ECLI:NL:RBROT:2017:3219

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
20 april 2017
Publicatiedatum
26 april 2017
Zaaknummer
10/711012-16
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bewezenverklaring van meerdere woninginbraken en pogingen daartoe door een minderjarige verdachte

Op 20 april 2017 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een minderjarige verdachte, geboren in 1999, die werd beschuldigd van meerdere woninginbraken en pogingen daartoe. De rechtbank heeft gelet op het arrest van de Hoge Raad van 4 april 2017, waarin werd vastgesteld dat het onderzoek aan de smartphone van de verdachte rechtmatig was, omdat hij toestemming had gegeven door zijn ontgrendelcode te verstrekken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met anderen betrokken was bij een reeks inbraken en pogingen daartoe in de periode van januari 2016 tot en met december 2016, waarbij verschillende goederen zijn weggenomen. De verdachte is veroordeeld tot een jeugddetentie van 180 dagen, waarvan 94 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. Daarnaast is een contactverbod opgelegd met medeverdachten en is de maatregel van vrijheidsbeperking voor twee jaar ingesteld. De rechtbank heeft de verdachte ook verplicht om mee te werken aan behandeling bij De Waag en aan de begeleiding door de jeugdreclassering. De rechtbank heeft de vorderingen van benadeelde partijen niet-ontvankelijk verklaard wegens onvoldoende onderbouwing.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team jeugd
Parketnummer: 10/711012-16
Datum uitspraak: 20 april 2017
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam , meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[Naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] (Portugal) op [geboortedatum] 1999,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres [adres 1] ,
raadsman mr. G.S.J. van Gestel, advocaat te Rotterdam .

