Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[gedaagde 1],
[gedaagde 2],
1.Het verloop van de procedure
2.De vaststaande feiten
- Huurovereenkomst [VOF] [straat - en plaatsnaam], getekend per 1-4-2015
- Huurovereenkomst inventaris [VOF] [straat - en plaatsnaam], getekend per 1-4-2015
- Allonge [VOF] [straat - en plaatsnaam], getekend per 1-4-2015
- Huuropzegging [VOF] [straat - en plaatsnaam], getekend per 1-4-2015
3.Het geschil
in conventie- gevorderd om [gedaagde 1] en [gedaagde 2] bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, hoofdelijk, des dat de één betalend de ander zal zijn bevrijd, te veroordelen aan [VOF] te betalen € 17.188,45, te vermeerderen met de contractuele rente van 5% per jaar over € 15.385,50 vanaf de dag der dagvaarding tot de dag der algehele voldoening, met veroordeling van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] in de kosten van de procedure.
in reconventie- [VOF] te veroordelen tot betaling aan haar van een bedrag van € 6.655,48.
4.De beoordeling
HR 19 september 2008, LJN: BD5520).