ECLI:NL:RBROT:2017:3444

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
26 april 2017
Publicatiedatum
8 mei 2017
Zaaknummer
10/996546-15
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Valse declaraties door apotheker voor niet verstrekte medicijnen

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 26 april 2017 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een apotheker die beschuldigd werd van het indienen van valse declaraties voor niet verstrekte medicijnen. De verdachte, geboren in [geboorteplaats verdachte] en ingeschreven op het adres [adres verdachte] in [woonplaats verdachte], werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. J.H. Peek. De officier van justitie, mr. H.C. Vermaseren, eiste een gevangenisstraf van achttien maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk, en ontzetting uit het recht om zijn beroep als apotheker uit te oefenen voor vijf jaar, geheel voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte gedurende de periode van 7 februari 2013 tot en met 24 mei 2015 in Nijmegen valse declaraties heeft ingediend voor het medicijn [naam] tablet filmomhuld, met een totaalbedrag van bijna € 900.000. De verdachte heeft bekend dat hij deze fraude heeft gepleegd en dat hij de opbrengst heeft gebruikt voor een kostbare verbouwing van zijn apotheek. De rechtbank oordeelde dat de verdachte op ongehoorde wijze misbruik heeft gemaakt van het zorgstelsel en het vertrouwen dat daarin is gesteld, ernstig heeft geschaad.

De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan valsheid in geschrift, meermalen gepleegd, en heeft hem veroordeeld tot een gevangenisstraf van achttien maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om de verdachte voorwaardelijk te ontzetten uit het recht om zijn beroep uit te oefenen, aangezien de opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voldoende is om herhaling te voorkomen. De rechtbank heeft de omstandigheden van de zaak en de persoonlijke situatie van de verdachte in overweging genomen, maar heeft geconcludeerd dat de ernst van de gepleegde fraude een onvoorwaardelijke gevangenisstraf rechtvaardigt.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 10/996546-15
Datum uitspraak: 26 april 2017
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte] , [woonplaats verdachte] ,
raadsman mr. J.H. Peek, advocaat te Utrecht.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 13 april 2017.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. H.C. Vermaseren heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van achttien maanden met aftrek van voorarrest;
  • ontzetting uit het recht tot de uitoefening van zijn beroep als apotheker voor de duur van vijf jaren, geheel voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.

4.Ontvankelijkheid officier van justitie

4.1.
Standpunt verdediging
Aangevoerd is dat de officier van justitie niet-ontvankelijk moet worden verklaard. De vervolging van de verdachte levert schending van de beginselen van een goede procesorde op, nu de officier van justitie de beslissing tot vervolging niet zorgvuldig heeft genomen. De verdediging verzoekt de rechtbank de vervolgingsbeslissing niet marginaal maar vol te toetsen. Zij heeft bij haar beslissing tot vervolging van de verdachte geen rekening gehouden met de bijzondere omstandigheden in de onderhavige zaak, te weten dat sprake is van eenvoudige fraude, dat het fraudebedrag mede is opgelopen doordat onvoldoende controle op de door de verdachte ingediende declaraties heeft plaatsgevonden door de benadeelde partijen, dat de door de verdachte veroorzaakte schade door hem is vergoed, dat de officier van justitie niet inhoudelijk heeft willen overleggen over de mogelijkheid van buitengerechtelijke afdoening en dat andere zaken, gelijk aan de onderhavige zaak, door het openbaar ministerie wel buitengerechtelijk zijn afgedaan.
4.2.
Beoordeling
In artikel 167, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering is aan het openbaar ministerie de bevoegdheid toegekend zelfstandig te beslissen of naar aanleiding van een ingesteld opsporingsonderzoek strafrechtelijke vervolging moet plaatsvinden. Deze beslissing leent zich slechts in zeer beperkte mate voor een inhoudelijke rechterlijke toetsing. De stelling van de raadsman dat de rechtbank de vervolgingsbeslissing in volle omvang kan toetsen vindt geen steun in het recht.
Slechts in zeer uitzonderlijke gevallen is plaats voor een niet-ontvankelijkverklaring van het openbaar ministerie op de grond dat het instellen of voortzetten van die vervolging onverenigbaar is met de beginselen van een goede procesorde.
De rechtbank dient in dit kader te beoordelen of sprake is van het uitzonderlijke geval, dat geen redelijk handelend lid van het openbaar ministerie heeft kunnen oordelen, dat met de vervolging van de verdachte enig door strafrechtelijke handhaving beschermd belang gediend kan zijn [1] .
Naar het oordeel van de rechtbank is van zo een uitzonderlijk geval geen sprake.
De officier van justitie heeft ter terechtzitting medegedeeld dat sprake is van een zeer ernstige fraudezaak, nu sprake is van een omvangrijke fraude (circa € 900.000,00), die is gepleegd gedurende enkele jaren door een verdachte met een bijzondere maatschappelijke positie. Dit blijkt uit het dossier en de verdachte heeft bekend deze fraude te hebben gepleegd.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft het openbaar ministerie in redelijkheid tot de beslissing kunnen komen om de verdachte te vervolgen.
De door de verdediging aangevoerde omstandigheden doen niet aan dit oordeel af. Deze omstandigheden kunnen worden meegewogen bij - indien aan de orde - de bepaling van de strafmaat en maken niet dat de officier van justitie in redelijkheid niet tot de vervolging van de verdachte heeft kunnen beslissen.
Van schending van het gelijkheidsbeginsel is naar het oordeel van de rechtbank evenmin sprake. De zaken die door de verdediging in dit kader zijn aangehaald zijn wellicht gelijksoortig, maar door de verdediging is niet aangetoond en ook overigens is niet aannemelijk geworden dat het gaat om - zoals vereist voor een geslaagd beroep op het gelijkheidsbeginsel - daadwerkelijk gelijke zaken.
4.3.
Conclusie
De officier van justitie is ontvankelijk.