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek met gesloten deuren op de terechtzitting van 6 april 2017.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. R.H.I. van Dongen heeft gevorderd:
  • vrijspraak van het onder 3 primair, 4 primair en 10 ten laste gelegde;
  • bewezenverklaring van het onder 1, 2, 3 subsidiair, 4 subsidiair, 5, 6, 7 primair, 8, 11 en 12 primair ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot jeugddetentie voor de duur van 180 dagen met aftrek
  • oplegging van een maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid voor de duur van twee jaar, inhoudende dat de verdachte zich houdt aan een contactverbod met de medeverdachten [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] , waarbij voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan vervangende jeugddetentie wordt toegepast voor de duur van 1 (één) week, met een totale duur van ten hoogste zes maanden en met het bevel dat de maatregel dadelijk uitvoerbaar is.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewijswaardering ten aanzien van de legitimiteit van onderzoek aan smartphones
De Hoge Raad heeft bij arrest van 4 april 2017 (ECLI:NL:HR:2017:588) hierover het volgende overwogen:
“2.5 Voor de waarheidsvinding mag onderzoek worden gedaan aan inbeslaggenomen voorwerpen teneinde gegevens voor het strafrechtelijk onderzoek ter beschikking te krijgen. In computers opgeslagen of beschikbare gegevens zijn daarvan niet uitgezonderd (vgl. HR 29 maart 1994, ECLI:NL:HR:1994: AD2076, NJ 1994/577). Dat geldt ook voor in andere inbeslaggenomen elektronische gegevensdragers en geautomatiseerde werken, waaronder smartphones, opgeslagen of beschikbare gegevens. De wettelijke basis voor dat onderzoek door opsporingsambtenaren is gelegen in het samenstel van de bepalingen waarop de bevoegdheid tot inbeslagneming is gebaseerd.
2.6
Voor het doen van onderzoek door een opsporingsambtenaar aan inbeslaggenomen elektronische gegevensdragers en geautomatiseerde werken teneinde de beschikking te krijgen over daarin opgeslagen of beschikbare gegevens vereist de wet geen voorafgaande rechterlijke toetsing of tussenkomst van de officier van justitie. Indien de met het onderzoek samenhangende inbreuk op de persoonlijke levenssfeer als beperkt kan worden beschouwd, biedt de algemene bevoegdheid van opsporingsambtenaren, neergelegd in art. 94, in verbinding met art. 95 en 96 Sv, daarvoor voldoende legitimatie. Dit zal het geval kunnen zijn indien het onderzoek slechts bestaat uit het raadplegen van een gering aantal bepaalde op de elektronische gegevensdrager of in het geautomatiseerde werk opgeslagen of beschikbare gegevens. Indien dat onderzoek zo verstrekkend is dat een min of meer compleet beeld is verkregen van bepaalde aspecten van het persoonlijk leven van de gebruiker van de gegevensdrager of het geautomatiseerde werk, kan dat onderzoek jegens hem onrechtmatig zijn. Daarvan zal in het bijzonder sprake kunnen zijn wanneer het gaat om onderzoek van alle in de elektronische gegevensdrager of het geautomatiseerde werk opgeslagen of beschikbare gegevens met gebruikmaking van technische hulpmiddelen.”
4.1.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat bovengenoemd arrest van de Hoge Raad in het onderhavige geval geen gevolg heeft voor de rechtmatigheid van het onderzoek aan verdachtes telefoon, nu de verdachte in zijn latere verhoor van 8 februari 2016 de ontgrendelcode van zijn telefoon vrijwillig heeft afgestaan en daarmee heeft ingestemd met het onderzoek in zijn smartphone.
4.1.2.
Standpunt verdediging
De verdediging refereert zich voor wat betreft dit punt aan het oordeel van de rechtbank.
4.1.3.
Beoordeling
De rechtbank stelt vast dat de verdachte tijdens zijn verhoor van 8 februari 2016 (documentcode 1602081525.V-ROSAN99), nadat hem om de ontgrendelcode was gevraagd, teneinde onderzoek te doen in zijn telefoon, de ontgrendelcode niet heeft afgestaan omdat er privéfoto’s op zijn telefoon stonden.
De rechtbank stelt voorts vast dat de verdachte tijdens een later verhoor op 8 februari 2016 (documentcode 1602081915.V-ROSAN99) alsnog vrijwillig de ontgrendelcode van zijn telefoon heeft afgestaan. Hiermee heeft de verdachte, wetende dat het onderzoek aan zijn telefoon ook zijn privédomein zou kunnen raken, toestemming gegeven voor dat onderzoek.
Gelet hierop en gelet op het feit dat de verdediging geen verweer heeft gevoerd ten aanzien van dit punt, is de rechtbank van oordeel dat het onderzoek in de smartphone van verdachte rechtmatig is.
Conclusie
Dit betekent dat de gegevens die op de inbeslaggenomen telefoon van de verdachte waren opgeslagen voor het bewijs kunnen worden gebezigd.
4.2.
Vrijspraak zonder nadere motivering
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het onder 3 primair, 4 primair en 10 ten laste gelegde niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat de verdachte daarvan zonder nadere motivering zal worden vrijgesproken.
4.3.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het onder 1, 3 subsidiair, 4 subsidiair en 5 ten laste gelegde zal zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard, nu op grond van de inhoud van de bewijsmiddelen wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte deze feiten heeft begaan.
4.4.
Bewijswaardering ten aanzien van het ten laste gelegde onder 2, 6, 7, 8, 11 en 12
4.4.1
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie concludeert tot bewezenverklaring van deze feiten, nu uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting voldoende wettig en overtuigend bewijs naar voren komt.
4.4.2
Standpunt verdediging
De raadsman bepleit vrijspraak voor deze feiten nu zijns inziens onvoldoende wettig en overtuigend bewijs in het dossier voorhanden is. Voorts voert de raadsman ten aanzien van feit 7 aan dat er een proces-verbaal van toewijzen van SIN-nummers aan het werktuigspoor in het dossier ontbreekt. Bovendien heeft er geen controle door een tweede onderzoeker van het werktuigspoor plaatsgevonden. De raadsman voert ten aanzien van feit 8 aan dat de verdachte een alibi had, nu hij ten tijde van de inbraak in het dorp was en daar ook heeft gepind. Ten aanzien van het DNA-spoor betrekking hebbend op feit 11 voert de raadsman primair aan dat er slechts sprake is van een afgeleid DNA-profiel en subsidiair voert hij aan dat er voor het aantreffen van DNA van de verdachte alternatieve scenario’s mogelijk zijn.
4.4.3
Beoordeling
De rechtbank leidt uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting het volgende af.
Uit onderzoek is gebleken dat er vanaf medio januari 2016 een golf van inbraken, dan wel pogingen daartoe, heeft plaatsgevonden in [plaats 1] , met name in de wijk [wijk] te [plaats 1] .
Ten aanzien van feit 2
Op 21 januari 2016 tussen 08:20 uur en 14:00 uur is aan de [adres 2] een poging woninginbraak gepleegd, waarbij veel braakschade is veroorzaakt met in ieder geval een baksteen. In het achterraam zat een gat van 15 bij 15 cm.
Naar aanleiding van getuigenverklaringen werden twee personen aangehouden, waaronder [medeverdachte 4] . In de mobiele telefoon van [medeverdachte 4] werden via de whatsapp zowel tekst- als audiobestanden aangetroffen verstuurd naar danwel ontvangen van een persoon, genaamd ‘ [naam 1] ’. Dat verdachte door anderen [naam 1] wordt genoemd, is door hem ter terechtzitting erkend. Het telefoonnummer van ‘ [naam 1] ’ betrof het nummer [nummer 1] . Uit een ingesteld onderzoek is gebleken dat dit nummer toebehoort aan de verdachte.
