen. Datzelfde geldt voor het argument van MOLE dat in de
tenderom zeevervoer werd verzocht. Een bedrijf kan immers ook optreden als vervoerder - als contractuele vervoerder derhalve - in correspondentie en contractstukken terwijl zij niet zelf het vervoer bewerkstelligt, maar dat laat uitvoeren door een ander bedrijf.
4.7.
MOLE is als contractspartij derhalve gebonden aan de Overeenkomst. De vordering van OSA tot betaling van USD 35.050,-- is onbetwist gestoeld op de Overeenkomst. MOLE voert geen verweer tegen de hoogte van die vordering. MOLE moet dit bedrag van USD 35.050,-- dan ook betalen aan OSA. Ook de vordering van MTC tot betaling van USD 14.175,-- is onbetwist gestoeld op de Overeenkomst, zij het dat MOLE de hoogte van die vordering betwist. MOLE voert geen verweer tegen de stelling van OSA dat OSA last en volmacht heeft om de vordering van MTC te innen.
4.8.
De rechtbank oordeelt het volgende over het onder 3.4 genoemde verweer van MOLE dat de hoogte van de in de factuur van MTC vermelde ‘administration fees’ onjuist is.
4.9.
Tegen het op grond van Clausule 22 van de Overeenkomst gevorderde factuurbedrag van USD 14.175,-- voert MOLE nog het volgende verweer. Uit de factuur van MTC (prod. 9 OSA) valt op dat een administration fee van USD 175,-- voor een 20ft-container en een administration fee van USD 350,-- voor een 40 ft-container wordt gerekend, terwijl in Clausule 22 van de Overeenkomst in het geheel geen melding wordt gemaakt van de hoogte van de fees. Het is derhalve aan OSA/MTC om aan te tonen dat die fees/tarieven zijn verschuldigd door MOLE, aldus MOLE.
4.10.
Clausule 22 van de Overeenkomst luidt als volgt:
UK MTC Administration Fees Outbound:UK rates should be quoted NET, a deferred administration fee will be added to agreed rate levels. The level of the administration fee that has to be added per 20ft and 40ft/45ft containers to the basic ocean freight rate will be advised to the carrier prior to the commencement of the contract. It will be the carrier’s responsibility to supply to the MTC on a quarterly basis a report that details the number of each and every Bill of Lading issued to an MTC member plus giving the name of the respective MTC member and the size of the container including the destination port. The administration fees will be paid direct to the MTC (not to any individual member of the MTC) within 30 days of the invoice date. The carrier, under no circumstance, can deduct from any MTC administration fee monies due on a Bill of Lading to the carrier by a MTC member for ocean freight or other related charges. MTC administration fee invoices cannot be altered in any way by the carrier without prior agreement in writing from the MTC.
Weliswaar volgt de geldelijke omvang van de fees die in de onderhavige factuur in rekening zijn gebracht, namelijk een fee van USD 175,-- voor een 20ft-container en een fee van
USD 350,-- voor een 40ft-container, niet uit Clausule 22 van de Overeenkomst, dat neemt niet weg dat in deze bepaling wél is geregeld dat de vervoerder hierover wordt geïnformeerd voorafgaande aan het begin van “the contract”. Met “the contract” is in dit verband bedoeld de Overeenkomst, zo volgt uit de bepalingen van de Overeenkomst, in onderling verband en samenhang bezien.
4.11.
Als de partij op wie hiervan de bewijslast rust, zal OSA(MTC) met het bewijs worden opgedragen van feiten en omstandigheden waaruit volgt dat MOLE bovengenoemd factuurbedrag van USD 14.175,-- verschuldigd is.
4.12.
Tegen bovengenoemde vordering van OSA tot betaling van USD 35.050,-- voert MOLE nog een verrekeningsverweer. De gegrondheid van dit verrekeningsverweer is evenwel niet op eenvoudige wijze vast te stellen, zodat de rechtbank het op de voet van artikel 6:136 BW passeert.
4.13.
Bij gebreke van andere verweren is MOLE dan ook gehouden tot betaling van de op grond van Clausule 11 van de Overeenkomst gevorderde VID ten bedrage van in totaal
USD 35.050,--.
4.14.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.
voorts in reconventie
4.15.
Het door OSA ter zitting gemaakte bezwaar tegen de eiswijziging van MOLE is ter zitting afgewezen (proces-verbaal van comparitie, p. 2). De rechtbank zal dan ook recht doen op basis van de gewijzigde, verminderde eis.
4.16.
MOLE heeft haar vordering ingesteld onder de voorwaarde dat het beroep van MOLE in conventie met betrekking tot verrekening niet opgaat. Zoals volgt uit hetgeen hierboven in conventie is overwogen, is aan deze voorwaarde voldaan.
4.17.
