Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
uitspraak van de meervoudige kamer van 11 mei 2017 in de zaak tussen
[eiseres] , te Rotterdam, eiseres,
Procesverloop
H.E. Wonnink, in zijn hoedanigheid van arts-gemachtigde van eiseres, alsnog inzage dient te krijgen in de in deze procedure overgelegde medische stukken ten aanzien van de ex-werkneemster zonder recht van substitutie en tot geheimhouding van deze stukken tegenover eiseres verplicht is.
H. Korstanje en mr. drs. E.C. Spiering, in hun hoedanigheid van respectievelijk arbeidsdeskundige en professioneel rechtshulpverlener alsnog inzage dienen te krijgen in de deze procedure overgelegde medische stukken ten aanzien van de ex-werkneemster, welke inzage hen dient te worden verstrekt door toedoen van H.E. Wonnink en tot geheimhouding van deze stukken tegenover eiseres verplicht zijn.
Overwegingen
80-100% arbeidsongeschikt is. Deze omzetting heeft plaatsgevonden zonder dat hieraan een verzekeringsgeneeskundig en arbeidsdeskundig onderzoek vooraf is gegaan.
8 oktober 2011. Op grond van de rapportage van de arts van 6 november 2012, waarbij de belastbaarheid van de ex-werkneemster op 29 november 2012 in een nieuwe FML is vastgelegd, die geldig is vanaf 8 oktober 2011 en de rapportage van de arbeidsdeskundige van 10 december 2012 heeft verweerder bij besluit van 17 december 2012 aan de ex-werkneemster meegedeeld dat haar WGA-loonaanvullingsuitkering met ingang van
18 februari 2013 zal worden beëindigd. De uitkering wordt beëindigd, omdat de ex-werkneemster meer dan 65% kan verdienen van het loon dat zij verdiende voordat zij ziek werd.
17 december 2012.
27 juli 2015 heeft de arts geconcludeerd dat de belastbaarheid van de ex-werkneemster hetzelfde is als de belastbaarheid die is vastgelegd in de FML van 31 oktober 2012 (de rechtbank leest daarvoor in de plaats 29 november 2012). Desalniettemin is de belastbaarheid op 26 augustus 2015 opnieuw vastgelegd in een FML. Vervolgens heeft de arbeidsdeskundige op 6 november 2015 met de ex-werkneemster gesproken en een arbeidsdeskundige rapportage opgesteld. Hierin komt hij tot de conclusie dat het arbeidsongeschiktheidspercentage per 1 mei 2013 nog steeds minder dan 35% is.
16 december 2015 gelijkluidend aan de FML van 26 augustus 2015.) De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft in zijn rapportage van 17 december 2015 de vraag of er aanleiding is om af te wijken van de conclusie van de arbeidsdeskundige positief beantwoord. In afwijking van het primaire besluit heeft hij de mate van arbeidsongeschiktheid van de ex-werkneemster vanaf 1 mei 2013 vastgesteld op 35-45%.
H.E. Wonnink, voor welke situatie in artikel 1, aanhef en onder f, van het Bpb een specifieke regeling is opgenomen, die er zakelijk weergegeven op neerkomt dat aan een arts-gemachtigde de helft van het aantal uit de bijlage behorend bij het Bpb voortvloeiende punten wordt toegekend, maar dit in tweede instantie is aangevuld door mr. drs. E.C. Spiering, waardoor een heel punt dient te worden gehanteerd – met een waarde per punt van € 495,- en wegingsfactor 1. Voor de aanwezigheid van de arbeidsdeskundige ter zitting kent de rechtbank niets toe, nu het Bpb hierin in het onderhavige geval niet voorziet.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- bepaalt dat verweerder binnen zes weken nadat de uitspraak onherroepelijk is geworden een nieuwe beslissing op het bezwaar neemt met inachtneming van deze uitspraak;
- bepaalt dat verweerder aan eiser het betaalde griffierecht van € 334,- vergoedt;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten tot een bedrag van € 495,-.