5.Waardering van het bewijs

5.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het primair ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Dit feit zal zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij,
in de periode van 7 februari 2013 tot en met 24 mei 2015 in de gemeente Nijmegen,
bij het [naam bedrijf 1] (verder te noemen ' [afkorting naam bedrijf] ')
ingediende declaraties voor het medicijn [naam] tablet filmomhuld,
te weten
1.een declaratie voor 90 medicijnen [naam] tablet filmomhuld met als
declaratiebedrag(incl) 2.657,75 euro met factuurdatum
[datum 1] en receptnr [nummer 1] en factuurnummer [nummer 2] en afleverdatum
[datum 2] ; en
2. een declaratie voor 90 medicijnen [naam] tablet filmomhuld met als
declaratiebedrag(incl) 2.709,71 euro met factuurdatum
[datum 3] en receptnr [nummer 3] en factuurnummer [nummer 4] en afleverdatum
[datum 4] ; en
3.een declaratie voor 180 medicijnen [naam] tablet filmomhuld met als
declaratiebedrag(incl) 5.251,74 euro met factuurdatum
[datum 5] en receptnr [nummer 5] en factuurnummer [nummer 6] en afleverdatum
[datum 6] ; en
4. een declaratie voor 360 medicijnen [naam] tablet filmomhuld met als
declaratiebedrag(incl) 10.409,18 euro met factuurdatum
[datum 7] en receptnr [nummer 7] en factuurnummer [nummer 8] en afleverdatum
[datum 8] ; en
5. een declaratie voor 180 medicijnen [naam] tablet filmomhuld met als
declaratiebedrag(incl) 5.207,33 euro met factuurdatum
[datum 9] en receptnr [nummer 9] en factuurnummer [nummer 10] en afleverdatum
[datum 10] ; en
6.een declaratie voor 360 medicijnen [naam] tablet filmomhuld met als
declaratiebedrag(incl) 10.409,18 euro met factuurdatum
[datum 11] en receptnr [nummer 11] en factuurnummer [nummer 12] en afleverdatum
[datum 12] ; en
7.een declaratie voor 360 medicijnen [naam] tablet filmomhuld met als
declaratiebedrag(incl) 10.402,83 euro met factuurdatum
[datum 11] en receptnr [nummer 13] en factuurnummer [nummer 12] en afleverdatum
[datum 13] ; en
8. een declaratie voor 180 medicijnen [naam] tablet filmomhuld met als
declaratiebedrag(incl) 5.200,23 euro
metfactuurdatum [datum 14]
en receptnr [nummer 14] en factuurnummer [nummer 15] en afleverdatum [datum 15] ;
en
9. een declaratie voor 180 medicijnen [naam] tablet filmomhuld met als
declaratiebedrag(incl) 5.305,68 euro met factuurdatum
[datum 16] en receptnr [nummer 16] en factuurnummer [nummer 17] en afleverdatum
[datum 17] ; en
10.een declaratie voor 180 medicijnen [naam] tablet filmomhuld met als
declaratiebedrag(incl) 5.193,89 euro
metfactuurdatum [datum 18]
en receptnr [nummer 18] en factuurnummer [nummer 19] en afleverdatum [datum 19]
- zijnde geschriften die bestemd zijn om tot bewijs van enig feit te dienen-
valselijk heeft opgemaakt
immers heeft hij, verdachte, valselijk en in strijd met de waarheid
-in die elektronische declaraties aangegeven dat een hoeveelheid
[naam] tablet filmomhuld was verstrekt, terwijl in werkelijkheid deze
hoeveelheid niet was verstrekt, en
-in die elektronische declaraties gedeclareerde bedragen aangegeven, terwijl in werkelijkheid voornoemde bedragen niet waren besteed,
zulks met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken;
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