Niet is komen vast te staan dat het optreden van MOLE in deze zaak heeft geleid tot contractuele gebondenheid van MOL jegens OSA. Dat MOLE niettemin gehandeld heeft
voor rekening vanof
ten behoeve vanMOL volgt niet uit de stellingen van MOLE die zij aan haar vordering in reconventie ten grondslag legt. De feiten in reconventie geven de rechtbank dan ook evenmin aanleiding voor het aannemen van onrechtmatig handelen van OSA jegens MOL.
Op grond van een en ander kan de door MOLE gestelde en door OSA betwiste last en volmacht die MOLE zou hebben gekregen van MOL om de reconventionele vordering te innen in het midden blijven.
4.18.
Ten aanzien van aansprakelijkheid van OSA
jegens MOLEoverweegt de rechtbank het volgende.
4.19.
Haar stelling dat OSA aan MOLE een ladingvolume van 2.425 TEU heeft gegarandeerd baseert MOLE op het volgende (zie onder meer randnr. 6 conclusie van antwoord in conventie tevens conclusie van eis in reconventie en pagina’s 3-4 van de spreekaantekeningen comparitie van partijen). Gelet op de zekerheid van werk in de vorm van volumes/TEU zijn rederijen bereid om mee te doen aan
tenders. Om die reden heeft “MOL” op 31 december 2014 haar aanbieding gedaan ten aanzien van de onderhavige OSA-
tender. Na het uitbrengen door “MOL” van haar aanbieding heeft “MOL” aan OSA verzocht haar te informeren welke volumes per handelsroute aan “MOL” zouden worden toegewezen door OSA. Doel daarvan was dat “MOL” rekening kon houden met deze volumes/TEU’s. Op 6 maart 2015 ontvangt “MOL” de volumetoewijzing van OSA ter grootte van 2.425 TEU per jaar in de vorm van een bijlage bij de hierboven onder 2.5 genoemde e-mail van OSA van die datum. Mede tegen de achtergrond van het voorgaande volgt uit de volgende, hierboven onder 2.5 reeds aangehaalde, tekst van deze e-mail dat OSA “MOL” een ladingvolume heeft gegarandeerd van 2.425 TEU:
“Please find attached the allocations we need to have on the most important trades. The overview shows the fluctuating volume per week, based on the seasonality of the last two years. Please arrange that these volumes are allocated in your system for our members
.
4.20.
OSA betwist dat zij MOLE een ladingvolume heeft gegarandeerd.
4.21.
Zoals in conventie is geoordeeld, gaat het in de e-mail van 6 maart 2015 om MOLE. MOLE ontleent aan bovengenoemde tekst van de e-mail een garantie van OSA. Uit die omstandigheid leidt de rechtbank af dat MOLE akkoord is gegaan met deze tekst. Aan de orde hier is dan ook de vraag of in deze tekst een verbintenis van OSA jegens MOLE besloten ligt en, zo ja, wat voor soort verbintenis dat is. De maatstaf voor de beantwoording van deze vraag ontleent de rechtbank aan de in artikel 3:33 BW en artikel 3:35 BW bepaalde wilsvertrouwensleer. Voor de volledigheid: het gaat hier niet om uitleg van een contractsbepaling, aangezien gesteld noch gebleken is dat deze garantie is opgenomen in een tussen partijen gesloten overeenkomst.
4.22.
Uit de standpunten van partijen volgt dat zij niet alleen van mening verschillen over de vraag of in de e-mail van 6 maart 2015 een verbintenis van OSA jegens MOLE besloten ligt maar ook over de inhoud van het verzoek van MOLE aan OSA waarop deze e-mail het antwoord vormt. Waar MOLE meent dat zij OSA had verzocht haar te informeren welke volumes per handelsroute aan haar zouden worden toegewezen door OSA, meent OSA dat MOLE haar (slechts) had verzocht mede te delen hoe het seizoensverloop zou zijn van de verschepingen van de leden van OSA, althans welke ladingstroom mocht worden verwacht (vgl. randnr. 8 conclusie van antwoord in reconventie en p. 3 proces-verbaal van comparitie).
4.23.
Naar de letter genomen betreft de hierboven in rov. 4.19 aangehaalde passage uit de e-mail niet meer dan een verzoek van OSA aan MOLE. Zie de bewoordingen “we need to have” en “Please arrange”. Hieraan doet niet af dat hier gesproken wordt van “allocations”, dat wil zeggen: toewijzingen, en “allocated”, dat wil zeggen: toegewezen, aangezien deze toewijzing-bewoordingen in de tekst van de passage niet gekoppeld zijn aan MOLE als meewerkend voorwerp van deze toewijzing-bewoordingen. Naar de letter genomen is hier dus geen sprake van toewijzingen aan MOLE. Deze e-mail lijkt er dan ook niet op te wijzen dat MOLE OSA had verzocht haar te informeren welke ladingvolumes aan haar zouden worden toegewezen.
4.24.