De letterlijke uitwerking van die gesprekken luidt, voor zover hier van belang, als volgt:
- Verstuurd op 21 januari 2016, 14:05 uur door [naam 1] , gesprek van 00:11 seconden:
“Dan deel je die winst bankoe met hem, hij mag ook uitkijk staan met jou, het is helemaal geen probleem, maar zorg dat je nu, nu hier komt swa we willen in die osso vallen binnen een half uurtje”.
- Verstuurd op 21 januari 2016, 14:05 door [naam 1] , gesprek van 00:10 seconden: “Ik denk dat we jou wel een barkie kunnen gunnen, je weet toch, die osso is dik broer, maar we zijn niet binnen geweest”.
Op een screenshot van een whatsapp-gesprek van 14.03 uur verstuurd door [medeverdachte 4] aan [naam 1] )staat de tekst:
“kom kom djoenta…. [naam 1] is al er doorheen.”
Ten aanzien van feit 6
Op 28 januari 2016 tussen 08:10 uur en 20:00 uur is aan [adres 3] te [plaats 1] een poging woninginbraak gepleegd, met wederom veel braakschade. De achterdeur was opengebroken met een koevoet.
Op 28 januari 2016 om 14.21 uur werd bij de politie gemeld dat twee donkergetinte jongens zijn gezien van rond de 15 en 18 jaar oud. Een van de jongens zou een camouflage rugzak bij zich hebben. In de omgeving zijn de verdachte en medeverdachte [medeverdachte 2] staande gehouden, waarbij [medeverdachte 2] een camouflage tas in zijn handen had. Na een identiteitscontrole mochten de verdachten hun weg verder vervolgen.
Omstreeks 14:45 uur, werd door verbalisanten gezien, dat de verdachten aan de achterzijde van [adres 3] , zich ter hoogte van pandnummer [nummer 5] ophielden, waarbij zij opvallend om zich heen keken.
Voorts bevinden zich verschillende whatsapp-gesprekken, zowel tekst- als audioberichten, in het dossier.
De letterlijke uitwerking van een selectie van deze gesprekken luidt, voor zover hier van belang, als volgt:
Op 28 januari 2016 tussen 09:51 PM en 09:58 PM vond het navolgende gesprek plaats tussen een persoon genaamd ' [naam 2] ' en de verdachte, hierna aan te duiden als [Naam verdachte] .
[Naam verdachte] : Ik ging vandaag brakie zetten met [naam 3] undercover skiemt osn heel de weg gwn-
(...)
[Naam verdachte] : We werden nog aangehouden precies nadat ik sporttas had gepakt
[Naam verdachte] : Gwn geplant duidelijk undercover ze volgde zelfs in auto na tijdje is niet eens fatoe meer vraag [naam 3]
[Naam verdachte] : Gelukkig was me koevoet bij [naam 4] ik had ze door kk snel
NN: Waar in [plaats 1]
[Naam verdachte] : [wijk]
[Naam verdachte] : Mijn wijk
[Naam verdachte] : We hebben 6 brakas hier gezet drm
(...)
[Naam verdachte] : 6 brakas in 2 weeken
Het is de rechtbank ambtshalve bekend, dat brakkie straattaal is voor breken en of een inbraak, dat undercover skiemen straattaal is voor het in de gaten houden door de politie die niet in uniform is, dat met 6 brakkas in 2 weeken wordt bedoeld, dat er in 2 weken tijd zesmaal is ingebroken.
Op 28 januari 2016 tussen 04:19 AM en 10:33 AM vond het navolgende gesprek plaats tussen de verdachte ( [Naam verdachte] ) en [medeverdachte 3] (M)
[Naam verdachte] : We hebben gwn genoeg huizen in [plaats 1] gepakt
[Naam verdachte] : 7 in 2 weken
(...)
[Naam verdachte] : Alleen 3 gelukt
(...)
De rechtbank maakt uit dit gesprek op, dat van de zeven keer dat is geprobeerd in te breken, het drie keer is gelukt.
Op 28 januari 2016, werd omstreeks 16:09 uur, door verdachte [Naam verdachte] een audio bestand verstuurd naar een contact persoon genaamd ' [naam 4] ', voorzien van het telefoon nummer ' [nummer 2] ':
"Luister broer. Ik krijg die deur open, nu al ongeveer 2 uurtjes terug. Dus wat doe ik, dat is normaal je weet toch, we gaan een rondje lopen. Maar ik moest sowieso naar m'n osso dus we lopen richting m'n osso en dan zouden we terug gaan want de deur was al open. We konden al naar binnen gaan maar je weet toch. Ik zette 1 voetstap naar binnen. Ik keek een beetje. Het zag er goed uit. Het was echt een goeie goeie osso aight. We gaan loesoe van daar, hoe we terug willen lopen. We zien 2 scotoe busjes en ze houden ons aan. (...)”
Het is de rechtbank ambtshalve bekend, dat osso straattaal is voor huis, loesoe straattaal is voor weggaan en scotoe straattaal is voor politie.
Op 29 januari 2016, werd omstreeks 01:57 uur, door een contact persoon genaamd ' [medeverdachte 3] ', voorzien van het telefoon nummer ' [nummer 6] ', een audio bestand verstuurd naar het telefoontoestel van verdachte [Naam verdachte] :
"Yo kom morgenochtend dan gewoon actief. Ik kan gewoon [plaats 1] djoekoe. Gewoon 10 uur zo. Pakken we een paar osso's achter elkaar. Pakken we een paar waggles achter elkaar. Ja man, ben gewoon actief man op die twee dingen. Pak veel. Pak gelijk op 1 dag pakken we 5, 6 achter elkaar."
Het is de rechtbank ambtshalve bekend, dat waggies straattaal is voor auto’s.
Ten aanzien van feit 7
Op 3 februari 2016 is tussen 14.00 uur en 14.30 uur, een woninginbraak gepleegd aan de [adres 4] te [plaats 1] , waarbij wederom de achterdeur was opengebroken middels een breekvoorwerp. Bij deze inbraak zijn onder andere twee autosleutels gestolen.
Op 7 februari 2016 is de verdachte terzake verdenking van heling aangehouden. In zijn fouillering werden twee autosleutels aangetroffen, die afkomstig waren van de woninginbraak aan de [adres 4] te [plaats 1] .
Bij een doorzoeking in de slaapkamer van de verdachte werden verschillende goederen aangetroffen en in beslag genomen, waaronder een breekijzer, een camera en een mobiele telefoon merk Samsung. De camera en de mobiele telefoon zijn later door aangevers herkend als zijnde hun eigendom die bij de woninginbraak zijn weggenomen.
Het dossier bevat voorts een proces-verbaal van een vergelijkend werktuigsporenonderzoek (documentnummer 1602231200.0IG). In dit onderzoek wordt geconcludeerd dat de werktuigsporen in de woning aan de [adres 4] te [plaats 1] zijn veroorzaakt met het breekijzer dat in de slaapkamer van de verdachte is aangetroffen.
Voorts bevinden zich verschillende whatsapp-gesprekken, zowel tekst- als audioberichten, in het dossier.
De letterlijke uitwerking van een selectie van deze gesprekken luidt, voor zover hier van belang, als volgt:
Op 03 februari 2016, werd omstreeks 19:33 uur, door verdachte [Naam verdachte] en audio bestand verstuurd naar een contactpersoon genaamd " [medeverdachte 2] ", voorzien van het telefoon nummer ' [nummer 3] '
"(...) ik ben gevallen bij die osso waar we vorige keer waren toen die ruimte te krap was. Weetje wat er dit keer aan de hand was, ik ging nog een keer daar kijken broer, die deur was niet op slot maar hij had wel die knoppen zeg maar. Maar ik heb die eruit gehaald met voetje, omdat die deur niet op slot was kon ik hem tussen zetten die voetje. (...) Uhm Collin houdt die deur zo vast, hij begint zo te trekken je ziet die ding beneden helemaal open gaan zo. Ik zet die voetje zo helemaal naar boven, ik schuif hem naar boven, ik zet hem goed broer. Ik trek, die doeroe gaat open pirie. Maar hoor deze broer we waren binnen zo, we swipen Ps4, we swipen kanker veel dingen, WII was daar ook we swipen lappie broer. (...)”
Op 3 februari 2016, werd omstreeks 19:11 uur, door verdachte [Naam verdachte] een audio bestand verstuurd naar een contact persoon genaamd ' [medeverdachte 1] ', voorzien van het telefoon nummer ' [nummer 4] ':
"Sowieso [naam 6] , sowieso. We hebben een goeie osso gepakt man. Je weet toch, on to the next. Volgende week zijn we weer bezig. Let's get it. We stoppen niet."