6.Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
valsheid in geschrift, meermalen gepleegd
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Het feit is dus strafbaar.

7.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

8.Motivering straf

De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte, een apotheker, heeft jarenlang gefraudeerd door namens zijn apotheek ten onrechte declaraties, voor in totaal een bedrag van bijna € 900.000,00, in te dienen voor het HIV-medicijn [naam] . De verdachte heeft in die declaraties aangegeven dat hij dit medicijn heeft verstrekt aan onverzekerde vreemdelingen, maar heeft dit niet daadwerkelijk verstrekt. De verdachte heeft verklaard dat de fraude hem zeer gemakkelijk afging. Zo gemakkelijk, dat hij ervoor heeft gekozen om, in plaats van met een geldlening van een bank, met de opbrengst van deze fraude een kostbare verbouwing van zijn apotheek te financieren.
De verdachte heeft door zijn handelen op ongehoorde wijze misbruik gemaakt van het zorgstelsel. Hij heeft zichzelf bevoordeeld ten koste van de gemeenschap en heeft het vertrouwen waarop het zorgstelsel is gebaseerd in ernstige mate geschaad. Hij heeft zich geen moment rekenschap gegeven van de gevolgen van zijn gedrag en slechts zijn eigen financiële situatie voor ogen gehad.
De rechtbank acht dit een ernstig feit en rekent dit de verdachte zwaar aan. Te meer omdat juist van de verdachte, gelet op de bijzondere positie die hij als apotheker in de samenleving inneemt, onvoorwaardelijke integriteit mag worden verwacht.
De rechtbank houdt bij de bepaling van de strafmodaliteit en de duur daarvan rekening met het voorgaande en met het volgende.
Gezien de ernst en de omvang van de door de verdachte gepleegde fraude kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf.
De verdediging heeft verzocht een onvoorwaardelijke gevangenisstraf, zoals geëist door de officier van justitie, achterwege te laten. Zij heeft daartoe aangevoerd dat de verdachte niet eerder wegens enig strafbaar feit is veroordeeld, zijn volledige medewerking heeft verleend aan het onderzoek en de door hem veroorzaakte schade volledig heeft vergoed en dat in gelijke zaken geen onvoorwaardelijke gevangenisstraffen zijn opgelegd. De verdediging heeft voorts een beroep op eigen schuld van de benadeelden gedaan.
De rechtbank overweegt naar aanleiding van de door de verdediging aangevoerde omstandigheden als volgt.
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 29 maart 2017, waaruit blijkt dat de verdachte, zoals ook is aangevoerd door verdediging, niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
De omstandigheden dat de verdachte zijn medewerking aan het onderzoek heeft verleend en de door hem veroorzaakte schade heeft vergoed weegt de rechtbank in het voordeel van de verdachte mee.
Maar de rechtbank constateert ook dat de verdachte, zoals door hem ter terechtzitting is verklaard, tot hij werd aangehouden geen enkel moment heeft nagedacht over de strafbaarheid van zijn handelen. Of de verdachte oprecht spijt heeft van zijn handelen en dit hem ertoe heeft gebracht mee te werken aan het onderzoek en de schade te vergoeden, heeft de rechtbank niet kunnen constateren. Daar komt bij dat de verdachte doordat hij de schade heeft vergoed mogelijke andere procedures, zoals een procedure tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel, ontloopt.
Van de zaken die door de verdediging in het kader van strafmaat zijn aangehaald is de rechtbank niet gebleken dat zij daadwerkelijk gelijk zijn aan de onderhavige zaak. De rechtbank zal hiermee daarom geen rekening houden bij het bepalen van de op te leggen straf.
De raadsman heeft ten slotte een beroep gedaan op eigen schuld aan de zijde van de benadeelden [naam benadeelden] (hierna te noemen: [afkorting naam benadeelden] ) en [naam benadeelde] (hierna te noemen: [afkorting naam benadeelde] ). Naar de mening van de verdediging hebben [afkorting naam benadeelden] en [afkorting naam benadeelde] onvoldoende controle uitgevoerd op de namens zijn apotheek door de verdachte ingediende declaraties, waardoor het nadeel onnodig ver is opgelopen. Dit moet een matigend effect hebben op de op te leggen straf.
De rechtbank gaat voorbij aan dit standpunt. Wat ook zij van het door de verdediging gestelde gebrek aan controle aan de zijde van [afkorting naam benadeelden] en [afkorting naam benadeelde] , dit doet op geen enkele wijze af aan de eigen verantwoordelijkheid en de verwerpelijkheid van het handelen van de verdachte.
De rechtbank ziet in de door de raadsman aangevoerde omstandigheden geen aanleiding om een onvoorwaardelijke gevangenisstraf achterwege te laten, maar wel om een lagere onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen dan door de officier van justitie geëist.
Het pure gemak waarmee de verdachte heeft gefraudeerd, doet de rechtbank ernstig vrezen voor herhaling. Daarom zal de rechtbank een deel van de voorgenomen straf voorwaardelijk opleggen, met de voorwaarde die hierna wordt genoemd en een proeftijd voor de duur van drie jaren. Het voorwaardelijk strafdeel dient er toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
Ten slotte merkt de rechtbank op dat zij de officier van justitie niet zal volgen in haar eis om - kort gezegd - de verdachte voorwaardelijk te ontzetten uit het recht om zijn beroep uit te oefenen. De rechtbank acht de op te leggen voorwaardelijke gevangenisstraf afdoende om de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 14a, 14b, 14c, 57 en 225 van het Wetboek van Strafrecht.