Met de zin “Please arrange that these volumes are allocated in your system for our members.” in de e-mail doet OSA het (dringende) verzoek aan MOLE ervoor zorg te dragen dat MOLE voor de duur van de Overeenkomst ruimte heeft om lading van OSA-leden met een volume van in totaal 2.425 TEU te vervoeren. Nog afgezien van het gegeven dat OSA hier geen bewoordingen gebruikt die een garantie of een toezegging impliceren, zijn het de leden van OSA, niet OSA zélf, die vervoer boeken bij vervoerders. Hier is dan ook geen sprake van een door OSA aan MOLE gegarandeerd of toegezegd ladingvolume. Daar staat echter het volgende tegenover. Door deel te nemen aan de
tenderverplichtte MOLE zich jegens OSA tot het in rekening brengen van vaste gunstige, want (betrekkelijk) lage, vrachttarieven bij de OSA-leden. Op grond van de Overeenkomst was MOLE aan OSA VID ad € 50,-- verschuldigd voor elke container die door OSA-leden bij haar geboekt zou worden en een bedrag aan MTC die met OSA samenwerkt. Bovendien werd van MOLE verwacht om voor de OSA-leden ruimte voor een ladingvolume van (ten minste) 2.425 TEU beschikbaar te houden. Naar het oordeel van de rechtbank mocht MOLE er dan ook gerechtvaardigd op vertrouwen dat OSA met bovenstaande zin bij wijze van tegenprestatie aan MOLE zich ervoor sterk maakte dat haar leden bij MOLE via boeking in het ORIS-systeem vervoer zouden boeken voor lading met een volume van ten minste 2.425 TEU gedurende de looptijd van de Overeenkomst.
4.25.
Niet in geschil is dat de leden van OSA gedurende de looptijd van de Overeenkomst via het ORIS-systeem onder het kenmerk NL000255 van MOLE vervoer hebben geboekt voor lading van een veel kleiner totaalvolume dan 2.425 TEU(, namelijk 329 TEU). Dat doet de vraag rijzen of dit het gevolg is van tekortkomingen van OSA in haar bovengenoemde verplichting jegens MOLE om zich ervoor sterk te maken dat haar leden vervoer zouden boeken voor lading met een volume van ten minste 2.425 TEU gedurende de looptijd van de Overeenkomst. Partijen hebben zich nog niet uitgelaten over deze vraag. De zaak zal dan ook naar de rol worden verwezen voor het nemen van een akte door partijen, eerst MOLE.
4.26.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie
5.1.
draagt OSA het bewijs op van feiten en omstandigheden waaruit volgt dat MOLE het gevorderde factuurbedrag van USD 14.175,-- verschuldigd is;
5.2.
bepaalt dat indien OSA dit bewijs wil leveren door het doen horen van getuigen, deze zullen worden gehoord in het gerechtsgebouw te Rotterdam aan Wilhelminaplein 100/125 voor de rechter mr. W.P. Sprenger;
5.3.
bepaalt dat OSA, indien zij getuigen wil laten horen ter uitvoering van het aan haar opgedragen bewijs, binnen twee weken na de datum van dit vonnis schriftelijk aan de rechtbank -
Administratie haven en handel, afdeling planningsadministratie, kamer E12.43, Postbus 50954, 3007 BR Rotterdam, faxnummer 088-3610555- de te horen getuigen en de verhinderdagen van de getuigen, alle partijen en hun advocaten in de maanden
augustus tot en met oktober 2017moet opgeven, waarna dag/dagen en uur van het getuigenverhoor zal worden bepaald;
5.4.
bepaalt dat MOLE, indien zij getuigen in contra-enquête wil voorbrengen, bij de opgave van verhinderdata rekening moet houden met de in dat kader (vermoedelijk) te horen getuigen; voor contra-enquête zal een dag/dagen en uur worden gereserveerd na de voor het getuigenverhoor bepaalde dag/dagen;
5.5.
bepaalt dat OSA, indien zij het aan haar opgedragen bewijs niet door getuigen wil leveren maar door overlegging van bewijsstukken en/of door een ander bewijsmiddel, het voornemen hiertoe binnen twee weken na de datum van dit vonnis schriftelijk aan de rechtbank -
Administratie haven en handel, afdeling roladministratie, kamer E12.55, Postbus 50954, 3007 BR Rotterdam, faxnummer 088-3610554- en aan MOLE moet opgeven, waarna de verdere procesvoering zal worden bepaald;
5.6.
bepaalt dat alle partijen uiterlijk twee weken voor het eerste getuigenverhoor alle beschikbare bewijsstukken, voor zover nog niet in het geding gebracht, aan de rechtbank
-
Administratie haven en handel, afdeling planningsadministratie, kamer E12.43, Postbus 50954, 3007 BR Rotterdam, faxnummer 088-36 10555- en de wederpartij moeten toesturen;
5.7.
houdt iedere verdere beslissing aan,
in reconventie
5.8.
verwijst de zaak naar de rol van
7 juni 2017voor het nemen van een akte door MOLE, waarna OSA binnen vier weken een antwoordakte kan nemen, een en ander als vermeld in rov. 4.25;
5.9.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.P. Sprenger en ondertekend en in het openbaar uitgesproken door de rolrechter op 10 mei 2017
901/1928