(...)
Op 7 februari 2016 werden volgende whatsappberichten tussen [Naam verdachte] ( [Naam verdachte] ) en [medeverdachte 5] ( [medeverdachte 5] ) verstuurd.
(...)
7 februari 2016 tussen 12:26 pm en 02:00 pm
(...)
[Naam verdachte] : Ik app je als ik uit osso ga Je kan rijden toch?
Ik doe niet meer aan scobys Heb 2 waggies
[medeverdachte 5] : Hoezo
[Naam verdachte] : [wijk] gwn
Van een braka sleutels geklemt hij staat er nog steeds ben binnen geweest alles die andere heb ik nog niet gezien die is vaak weg alleen bij die brakie zag ik die
(...)
[medeverdachte 5] : Welke waggie is t?
[Naam verdachte] : Nissan en seat.
(...)
Op 7 februari 2016, werd omstreeks 16:51 uur, door verdachte [Naam verdachte] een audio bestand verstuurd naar een contact persoon genaamd ' [medeverdachte 1] ', voorzien van het telefoon nummer ' [nummer 4] ' :
"Ik ben staande gehouden. Die keys zijn loesoe. Ze zijn loesoe my niffo. Dus we kunnen niks meer doen met die waggies man."
Ten aanzien van feit 8
Op 3 maart 2016 rond 14:15 uur is aan het [adres 5] te [plaats 1] een poging woninginbraak gepleegd, met braakschade aan de achterdeur.
Door meerdere getuigen is gemeld dat rond het tijdstip van de poging inbraak meerdere jongens zijn gezien die al dan niet een rugzak bij zich droegen, die bij meerdere adressen hebben aangebeld en zich vreemd gedroegen. Getuige [getuige] heeft verklaard over een viertal dat mogelijk aan het inbreken was. Als de politie ter plaatse is gearriveerd rennen de jongens weg. Later zijn [medeverdachte 1] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] aangehouden. Getuige [getuige] heeft de door de politie aangehouden [medeverdachte 3] herkend.
In de tuin van de woning aan het [adres 5] is naast een breekijzer en schoensporen ook een rugtas aangetroffen. De verdachte heeft verklaard dat de rugtas van hem is, maar van hem is gestolen. In de rugtas is een dactyloscopisch spoor van de verdachte (op een geel zakje) aangetroffen. In de rugtas zijn schoolspullen gevonden van de school waar de verdachte op zat, zoals bijvoorbeeld een antwoordenboek, die door de mentor van de school van de verdachte is herkend als zijnde zijn antwoordenboek.
Ten aanzien van feit 11
Op 22 oktober 2016 rond tussen 22.22 uur en 23.00 uur is aan [adres 6] te [plaats 1] een poging woninginbraak gepleegd, waarbij met een breekvoorwerp geprobeerd is om het raam te verbreken.
In de achtertuin van de [adres 6] is onder een tuinstoel een sok aangetroffen.
Uit DNA-onderzoek blijkt dat het sporenmateriaal wat is aangetroffen op deze sok afkomstig is van de verdachte.
Ten aanzien van feit 12
Tussen 3 december 2016 te 15.00 uur en 4 december 2016 11.44 uur is aan [adres 7] te [plaats 1] een woninginbraak gepleegd door een ruit in de deur te breken en waarbij naast een Xbox One en andere elektronica ook gouden sieraden zijn weggenomen.
Op 6 december 2016 werden bij een doorzoeking in de slaapkamer van de verdachte wederom verschillende goederen, waaronder een Xbox One en diverse sieraden, aangetroffen en in beslag genomen. De sieraden werden later door aangeefster herkend als zijnde haar eigendom. Onderzoek aan de Xbox One wees uit dat diverse gegevens die van aangeefster waren verkregen overeenkwamen met gegevens die na het opstarten van de spelcomputer op het scherm verschenen.
Conclusie
De rechtbank acht, gelet op voornoemde bewijsmiddelen ten aanzien van feit 6 en 7, in onderlinge samenhang bezien, wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte samen met anderen de poging inbraak aan [adres 3] , ten laste gelegd onder 6, en samen met anderen de woninginbraak aan de [adres 4] , ten laste gelegd onder 7 primair, heeft gepleegd. Gelet op het overig voorhanden zijnde bewijs in het dossier gaat de rechtbank voorbij aan het verweer van de raadsman met betrekking tot het ontbreken van een proces-verbaal van toewijzen van SIN-nummers aan het werktuigspoor en de controle daarvan door een tweede onderzoeker.
Voorts acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de poging woninginbraak aan de [adres 6] , ten laste gelegd onder 11, heeft gepleegd, nu de in de achtertuin van deze woning aangetroffen sok met DNA-sporen van de verdachte “schreeuwt” om een verklaring, die de verdachte niet heeft gegeven. De rechtbank gaat voorbij aan het door de raadsman geschetste alternatieve scenario, alleen al omdat dit niet door de verdachte zelf naar voren is gebracht.
Ten aanzien van het verweer van de raadsman dat de verdachte een alibi heeft opgegeven voor feit 8, overweegt de rechtbank dat dit alibi niet relevant is, nu het tijdstip waarop de verdachte naar het dorp is gegaan en daar ook heeft gepind valt na het tijdstip van de poging woninginbraak. De rechtbank acht de verklaring van de verdachte, dat de rugtas van hem is, maar van hem is gestolen, ongeloofwaardig. De rechtbank vermag niet in te zien, waarom een ander de rugtas van de verdachte met daarin schoolspullen van de verdachte zou meenemen bij een inbraak. De rechtbank is ervan overtuigd, dat de verdachte deze poging woninginbraak heeft gepleegd.
De rechtbank is voorts van oordeel dat de inhoud van de whatsapp-gesprekken en de processen-verbaal die zijn opgemaakt ten aanzien van de hiervoor genoemde feiten 6 en 7 kunnen worden gebruikt als schakelbewijs voor de ten laste gelegde feiten onder 2, 8 en 12.
Volgens de doctrine en de jurisprudentie van de Hoge Raad is het gebruik van aan andere bewezen geachte, soortgelijke, feiten ten grondslag liggende bewijsmiddelen als ondersteunend bewijs (schakel-, ketting- of ketenbewijs) toegelaten. Voorwaarde is dat het bewijsmateriaal van die andere feiten op essentiële punten belangrijke overeenkomsten vertoont met het bewijsmateriaal van het te bewijzen feit en dat duidt op een specifiek patroon in het gedrag van verdachte, welk patroon herkenbaar aanwezig is in de voor het te bewijzen feit voorhanden zijnde bewijsmiddelen.
Voor de redengevendheid van het schakelbewijs wijst de rechtbank op de data en tijdstippen van de gevoerde whatsappgesprekken (de whatsappgesprekken zijn vaak gevoerd vlak na de inbraken of pogingen daartoe), de inhoud daarvan (gesproken wordt over het inbreken in de wijk [wijk] in [plaats 1] , zeven maal, waarvan driemaal gelukt), de modus operandi, te weten, eerst bij een aantal huizen aanbellen, het steeds inbreken of proberen in te breken bij hoekhuizen, het steeds inbreken of proberen in te breken in [plaats 1] , met name in de wijk [wijk] in [plaats 1] , het gebruikmaken van een koevoet of baksteen en het meestal overdag (verdachte zegt zelf in de groepsapp dat hij altijd inbreekt tussen 12.00 en 14.00 uur) in groepsverband opereren. Voorts wijst de rechtbank op het korte tijdsbestek waarbinnen de verschillende (pogingen) woninginbraken hebben plaats gevonden vanaf medio januari 2016. Opvallend daarbij is dat in de periode gelegen tussen de feiten gepleegd in februari en maart 2016 en de feiten gepleegd in oktober en december 2016 verdachte zich in voorlopige hechtenis bevond. Immers de verdachte zat van 7 februari 2016 tot en met 25 februari 2016 in voorlopige hechtenis. De feiten 1 tot en met 7 zijn voor die periode gepleegd. Vervolgens zat de verdachte van 14 april 2016 tot en met 20 mei 2016, van 15 juni 2016 tot en met 14 juli 2016 en van 6 tot en met 9 december 2016 in voorlopige hechtenis. De feiten 11 en 12 zijn gepleegd tussen 14 juli 2016 en 6 december 2016.