10.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte het primair ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 18 (achttien) maanden;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot 6 (zes) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd, die hierbij wordt gesteld op 3 jaren, zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. J.L.M. Boek, voorzitter,
en mrs. M.M. Koevoets en J. Holleman, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. N. Flikkenschild, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De voorzitter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij,
op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 7 februari 2013 tot
en met 24 mei 2015
in de gemeente Nijmegen, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal, (telkens)
één of meer bij het [naam bedrijf 1] (verder te noemen ' [afkorting naam bedrijf] ')
ingediende declaratie(s) voor het medicijn [naam] tablet filmomhuld
( [documentnaam] ),
te weten
1.(een) declaratie voor 90 medicijnen [naam] tablet filmomhuld met als
declaratiebedrag(incl) 2.657,75 (euro) dat verwijst naar/met factuurdatum
[datum 1] en receptnr [nummer 1] en factuurnummer [nummer 2] en afleverdatum
[datum 2] ; en/of
2. ( een) declaratie voor 90 medicijnen [naam] tablet filmomhuld met als
declaratiebedrag(incl) 2.709,71 (euro) dat verwijst naar/met factuurdatum
[datum 3] en receptnr [nummer 3] en factuurnummer [nummer 4] en afleverdatum
[datum 4] ; en/of
3.(een) declaratie voor 180 medicijnen [naam] tablet filmomhuld met als
declaratiebedrag(incl) 5.251,74 (euro) dat verwijst naar/met factuurdatum
[datum 5] en receptnr [nummer 5] en factuurnummer [nummer 6] en afleverdatum
[datum 6] ; en/of
4. ( een) declaratie voor 360 medicijnen [naam] tablet filmomhuld met als
declaratiebedrag(incl) 10.409,18 (euro) dat verwijst naar/met factuurdatum
[datum 7] en receptnr [nummer 7] en factuurnummer [nummer 8] en afleverdatum
[datum 8] ; en/of
5. ( een) declaratie voor 180 medicijnen [naam] tablet filmomhuld met als
declaratiebedrag(incl) 5.207,33 (euro) dat verwijst naar/met factuurdatum
[datum 9] en receptnr [nummer 9] en factuurnummer [nummer 10] en afleverdatum
[datum 10] ; en/of
6.(een) declaratie voor 360 medicijnen [naam] tablet filmomhuld met als
declaratiebedrag(incl) 10.409,18 (euro) dat verwijst naar/met factuurdatum
[datum 11] en receptnr [nummer 11] en factuurnummer [nummer 12] en afleverdatum
[datum 12] ; en/of
7.(een) declaratie voor 360 medicijnen [naam] tablet filmomhuld met als
declaratiebedrag(incl) 10.402,83 (euro) dat verwijst naar/met factuurdatum
[datum 11] en receptnr [nummer 13] en factuurnummer [nummer 12] en afleverdatum
[datum 13] ; en/of
8. ( een) declaratie voor 180 medicijnen [naam] tablet filmomhuld met als
declaratiebedrag(incl) 5.200,23 (euro) dat verwijst naar factuurdatum [datum 14]
en receptnr [nummer 14] en factuurnummer [nummer 15] en afleverdatum [datum 15] ;
en/of
9. ( een) declaratie voor 180 medicijnen [naam] tablet filmomhuld met als
declaratiebedrag(incl) 5.305,68 (euro) dat verwijst naar/met factuurdatum
[datum 16] en receptnr [nummer 16] en factuurnummer [nummer 17] en afleverdatum
[datum 17] ; en/of
10.(een) declaratie voor 180 medicijnen [naam] tablet filmomhuld met als
declaratiebedrag(incl) 5.193,89 (euro) dat verwijst naar factuurdatum [datum 18]
en receptnr [nummer 18] en factuurnummer [nummer 19] en afleverdatum [datum 19]
- ( elk) zijnde (een) geschrift(en) dat/die bestemd is/zijn om tot bewijs van
