Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verloop van de procedure
2.De vaststaande feiten
6.Kwalificatie van de Onderzoekscommissie
7.Oordeel van de Onderzoekscommissie
3.Het verzoek
belang – het volgende ten grondslag gelegd.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 13 februari 2017 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst van [verweerder], een zorgcoördinator bij de Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine. Het verzoek is ingediend door Zadkine op grond van ernstig verwijtbaar handelen van [verweerder], die beschuldigd werd van grensoverschrijdend en seksueel intimiderend gedrag jegens vrouwelijke studenten. De rechtbank heeft vastgesteld dat [verweerder] in zijn functie als zorgcoördinator de grenzen van zijn taak en bevoegdheden ernstig heeft overschreden door intieme en seksueel getinte vragen te stellen en ongepaste fysieke oefeningen uit te voeren met studenten. Dit gedrag heeft geleid tot een onveilige situatie voor de studenten, die zich in een kwetsbare positie bevonden. De rechtbank oordeelde dat van Zadkine in redelijkheid niet kon worden gevergd de arbeidsovereenkomst met [verweerder] voort te zetten, en ontbond de arbeidsovereenkomst met ingang van 15 februari 2017. Tevens werd [verweerder] veroordeeld in de proceskosten, en werd hem geen transitievergoeding toegekend vanwege het ernstige verwijtbare handelen.