De rechtbank is gelet op het voorgaande van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte de poging woninginbraak aan de [adres 2] , ten laste gelegd onder 2, de poging woninginbraak aan het [adres 5] , ten laste gelegd onder 8, en de woninginbraak aan de [adres 7] , ten laste gelegd onder 12 primair, heeft begaan.
Deze beslissing is zowel gegrond op de ten aanzien van die feiten weergegeven bewijsmiddelen, als op het schakelbewijs bestaande uit de bewijsmiddelen die ten grondslag hebben gelegen aan het bewijs van in het bijzonder feit 6 en 7 en meer in het algemeen de overige bewijsmiddelen hiervoor genoemd, een en ander in onderling verband en samenhang bezien.
4.5.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3 subsidiair, 4 subsidiair, 5, 6, 7 primair, 8, 11 en 12 primair ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1.
hij in
of omstreeksde periode van 15 juni 2015 tot en met 7 februari 2016 te [plaats 1] , gemeente [gemeente] , en
/ofte [plaats 2] ,
(een)goed
(eren
), te weten
- een paspoort (op naam van [naam 7] ) en
/of
- een laptop (merk/type Toshiba Sattelite) en
/of
- een of meer siera
(a)d
(en
),
heeft verworven en/ofheeft voorhanden gehad
en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van
dat/die goed
(eren
)wist,
althans redelijkerwijs had moeten vermoeden,dat het
(een)door misdrijf, namelijk door diefstal,
althans door enig (ander) misdrijf,verkregen goed
(eren
)betrof;
2.
hij op
of omstreeks21 januari 2016 te [plaats 1] , gemeente [gemeente] , ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in
/uitde woning
/het pand[adres 2] weg te nemen geld en/of goederen van zijn/hun gading,
geheel of ten deletoebehorende aan [naam 15] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders enzich daarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of die/dat weg te nemen geld en/of goederen onder zijn
/haar/hun bereik te brengen door middel van braak,
verbreking of inklimming,met een steen,
althans een hard/zwaar voorwerp,een raam van die woning
/dat pandheeft geforceerd, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3. subsidiair:
hij in
of omstreeksde periode van 30 oktober tot en met 5 november 2015 te [plaats 1] , gemeente [gemeente] , een goed, te weten een bromfiets (merk/type TaoTao, Vidi 50), kenteken [kenteken 1] ,
heeft verworven en/ofheeft voorhanden gehad
en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dat goed wist,
althans redelijkerwijs had moeten vermoeden,dat het een door misdrijf, namelijk door diefstal,
althans door enig (ander) misdrijf,verkregen goed betrof;
4. subsidiair:
hij in
of omstreeksde periode van 29 september tot en met 9 oktober 2015 te [plaats 1] en/of te [plaats 2] ,
althans in Nederland,een goed, te weten een scooter (merk/type Turbho R1-50), kenteken [kenteken 2] ,
heeft verworven en/ofheeft voorhanden gehad
en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dat goed wist,
althans redelijkerwijs had moeten vermoeden,dat het een door misdrijf, namelijk door diefstal,
althans door enig (ander) misdrijf,verkregen goed betrof;
5.
hij op
of omstreeks10 januari 2016 te [plaats 1] , gemeente [gemeente] , met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een scooter (merk Znen [ [kenteken 3] ]),
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [naam 8] en/of [naam 9] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte,zulks nadat hij, verdachte, die weg te nemen scooter onder zijn bereik had gebracht door middel van verbreking van het stuurslot;
6.
hij op
of omstreeks28 januari 2016 te [plaats 1] , gemeente [gemeente] , ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in
/uiteen woning aan [adres 3]weg te nemen geld en/of goederen van zijn gading,
geheel of ten deletoebehorende aan [naam 10] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders enzich daarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of die/dat weg te nemen geld en/of goederen onder zijn
/haar/hun bereik te brengen door middel van braak
en/of verbreking,
een deur en/ofeen raam (met een koevoet) heeft opengebroken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
7. Primair:
hij op
of omstreeks03 februari 2016 te [plaats 1] , gemeente [gemeente] , tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
inuiteen woning aan de [adres 4]
- een telefoon [merk Samsung {type GT-S7500}] en
/of
- een fotocamera [merk Canon {type Powershot A71}] en
/of
- een autosleutel [merk Nissan {type Note}] en
/ofeen autosleutel merk [Suzuki{type Swift}] en
/of
- een spelcomputer [merk Nintendo {type Wii}] en
/ofeen spelcomputer [merk Sony {type Playstation 4}],
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [naam 11] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s),
zulks nadat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s), zich daarbij de toegang tot genoemde woning heeft/hebben verschaft,zulks nadat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s), die weg te nemen telefoon en/of fotocamera en/of autosleutel(s) en/of spelcomputer(s) onder hun bereik had(den) gebrachtdoor braak
en/of verbreking en/of inklimming;
8.
hij op
of omstreeks03 maart 2016 te [plaats 1] , gemeente [gemeente] , ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in
/uitde woning
/het pand[adres 5] weg te nemen geld en/of goederen van zijn/hun gading,
geheel of ten deletoebehorende aan [naam 12] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders enzich daarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of die/dat weg te nemen geld en/of goederen onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak,
verbreking en/of inklimming,met een breekijzer,
althans een hard voorwerp,heeft/hebben geprobeerd een deur van die woning
/dat pandte forceren, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
11.
hij op
of omstreeks22 oktober 2016 te [plaats 1] , gemeente [gemeente] , ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een of meer anderen
, althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in
/uiteen woning aan de [adres 6] weg te nemen goederen van zijn/hun gading,
geheel of ten deletoebehorende aan [naam 13] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders enzich daarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of die
/datweg te nemen goederen van zijn/hun gading onder zijn
/haar/hun bereik te brengen door middel van braak
en/of verbreking, (met) een breekvoorwerp,
althans een hard voorwerpeen raam heeft/hebben geforceerd, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
12. primair:
hij in
of omstreeksde periode van 03 december 2016 tot en met 04 december 2016 te [plaats 1] , gemeente [gemeente] ,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in
/uiteen woning aan de [adres 7] heeft/hebben weggenomen
- twee spelcomputers (XBOX ONE 500 GIG Harde schijf, 3 controllers met Kinect sensor en
/ofeen Nintendo 3DS XL) en
/of
- een laptop en
/of
- IPad AIR 2 Zilver en
/of
-
(gouden
)siera
(a)d
(en
)en
- een schroefboormachine Bosch,
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [naam 14] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s),zulks nadat hij, verdachte,
en/of zijn mededader(s),zich daarbij de toegang tot genoemde woning heeft
/hebbenverschaft
en/of die weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebrachtdoor braak
en/of verbreking.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
1.
opzetheling;
2.
poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;

