Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift ex artikel 7:681 BW en 223 Rv, met producties, ontvangen op
- het verweerschrift, tevens houdende tegenverzoek, met producties, ontvangen op
- het verweerschrift van [verzoekster] tegen het tegenverzoek van Action;
- de ter gelegenheid van de mondelinge behandeling aan de zijde van [verzoekster] overgelegde pleitnota;
- de ter gelegenheid van de mondelinge behandeling aan de zijde van Action overgelegde stukken.
HR-adviseur, aanwezig, eveneens bijgestaan door de gemachtigde. Partijen hebben hun standpunten doen toelichten door hun respectieve gemachtigden, [verzoekster] aan de hand van een pleitnota, die is overgelegd. Van hetgeen ter mondelinge behandeling is verhandeld heeft de griffier aantekening gehouden.
2.De feiten
“geschreven e-mail uit naam van mevrouw [B.] met daarin een dreiging van ontslag voor uw collega”.
3.De verzoeken van [verzoekster] en de grondslagen daarvan
28 oktober 2016 tot het moment dat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig is geëindigd, te vermeerderen met de wettelijke verhoging van 50% ex artikel 7:625 BW;
€ 500,00 voor iedere dag dat Action daarmee in gebreke blijft;
ex artikel 7:625 BW;
28 oktober 2016 tot het moment dat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig is geëindigd, te vermeerderen met de wettelijke verhoging van 50% ex artikel 7:625 BW;
ex artikel 7:625 BW;
€ 4.240,00 bruto;
€ 10.000,00 bruto;
€ 4.240,00 bruto;
5.De beoordeling
€ 33,35, zoals ook blijkt uit de door Action als productie 11 overgelegde printscreens. [verzoekster] is vervolgens ook die kassa gaan gebruiken en heeft daarop het een en ander ingetoetst. [verzoekster] heeft ter zitting uiteindelijk niet betwist dat zij de bon van de klant die door [de collega] werd geholpen in de wacht heeft gezet. Die klant heeft de aangeschafte producten contant betaald en [de collega] heeft de klant het wisselgeld verstrekt. Nu die transactie na de afhandeling daarvan door [de collega] echter nog steeds in de wacht stond, was het voor [de collega] niet mogelijk om de volgende klant te bedienen. Zij heeft daarom noodgedwongen de bon van de vorige klant moeten laten vervallen. Niet in geschil is dat als gevolg van het afbreken van de transactie, die transactie volgens het kassasysteem nooit heeft plaatsgevonden. Aangezien de klant echter wel heeft betaald, was op dat moment het voornoemde bedrag van € 33,35 administratief teveel in de kassa aanwezig.
2 dekbedovertreksets. Niet in geschil is dat die sets geretourneerd werden. De betreffende collega bij die kassa heeft [verzoekster] uit de kantoorruimte gehaald om de retourtransactie door haar te laten verrichten. Niet in geschil is voorts dat [verzoekster] niet alleen die
4 retourtransacties, maakt dat geen sprake meer kan zijn van een simpele vergissing, zoals [verzoekster] heeft aangevoerd. De kantonrechter is van oordeel dat deze transactie op een zodanige wijze is verricht dat dit als een welbewuste actie moet worden beschouwd.