enig feit te dienen-
valselijk heeft/hebben opgemaakt en/of heeft/hebben vervalst en/of
heeft/hebben doen (laten) opmaken en/of heeft/hebben doen (laten) vervalsen,
immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of haar mededader(s) (telkens)
valselijk en in strijd met de waarheid
-in/op die (elektronische) declaratie(s) aangegeven dat een hoeveelheid
[naam] tablet filmomhuld was verstrekt, terwijl in werkelijkheid deze
hoeveelheid niet was verstrekt, en/of
-in/op die (elektronische) declaratie(s) (een) gedeclareerd(e) bedrag(en)
aangegeven, terwijl in werkelijkheid voornoemd(e) bedrag(en) niet was/waren
besteed,
zulks (telkens) met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en
onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
artikel 225 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 225 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij,
op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 7 februari 2013
tot en met 5 januari 2015,
in de gemeente Nijmegen en/of (elders) in Nederland,
(telkens) tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
meermalen, althans eenmaal,
(telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te
bevoordelen,
door het aannemen van een valse naam of van een valse hoedanigheid en/of door
een of meer listige kunstgre(e)p(en) en/of door een samenweefsel van
verdichtsels,
[naam bedrijf 2] en/of [naam bedrijf 1] en/of (een) ander(en),
heeft/hebben bewogen en/of doen bewegen tot de afgifte van één of meerdere
geldbedragen, in totaal euro 746.874,90, althans enig geldbedrag, in elk geval
enig goed,
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) - zakelijk weergegeven -
(telkens) opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in
strijd met de waarheid aan [naam bedrijf 2] en/of [naam bedrijf 1]
voorgewend dat er kosten waren gemaakt met betrekking tot het
medicijn [naam] tablet filmomhuld, terwijl deze kosten in werkelijkheid niet
waren gemaakt,
waardoor [naam bedrijf 2] en/of [naam bedrijf 1] is bewogen
tot bovenomschreven afgifte;
art. 326 Wetboek van Strafrecht
en/of
hij,
op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 6 mei 2015 tot en
met 24 mei 2015,
in de gemeente Nijmegen en/of (elders) in Nederland,
(telkens) tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
meermalen, althans eenmaal,
ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen
misdrijf om (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en)
wederrechtelijk te bevoordelen,
door het aannemen van een valse naam of van een valse hoedanigheid en/of door
een of meer listige kunstgre(e)p(en) en/of door een samenweefsel van
verdichtsels,
[naam bedrijf 2] en/of [naam bedrijf 1] en/of (een) ander(en),
te bewegen en/of doen bewegen tot de afgifte van één of meerdere
geldbedragen, in totaal euro 142.811, althans enig geldbedrag, in elk geval
enig goed,
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) - zakelijk weergegeven -
(telkens) opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in
strijd met de waarheid aan [naam bedrijf 2] en/of [naam bedrijf 1]
voorgewend dat er kosten waren gemaakt met betrekking tot het
medicijn [naam] tablet filmomhuld, terwijl deze kosten in werkelijkheid niet
waren gemaakt,
zijnde de uitvoering van dat misdrijf niet voltooid;
art. 326 jo. art. 45 Wetboek van Strafrecht
art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht

Voetnoten

1.Hoge Raad 6 november 2012, ECLI:NL:HR:2012:BX4280