3.subsidiair:

opzetheling;

4.subsidiair:

opzetheling;

5.
diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking;
6.
poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;

7.primair:

diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;

8.
poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
11.
poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;

12.primair:

Diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is een omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is niet strafbaar.

7.Motivering straf en maatregel

7.1.
Algemene overweging
De straf en maatregel die aan de verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf en maatregel zijn gebaseerd
De verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan twee woninginbraken en vier pogingen daartoe. Daarnaast heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan een diefstal van een scooter en aan opzetheling van twee scooters en andere goederen.
Bij de voltooide woninginbraken zijn diverse goederen weggenomen. De verdachte heeft door zijn handelen herhaaldelijk geen respect getoond voor het eigendomsrecht van een ander. De benadeelden hebben door deze feiten materiële schade en hinder ondervonden. Met name de woninginbraken zijn ernstige feiten. Een woning is bij uitstek een plek waar men zich veilig moet kunnen voelen. Door zijn handelen heeft de verdachte inbreuk gemaakt op het gevoel van veiligheid bij de bewoners. Bovendien zorgen (woning)inbraken voor gevoelens van angst, onrust en onveiligheid in de maatschappij.
De verdachte heeft door het helen van goederen bijgedragen aan de instandhouding van vermogenscriminaliteit.
Behalve aan de bewezen feiten heeft de verdachte zich ook schuldig gemaakt aan het feit dat op de dagvaarding kort is omschreven en waarvan is medegedeeld dat de verdachte deze heeft erkend. De officier van justitie heeft te kennen gegeven dat dit feit niet afzonderlijk zal worden vervolgd. De verdachte heeft dit feit op de terechtzitting erkend. Met dit strafbare feit wordt bij de strafoplegging rekening gehouden.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft in het nadeel van verdachte acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 15 maart 2017, waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor een strafbaar feit.
7.3.2.
Rapportages /en verklaringen van deskundigen op de terechtzitting
De rechtbank heeft tevens acht geslagen op de navolgende recente rapportages ten aanzien van de persoon van de verdachte.
Psycholoog drs. M.J.G.M. Wetsteijn heeft een rapport over de verdachte opgemaakt gedateerd 19 juli 2016. Dit rapport houdt, kort weergegeven, het volgende in.
Bij de verdachte kan worden gesproken van een in sociaal-emotioneel opzicht een forse achterstand en daarmee van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens i.c. identiteitsproblematiek. Het cognitieve niveau van de verdachte kan als gemiddeld worden omschreven. Dit was ook zo ten tijde van het plegen van het ten laste gelegde, indien bewezen verklaard. De verdachte is door zijn cognitieve niveau voldoende in staat te "leren" van bepaalde situaties en/of van de reacties van zijn omgeving op zijn handelen maar dit leerproces gaat niet van harte. Mocht hij in de nabije toekomst opnieuw in een vergelijkbare situatie terechtkomen dan is het niet ondenkbaar dat hij zal recidiveren, althans zolang aan zijn persoonlijkheidsproblematiek niet gewerkt wordt. De verdachte is nog beïnvloedbaar, naïef en daarmee kwetsbaar. De verdachte is een grotendeels ontkennende verdachte en mede om die reden kan een strafadvies niet geformuleerd worden.
Mocht de rechtbank tot een bewezenverklaring van de aan hem ten laste gelegde feiten komen, dan lijkt het raadzaam een voorwaardelijk strafdeel op te leggen dat een traject van behandeling kadert, bij voorkeur in de context van het gezin met de moeder. Gedacht kan worden aan Multi System Therapy, via een instelling als De Waag in [plaats 2] . Een externe motivatie zal noodzakelijk zijn en van belang is ook een continueren van de begeleiding door de jeugdreclassering. De begeleiding dient gericht te zijn op een versterking van de autonomie van de verdachte.
JBRR heeft een gezinsplan over de verdachte opgemaakt, gedateerd 5 april 2017. Dit plan houdt, kort weergegeven, het volgende in.
Om het recidiverisico, dat door de jeugdreclassering als hoog wordt ingeschat, te verlagen is het van belang dat de verdachte afstand kan nemen van vrienden met criminele activiteiten en zelf keuzes leert maken, waarbij hij een goede inschatting kan maken van mogelijke oorzaken en gevolgen voor hemzelf en voor anderen. Daarnaast is het voor de verdachte van belang dat hij een meer structurele invulling van zijn vrije tijd krijgt waarbij een bijbaan voor hem heel goed zou zijn. In de behandeling van De Waag zal met hem gewerkt worden om deze doelen te bereken, waarbij van hem wel een open en meewerkende houding verwacht wordt. JBRR adviseert de rechtbank de verdachte een onvoorwaardelijke straf in de vorm van jeugddetentie, gelijk aan de duur van het voorarrest, alsmede een voorwaardelijke jeugddetentie op te leggen met hieraan verbonden een proeftijd van twee jaar met als bijzondere voorwaarden dat de verdachte:
- zich houdt aan de afspraken en aanwijzingen met de jeugdreclassering uitgevoerd door JBRR, ook als dat inhoudt meewerken aan een contactverbod zoals nu nog geldend en een avondklok;
- meewerkt aan de begeleiding en behandeling van De Waag;
- meewerkt aan het verkrijgen en behouden van een zinvolle vrijetijdsbesteding in de vorm van sporten en bijbaan.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hiervoor heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Straffen
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van jeugddetentie. Bij de bepaling van de duur van de jeugddetentie heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd.
Nu de psycholoog de jeugdreclassering begeleiding en bijzondere voorwaarden noodzakelijk achten, zal de rechtbank een deel van de voorgenomen straf voorwaardelijk opleggen, met de voorwaarden die hierna worden genoemd. Dit voorwaardelijk strafdeel dient er tevens toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
Vrijheidsbeperkende maatregel (artikel 77h juncto 38v Wetboek van Strafrecht)
Ter voorkoming van strafbare feiten wordt aan de verdachte de maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid voor de duur van twee jaar(vul de feitaanduidingen in) opgelegd, inhoudende een (vul de feitaanduidingen in) contactverbod met de medeverdachten
[medeverdachte 2];
[medeverdachte 1]en
[medeverdachte 3].
Gelet op de hoeveelheid feiten waar de verdachte voor zal worden veroordeeld, is de rechtbank van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte opnieuw een strafbaar feit zal plegen. Daarom zal de rechtbank bevelen dat de opgelegde maatregel dadelijk uitvoerbaar is.
Algemene afsluiting
Alles afwegend worden na te noemen straf en maatregel passend en geboden geacht.

8.Vorderingen benadeelde partijen/schadevergoedingsmaatregel

Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: [naamBP1] wonende te [plaats 1] , ter zake van het onder 4 tenlastegelegde feit. De benadeelde partij vordert een bedrag van € 302,-- aan materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment van het ontstaan van de schade.
Als benadeelde partij heeft zich voorts in het geding gevoegd: [naamBP2] , wonende te [plaats 1] , ter zake van het onder 11 tenlastegelegde feit. De benadeelde partij vordert een bedrag van € 209,-- aan materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment van het ontstaan van de schade.
8.1.
Standpunt officier van justitie
Ten aanzien van de benadeelde partij [naamBP1] concludeert de officier van justitie tot niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij wegens het niet onderbouwen van de vordering. Hij concludeert tot toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [naamBP2] tot een bedrag van € 100,--, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
8.2.
Standpunt verdediging
De verdediging verzoekt de benadeelde partij [naamBP1] niet-ontvankelijk te verklaren en subsidiair de vordering af te wijzen, wegens niet onderbouwing.
Ten aanzien van de benadeelde partij [naamBP2] verzoekt de verdediging de vordering van de benadeelde partij eveneens af te wijzen, wegens niet onderbouwing.
8.3.
Beoordeling
De benadeelde partij [naamBP1] kan niet worden ontvangen in haar vordering nu deze vordering niet nader is onderbouwd.
De benadeelde partij [naamBP2] kan evenmin worden ontvangen in zijn vordering nu deze vordering niet nader is onderbouwd.
Nu de vorderingen van de benadeelde partijen niet-ontvankelijk zullen worden verklaard, zullen de benadeelde partijen worden veroordeeld in de kosten door de verdachte ter verdediging van de vorderingen gemaakt, welke kosten tot op heden worden begroot op nihil.
8.4.
Conclusie
De verdachte hoeft geen schadevergoeding te betalen aan de benadeelde partijen.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 38v, 38w, 45, 77a, 77g, 77h, 77i, 77x, 77y, 77z, 77gg, 311 en 416 van het Wetboek van Strafrecht.

10.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte de onder 3 primair, 4 primair en 10 ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1, 2, 3 subsidiair, 4 subsidiair, 5, 6, 7 primair, 8, 11 en 12 primair ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een jeugddetentie
voor de duur van 180 (honderdentachtig) dagen,
bepaalt dat een gedeelte van de jeugddetentie groot 94 dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten wegens niet nakoming van na te melden voorwaarden;
stelt de proeftijd vast op 2 jaren onder de algemene voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich voor het einde van die proeftijd niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit zijn medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
- zijn medewerking zal verlenen aan het door de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, afdeling jeugdreclassering (hierna: JBRR) te houden toezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met het vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
en onder de bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde:
- zich gedurende de proeftijd onder behandeling zal stellen bij De Waag of een soortgelijke instelling;
geeft opdracht aan JBRR tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarde en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde jeugddetentie in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
legt de veroordeelde op de
maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid voor de duur van twee jaarinhoudende dat de veroordeelde wordt bevolen zich te onthouden van direct of indirect contact met de medeverdachten
[medeverdachte 2];
[medeverdachte 1]en
[medeverdachte 3]
bepaalt dat voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan, vervangende jeugddetentie wordt toegepast voor de duur van één week, met een totale duur van ten hoogste zes maanden;
met bevel dat de maatregel dadelijk uitvoerbaar is;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte, dat bij eerdere beslissing is geschorst;
verklaart de [naamBP1] en de benadeelde partij
[naamBP2]niet-ontvankelijk in hun vorderingen;
veroordeelt de benadeelde partij [naamBP1] en de benadeelde partij [naamBP2] in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vorderingen gemaakt, en begroot deze kosten op nihil.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. O.E.M. Leinarts, voorzitter, tevens kinderrechter,
en mrs. M.J.M. Marseille en S. Woudman-Bijl, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. K. Kandemir-Akkal, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De jongste en oudste rechter zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
[adres 8]
hij in of omstreeks de periode van 15 juni 2015 tot en met 7 februari 2016 te [plaats 1] , gemeente [gemeente] , en/of te [plaats 2] , (een) goed(eren), te weten
- een paspoort (op naam van [naam 7] ) en/of
- een laptop (merk/type Toshiba Sattelite) en/of
- een of meer siera(a)d(en),
heeft verworven en/of heeft voorhanden gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dat/die goed(eren) wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf, namelijk door diefstal, althans door enig (ander) misdrijf,
verkregen goed(eren) betrof;
(art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht)
[adres 2]
hij op of omstreeks 21 januari 2016 te [plaats 1] , gemeente [gemeente] , ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit de woning/het pand [adres 2] weg te nemen geld en/of goederen van zijn/hun gading, geheel of ten dele toebehorende aan [naam 15] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders en zich daarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of die/dat weg te nemen geld en/of goederen onder zijn/haar/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking of inklimming, met een steen, althans een hard/zwaar voorwerp, een raam van die woning/dat pand heeft geforceerd, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(art 310, 311 lid 1 ahf/sub 4 en 5, 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
3. [ Scooter]
hij op of omstreeks 30 oktober 2015 te [plaats 1] , gemeente [gemeente] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een
bromfiets (merk/type TaoTao, Vidi50), kenteken [kenteken 1] , in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan J. Zom, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders;
(art 310, 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht)
Subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 30 oktober tot en met 5 november 2015 te [plaats 1] , gemeente [gemeente] , een goed, te weten een bromfiets (merk/type TaoTao, Vidi 50), kenteken [kenteken 1] , heeft verworven en/of heeft voorhanden gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dat goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het een door misdrijf, namelijk door diefstal, althans door enig (ander) misdrijf, verkregen goed betrof;
(art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht)
4. [ Scooter]
hij op of omstreeks 29 september 2015 te [plaats 2] , gemeente [plaats 2] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een scooter (merk/type Turbho R1-50), kenteken [kenteken 2] , in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam 16] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders;
(art 310, 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht)
Subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 29 september tot en met 9 oktober 2015 te [plaats 1] en/of te [plaats 2] , althans in Nederland, een goed, te weten een scooter (merk/type Turbho R1-50), kenteken [kenteken 2] , heeft verworven en/of heeft voorhanden gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dat goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het een door misdrijf, namelijk door diefstal, althans door enig (ander) misdrijf, verkregen goed betrof;
(art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht)
5. [adres 9]
hij op of omstreeks 10 januari 2016 te [plaats 1] , gemeente [gemeente] , met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een scooter (merk Znen [ [kenteken 3] ]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam 8] en/of [naam 9] , in elk geval aan een ander
of anderen dan aan hem, verdachte, zulks nadat hij, verdachte, die weg te nemen scooter onder zijn bereik had gebracht door middel van verbreking van het stuurslot;
(art 310, 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht)
6. [ [adres 3] ]
hij op of omstreeks 28 januari 2016 te [plaats 1] , gemeente [gemeente] , ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit [adres 3] weg te nemen geld en/of goederen van zijn gading, geheel of ten dele toebehorende aan [naam 10] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders en zich daarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of die/dat weg te nemen geld en/of goederen onder zijn/haar/hun bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking, een deur en/of een raam (met een koevoet) heeft opengebroken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(art 310, 311 lid 1 ahf/sub 4 en 5, 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
7. [adres 4]
hij op of omstreeks 03 februari 2016 te [plaats 1] , gemeente [gemeente] , tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen uit een woning aan de [adres 4]
- een telefoon [merk Samsung {type GT-S7500}] en/of
- een fotocamera [merk Canon {type Powershot A71}] en/of
- een autosleutel [merk Nissan {type Note}] en/of een autosleutel merk [Suzuki{type Swift}] en/of
- een spelcomputer [merk Nintendo {type Wii}] en/of een spelcomputer [merk Sony {type Playstation 4}],
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam 11] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s), zulks nadat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s), die weg te nemen telefoon en/of fotocamera en/of autosleutel(s) en/of spelcomputer(s) onder hun bereik had(den) gebracht door braak en/of verbreking en/of inklimming;
(art 310, 311 lid 1 ahf/sub 4 en 5 Wetboek van Strafrecht)
Subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 03 februari 2016 tot en met 7 februari 2016 te [plaats 1] , gemeente [gemeente] ,
- een telefoon [merk Samsung {type GT-S7500}] en/of
- een fotocamera [merk Canon {type Powershot A71}] en/of
- een autosleutel [merk Nissan {type Note}] en/of een autosleutel merk [Suzuki {type Swift}] en/of
- een spelcomputer [merk Nintendo {type Wii}] en/of een spelcomputer [merk Sony {type Playstation 4}],
heeft verworven en/of heeft voorhanden gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dat goed/die goederen wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf, namelijk door diefstal, althans door enig (ander) misdrijf,
verkregen goed(eren) betrof;
(art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht)
8. [ [adres 5] ]
hij op of omstreeks 03 maart 2016 te [plaats 1] , gemeente [gemeente] , ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit de woning/het pand [adres 5] weg te nemen geld en/of goederen van zijn/hun gading, geheel of ten dele toebehorende aan [naam 12] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders en zich daarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of die/dat weg te nemen geld en/of goederen onder zijn/hun bereik te brengen
door middel van braak, verbreking en/of inklimming, met een breekijzer, althans een hard voorwerp, heeft/hebben geprobeerd een deur van die woning/dat pand te forceren, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(art 310, 311 lid 1 ahf/sub 4 en 5, 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
10. [ [adres 10] ]
hij in of omstreeks de periode van 20 augustus 2016 tot en met 01 september 2016 te [plaats 1] , gemeente [gemeente] , tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning aan de [adres 10] heeft/hebben weggenomen
- ( een) siera(a)d(en) en/of
- twee spelcomputers (Nintendo Wii U en/of Sony PlayStation 4) met toebehoren (spellen en/of controllers) en/of
- twee laptops (Compaq en/of Hewlett Packerd) en/of
- een printer en/of
- een DVD-speler en/of
- een koperen hang sierwand vogels en/of
- een Apple IPhone 5 en/of
- een OV-kaart onv [naam 17] en/of
- een ID kaart onv [naam 17] en/of
- een verzekeringspas onv [naam 18] en/of
- vier handdoeken en/of
- een (Smart) Tv,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam 17] en/of [naam 18] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s), zulks nadat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s), zich daarbij de toegang tot genoemde woning heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door braak en/of verbreking;
(art 310, 311 lid 1 ahf/sub 4 en 5 Wetboek van Strafrecht)
Subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 20 augustus 2016 tot en met 08 september 2016 te [plaats 1] , gemeente [gemeente] , goederen, te weten twee spelcomputers (Nintendo Wii U en/of Sony PlayStation 4), heeft verworven en/of heeft voorhanden gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dat goed/die goederen wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf, namelijk door diefstal, althans door enig (ander) misdrijf, verkregen goed(eren) betrof;
(art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht)
11. [ [adres 6] ]
hij op of omstreeks 22 oktober 2016 te [plaats 1] , gemeente [gemeente] , ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning aan de [adres 6] weg te nemen
goederen van zijn/hun gading, geheel of ten dele toebehorende aan [naam 13] , in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders en zich daarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of die/dat weg te nemen goederen van zijn/hun gading onder zijn/haar/hun bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking, (met) een breekvoorwerp, althans een hard voorwerp een raam heeft/hebben geforceerd, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(art 310, 311 lid 1 ahf/sub 4 en 5, 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
12. [ [adres 7] ]
hij in of omstreeks de periode van 03 december 2016 tot en met 04 december 2016 te [plaats 1] , gemeente [gemeente] , tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning aan de [adres 7] heeft/hebben weggenomen
- twee spelcomputers (XBOX ONE 500 GIG Harde schijf, 3 controllers met Kinect sensor en/of een Nintendo 3DS XL) en/of
- een laptop en/of
- IPad AIR 2 Zilver en/of
- ( gouden) siera(a)d(en)
- een schroefboormachine Bosch,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam 14] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s), zulks nadat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s), zich daarbij de toegang tot genoemde woning heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door braak en/of verbreking;
(art 310, 311 lid 1 ahf/sub 4 en 5 Wetboek van Strafrecht)
Subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 03 december 2016 tot en met 06 december 2016 te [plaats 1] , gemeente [gemeente] , goederen, te weten (gouden) siera(a)d(en) en/of een spelcomputer (XBOX), heeft verworven en/of heeft voorhanden gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dat goed/die goederen wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf, namelijk door diefstal, althans door enig (ander) misdrijf, verkregen goed(eren) betrof;
(art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht)