ECLI:NL:RBROT:2017:10874

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
24 oktober 2017
Publicatiedatum
3 mei 2018
Zaaknummer
10/750036-14 en 10/751004-16
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor oplichting en verduistering via internet met meerdere benadeelden

Op 24 oktober 2017 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van (medeplegen van) oplichting en verduistering. De zaak betreft een serie van 238 aangiftes van oplichting via internet, waarbij de verdachte samen met anderen goederen aanbood op websites zoals Marktplaats.nl, maar deze nooit leverde. De verdachte heeft in totaal 22.320,29 euro van de slachtoffers ontvangen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich gedurende de periode van 23 maart 2011 tot en met 14 april 2014 schuldig heeft gemaakt aan deze feiten, waarbij hij gebruik maakte van valse identiteiten en bankrekeningen. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, met aftrek van voorarrest. Daarnaast zijn er vorderingen van benadeelde partijen ingediend, die in grote delen zijn toegewezen. De rechtbank heeft de verdachte ook hoofdelijk aansprakelijk gesteld voor de schadevergoeding aan de benadeelde partijen, die in totaal 5.945,75 euro bedraagt, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum van de uitspraak.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 2
Parketnummer: 10/750036-14; 10/751004-16
Datum uitspraak: 24 oktober 2017
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaken tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres
[adres verdachte] , [woonplaats verdachte] ,
raadsman mr M.A. Oosterveen, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 10 oktober 2017.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de vordering nadere omschrijving tenlastelegging van parketnummer 10/750036-14, waarbij de oorspronkelijke opgave van de feiten als bedoeld in artikel 261, derde lid van het Wetboek van Strafvordering op vordering van de officier van justitie is gewijzigd. De tekst van de nader omschreven tenlastelegging is als bijlage 1 aan dit vonnis gehecht.
en
Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding onder parketnummer 10/751004-16. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage 1A aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. E.J.V. Pols heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder parketnummer 10/750036-14 onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde, en bewezenverklaring van het onder parketnummer 10/751004-16 ten laste gelegde.
  • schuldigverklaring van de verdachte zonder oplegging van straf voor de feiten, waarbij verdachte minderjarig was [parketnummer 10/751004-16] en veroordeling van de verdachte voor de feiten gepleegd toen verdachte meerderjarig was [parketnummer 10/750036-14] tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden met aftrek van voorarrest.

Aan de verdachte zijn feiten tenlastegelegd die hij zowel als minderjarige als ook als meerderjarige gepleegd zou hebben. Gelet op gelijksoortige aard van die feiten en de samenhang daartussen zullen zij hierna gezamenlijk beoordeeld worden.

5.Waardering van het bewijs

5.1.
Inleiding
Aan de verdachte is oplichting en verduistering - meermalen gepleegd - tenlastegelegd in twee aan hem uitgebrachte dagvaardingen, waarbij één tenlastelegging ziet op feiten, waarbij verdachte minderjarig was [parketnummer 10/751004-16] en de andere op feiten toen verdachte meerderjarig was [parketnummer 10/750036-14].
In feit 1 van 10/750036-14 en het feit van 10/751004-16 wordt aan verdachte verweten dat hij tezamen en in vereniging met een of meer anderen dan wel alleen 238 personen voor een bedrag van in totaal van 22.320,29 euro heeft opgelicht. De rechtbank zal deze - deels als minderjarige en deels als meerderjarige gepleegde - feiten tezamen behandelen en beoordelen. De periode waarop de tenlasteleggingen tezamen slaan, is van 23 maart 2011 tot en met 14 april 2014.
In feit 2 van de tenlastelegging onder parketnummer 10/750036-14 wordt de verdachte verweten dat hij tezamen en in vereniging met een of meer anderen dan wel alleen van vier bedrijven goederen heeft verduisterd.
In feit 3 onder parketnummer 10/750036-14 wordt hem verweten tezamen en in vereniging met een of meer anderen dan wel alleen een persoon door middel van oplichting bewogen tot afgifte van een fotokopie van diens rijbewijs.
5.2.
Feit 1 van 10/750036-14 en het feit van 10/751004-16
5.2.1.
Partiele vrijspraak, aangevers genoemd in bijlage 2B
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het onder 1 ten laste gelegde feit van 10/750036-14 en het feit van 10/751004-16 niet wettig en overtuigend is bewezen voor de in bijlage 2B nader gespecificeerde aangevers, zodat de verdachte daarvan zonder nadere motivering zal worden vrijgesproken.
5.2.2.
Bewezenverklaring, aangevers genoemd in bijlagen 2A en 2D
5.2.2.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering, aangevers genoemd in bijlage 2A
Het onder feit 1 van 10/750036-14 en het feit van 10/751004-16 ten laste gelegde is, ten aanzien van de in bijlage 2A genoemde aangiftes, door de verdachte bekend. Deze (deel)feiten zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
5.2.2.2.
Bewezenverklaring met nadere motivering, aangevers genoemd in bijlage 2D
Standpunt van de verdediging
De verdachte heeft ten aanzien van de deelfeiten betreffende de aangevers genoemd in bijlage 2D bij de politie ontkend die te hebben gepleegd. De raadsman heeft zich ten aanzien van een deel van deze aangevers gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank en ten aanzien van het overige deel vrijspraak bepleit. De raadsman heeft hiertoe aangevoerd dat de betreffende zaken niet aan de verdachte te linken zijn dan wel dat uit de gebruikte telefoonnummers en/of IP-adressen en/of e-mailadressen zou blijken dat die betreffende oplichting door een medeverdachte moet zijn gepleegd.
Beoordeling
De rechtbank stelt op grond van de bewijsmiddelen de volgende feiten en omstandigheden vast.
Blijkens de daartoe gedane aangiftes hebben 238 personen transacties gesloten na contact via de internetsites, marktplaats.nl en/of www.speurders.nl en/of www.marktplaza.nl. Geen van deze aangevers heeft na betaling van de overeengekomen prijs of aanbetaling de betaalde goederen geleverd gekregen, terwijl de verkoper nadien evenmin meer bereikbaar bleek.
In het grootste deel van de gevallen werden in advertenties op voornoemde sites spelcomputers (zoals Playstations) met daarbij behorende spellen en/of controllers en/of tablets en/of navigatiesystemen en/of Ipods en/of Ipads en/of E-readers en/of mobiele telefoons en/of concertkaarten te koop aangeboden. De aangevers kwamen met de aanbieder van deze advertenties voor de levering van deze goederen een prijs overeen. Vervolgens is met deze kopers – telefonisch dan wel per email - afgesproken dat zij het overeengekomen geldbedrag zouden overmaken naar een door de aanbieder opgegeven bankrekeningnummer. Daarna zou de aanbieder de goederen per gewone post dan wel aangetekend naar hen toezenden. Aan deze afspraak is in geen van deze gevallen voldaan.
In de overige gevallen ging het om advertenties die aangevers zelf op voormelde internetsites hadden geplaatst en waarin gezocht werd naar bepaalde goederen zoals concertkaarten. In die gevallen werd contact opgenomen met aangevers waarbij te kennen werd gegeven dat de gevraagde goederen geleverd konden worden. Ook in deze gevallen is hen niets geleverd.
Ten aanzien van al deze aangiftes bevinden zich bankafschriften in het dossier, waaruit blijkt dat het overeengekomen bedrag is overgeboekt of ontvangen op de door verkoper opgegeven bankrekening.
De verdachte heeft tegenover de politie bekend dat hij vele malen op voormelde internetsites onder verschillende valse namen goederen te koop heeft aangeboden terwijl hij niet de intentie had om deze goederen te leveren. De verdachte heeft tijdens zijn politieverhoren uiteengezet hoe hij te werk ging. Hij maakte op bovengenoemde websites accounts aan. Hij gebruikte valse namen en/of identiteiten om zijn werkelijke identiteit verborgen te houden. Een door de verdachte veelvuldig opgegeven adres lag in de plaats [naam plaats] , postcode [postcode] . In eerste instantie gebruikte de verdachte nog zijn eigen bankrekeningen voor het ontvangen van de geldbedragen, maar toen die rekeningen allemaal door de banken geblokkeerd waren vanwege de diverse oplichtingen die met gebruikmaking van die rekeningen waren gepleegd en hij geen nieuwe rekening kon openen, is hij overgestapt op zogenoemde 3V Debetcards. Daarnaast heeft hij ook gebruik gemaakt van bankrekeningen van anderen. De medeverdachten [naam medeverdachte 1] en [naam medeverdachte 2] hebben in dit verband verklaard dat de verdachte gebruik heeft gemaakt van hun bankrekeningnummers. Medeverdachte [naam medeverdachte 3] heeft verklaard dat hij tezamen met de verdachte een aantal van deze feiten heeft gepleegd met gebruikmaking van zijn bankrekening.
De rechtbank stelt vast dat in de in bijlage 2A en 2D opgenomen gevallen doorgaans sprake is van een vergelijkbare werkwijze. Het gaat om gevallen van oplichting waarbij gebruik is gemaakt van telefoonnummers waarvan de gebruiker niet eenvoudig te traceren is (prepaid simkaarten), van voor dat doel verzonnen e-mailadressen en van een adres (doorgaans in [naam plaats] ) waar de verkoper niet woonachtig is en dat voor de meeste kopers (te) verafgelegen ligt.
Uit het voorgaande blijkt dat de verdachte heeft bekend een groot aantal transacties op deze wijze te hebben verricht (de gevallen in bijlage 2A). De rechtbank stelt vast dat dezelfde modus operandi ook gebruikt is bij de transacties die de verdachte ontkent (bijlage 2D). Conform vaste jurisprudentie van de Hoge Raad is het gebruik van aan andere bewezen geachte, soortgelijke, feiten ten grondslag liggende bewijsmiddelen als ondersteunend bewijs (schakel-, ketting- of ketenbewijs) toegelaten. Daarbij moet het gaan om bewijsmateriaal van die andere feiten dat op essentiële punten belangrijke overeenkomsten vertoont met het bewijsmateriaal van de ook te bewijzen feiten en dat duidt op een specifiek patroon, welk patroon herkenbaar aanwezig is in de voor het te bewijzen feit voorhanden bewijsmiddelen. De rechtbank is van oordeel dat hiervan in de genoemde gevallen sprake is.
Ten aanzien van de in bijlage 2D vermelde aangevers stelt de rechtbank voorts vast dat naast dit schakelbewijs - en in afwijking van hetgeen door de verdediging is bepleit - ook steeds nog een extra link is te leggen naar de verdachte.
In de gevallen betreffende zaaksdossier 1 betreft dit de omstandigheid dat de bedragen zijn gestort op een bankrekening op naam van de verdachte. Nadat de bankrekening van de verdachte bij de ING was geblokkeerd, heeft de verdachte nieuwe bankrekeningen geopend bij de Rabobank, ABN Amro, ING en SNS bank. Dit heeft de verdachte steeds gedaan met het doel hierop bedragen van opgelichte kopers te kunnen ontvangen. Dit oplichtingskunstje had hij immers met gebruikmaking van zijn eerste bankrekening geleerd. De verdachte had steeds al zijn bankrekeningen in eigen beheer, kon over de tegoeden op die rekeningen beschikken en heeft daarover ook als enige beschikt. Voorts zijn in diverse van deze zaken de telefoonnummer gebruikt die blijkens de bewijsmiddelen bij de verdachte in gebruik waren, te weten de nummers [gsm-nummer 1] en [gsm-nummer 2] .
Daarnaast is bij sommige advertenties gebleken dat wellicht niet alle elementen als hier geschetst daarin waren opgenomen, maar dat deze nagenoeg gelijktijdig vanaf een zelfde locatie zijn geplaatst, zodat de rechtbank ook deze aan de verdachte toeschrijft. De rechtbank is gelet op het voorgaande in combinatie met de omstandigheid dat in al deze gevallen de door de verdachte geschetste modus operandi is toegepast van oordeel dat de verdachte gelinkt kan worden aan alle zaken waarin hij geld van opgelichte aangevers op zijn eigen rekening heeft ontvangen. Uitgezonderd zijn de bedragen die de verdachte op zijn eerste bankrekening heeft ontvangen omdat deze niet door een telefoonnummer, IP-adres danwel emailadres aan hem te linken zijn en hij die bankrekening al geopend had voorafgaand aan de start van zijn oplichtingspraktijken.
Het door de verdediging opgeworpen scenario dat een ander de bankrekeningen van de verdachte zou hebben gebruikt, is verder niet onderbouwd, noch anderszins aannemelijk geworden. Dit verweer wordt dan ook verworpen.
Voor de aangiftes uit zaaksdossier 4 geldt dat de betrokkenheid van de verdachte blijkt uit de verklaring van medeverdachte [naam medeverdachte 3] in combinatie met de door de verkoper gebruikte telefoonnummers en/of (IP-)adressen. [naam medeverdachte 3] heeft verklaard dat de verdachte in de gevallen waar zijn ING-rekening ( [bankrekeningnummer 1] ) is gebruikt 75% van het werk deed. Dit hield in dat de verdachte het e-mailaccount en marktplaatsaccount aanmaakte, foto's van het internet afhaalde, de advertenties plaatste en contact had met de kopers. De rechtbank stelt daarnaast vast dat in diverse gevallen het adres in [naam plaats] is gebruikt, danwel IP-adressen of telefoonnummers die eerder door de verdachte zijn gebruikt. De rechtbank komt in die zaken dan ook tot het oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat de verdachte als medepleger bij die zaken betrokken is.
Voor de gevallen opgenomen in zaaksdossier 5 is de link naar verdachte te leggen op grond van de verklaring van zijn ex-vriendin [naam medeverdachte 2] , de verklaring verdachte zelf dat hij een paar keer bij de rekening van [naam medeverdachte 2] betrokken is geweest in sommige gevallen ondersteund door het gebruik van een eerder door de verdachte gebruikt telefoonnummer of het door hem veel gebruikte adres in [naam plaats] . Medeverdachte [naam medeverdachte 2] heeft verklaard dat zij een relatie met de verdachte heeft gehad en dat hij haar bankpassen van de ING en ABN heeft gebruikt om geld op te nemen en dat hij ervoor had gezorgd dat mensen geld naar haar rekening hadden overgemaakt. Tot slot betrekt de rechtbank in haar oordeel dat de telefonische contacten volgens de aangevers hebben plaatsgevonden met een man, hetgeen dus niet de rekeninghoudster zelf kan zijn geweest.
In bijlage 2D heeft de rechtbank per aangifte steeds de bewijsmiddelen opgesomd op grond waarvan de rechtbank de zaak betreffende die aangever, bewezen acht. De rechtbank acht, gelet op hetgeen hierboven is overwogen, bewezen dat de verdachte telkens als (mede)pleger van die oplichtingen aan te merken is. Hij heeft zich immers telkens (al dan niet in samenwerking met een ander) valselijk gepresenteerd als bonafide verkoper en na contact via de genoemde internetsites aangevers bewogen tot het doen van betalingen. De verdachte heeft daarbij door gebruikmaking van namen - niet zijnde verdachtes werkelijke naam - en bijpassende (verzonnen) e-mailadressen de indruk gewekt dat hij met open vizier handelde en traceerbaar was, hetgeen van belang is in geval van niet-nakoming. Kopers werden hierdoor bewogen een koopovereenkomst te sluiten en hun eigen verplichting - de betaling van de koopsom - na te komen. Door veelvuldig van emailadres te wisselen heeft de verdachte het voor kopers nog eens extra bemoeilijkt om de betrouwbaarheid van de verstrekte gegevens op de gebruikelijke sites na te gaan. De verdachte heeft aldus op valse wijze gebruik gemaakt van het op marktplaats.nl en de andere genoemde websites gangbare handelspatroon - naar men mag aannemen in elk geval voor de handel in niet al te bijzondere of dure producten - op basis van welk patroon de betrokken bezoekers van deze websites mochten verwachten dat de verdachte de goederen voor de afgesproken prijs en op de afgesproken wijze zou leveren. In die verwachting hebben zij geld naar verdachte overgemaakt.
De door de verdediging aangevoerde omstandigheid dat de verdachte een aantal e-mailadressen en/of IP-adressen niet zou herkennen danwel niet zou gebruiken maakt het voorgaande niet anders. De rechtbank is immers van oordeel dat in de bewezenverklaarde zaken steeds een link naar de verdachte te leggen is.
Het door de verdediging opgeworpen scenario dat anderen zijn telefoon, iPad en/of laptop zouden hebben misbruikt, zonder dat verdachte dit wist is niet aannemelijk geworden. Dit verweer wordt dan ook verworpen.
Partiele vrijspraak, bijlage 2C
Vrijspraak met nadere motivering, personen genoemd in bijlage 2C.
Met de verdediging is de rechtbank van oordeel dat in die zaken, waarin enkel een aangifte is gedaan alsmede een bankafschrift van de betaling is opgenomen maar verder geen aanknopingspunten zijn aangetroffen die naar verdachte wijzen, de verdachte hiervan dient te worden vrijgesproken. Dit betreffen de personen zoals genoemd in bijlage 2C van beide parketnummers.
Tevens zal de rechtbank de verdachte vrijspreken van de feiten, betreffende de onder 1, 2 en 3 genoemde personen van ZD1, parketnummer 10/751004-16 zoals vernoemd in bijlage 2C. Deze feiten zouden zijn gepleegd in 2011. De verdachte heeft tegenover de politie verklaard dat hij weliswaar zijn bankrekening nummer [bankrekeningnummer 2] ter beschikking heeft gesteld, doch eerst op een later gelegen moment zelf deze oplichtingspraktijk is gaan uitoefenen. Nu er geen andere aanwijzingen te vinden zijn in het dossier, zal de rechtbank de verdachte van deze feiten vrijspreken.
5.3.
feit 2
5.3.1.
Standpunt verdediging:
De verdediging heeft zich ten aanzien van dit feit gerefereerd met betrekking tot de bewezenverklaring.
5.3.2.
Beoordeling en conclusie:
De rechtbank acht bewezen dat de tenlastegelegde verduisteringen door de verdachte zijn gepleegd en overweegt daartoe als volgt.
In het dossier bevinden zich de aangiftes van de in de tenlastelegging vermelde bedrijven. In de laatste drie weken van de maand december 2012 respectievelijk in april 2013 zijn deze bedrijven door een persoon die zich [voornaam verdachte] noemde benaderd. In alle vier de gevallen heeft die persoon een zogenoemde DJset onder meer bestaande uit cd-spelers en/of mengpanelen en/of koffers gehuurd. De gehuurde goederen zijn in ontvangst genomen maar op de afgesproken tijdstippen niet (en ook later niet meer) teruggebracht.
Blijkens de aangiften van [naam bedrijf 1] , [naam bedrijf 2] en [naam bedrijf 3] heeft [naam verdachte] zich gelegitimeerd met het paspoort van de verdachte. Hiervan is door de aangevers een kopie gemaakt ofwel ontvangen die aan de huurovereenkomst is gehecht. In het geval van [naam bedrijf 4] is een kopie van het identiteitsbewijs van de verdachte getoond. Aangever [naam slachtoffer 1] heeft nog expliciet verklaard dat de foto op het paspoort van de verdachte overeenkwam met de persoon die zich daarmee legitimeerde. De door beide partijen getekende huurovereenkomst is in drie van de vier gevallen gevoegd bij de aangifte. De handtekening van de verdachte komt in twee gevallen overeen met die op het paspoort van de verdachte. Het door de huurder gebruikte telefoonnummer [gsm-nummer 3] kan aan de verdachte worden gelinkt.
Daarnaast heeft aangever [naam slachtoffer 2] tegenover de politie verklaard dat hij het telefoonnummer van de verdachte heeft herkend, toen hij contact opnam met het aangegeven telefoonnummer toen de door hem aan verdachte verhuurde goederen later te koop op marktplaats.nl aangeboden werden. [naam slachtoffer 2] ontving vervolgens op 16 april 2013 een whats app bericht van verdachte waarop gezegd werd : “ik kom je kop er af schieten”. Op donderdag 18 april 2013, om 23.21 uur en 23.30 uur kreeg [naam slachtoffer 2] weer 2 whatsapp berichten van verdachte, afkomstig van telefoonnummer [gsm-nummer 4] . [naam slachtoffer 2] zag dat in beide berichten een foto stond van een jongen met in zijn hand een vuurwapen. [naam slachtoffer 2] herkende deze jongen als de jongen aan wie hij spullen had verhuurd. De medeverdachte [naam medeverdachte 3] heeft met betrekking tot deze what’s app berichten tegenover de politie verklaard dat hij deze berichten in opdracht van de verdachte heeft gestuurd. Dezelfde foto trof de politie op de ipad van de verdachte, toen deze werd aangetroffen tijdens de huiszoeking in de slaapkamer van verdachte.
De verdachte heeft bij de politie ontkend dat hij degene is geweest die deze huurovereenkomsten is aangegaan en stelde dat iemand anders die hij niet wilde noemen maar die erg op hem leek met zijn paspoort de goederen zou hebben gehuurd. De rechtbank acht deze verklaring van de verdachte onvoldoende aannemelijk, gezien al hetgeen hiervoor is overwogen.
De rechtbank zal ook in deze gevallen het zogenoemde schakelbewijs als steunbewijs gebruiken, nu in deze korte periode steeds sprake is van eenzelfde modus operandi.
Op grond van het voorgaande komt de rechtbank tot het oordeel dat het de verdachte is geweest die de goederen heeft gehuurd. Nu verder niet vastgesteld kan worden dat de verdachte toen de goederen door misdrijf onder zich heeft gekregen, (bij het aangaan van de huurovereenkomst is de verdachte immers zelf verschenen en heeft hij zijn eigen identificatie gebruikt) is de rechtbank, met de officier van justitie, van oordeel dat hij de goederen anders dan door misdrijf onder zich heeft gekregen en is -nadat hij de gehuurde goederen niet meer heeft teruggebracht - sprake van verduistering.
5.4.
feit 3
5.4.1.
Standpunt verdediging:
De verdediging brengt naar voren dat de verdachte ontkent dat hij gebruik heeft gemaakt van de valse naam [valse naam verdachte] , zoals in de tenlastelegging is opgenomen.
5.4.2.
Beoordeling en conclusie:
De rechtbank stelt vast dat de verdachte tegenover de politie heeft bekend de identiteit van de aangever te hebben gebruikt voor zijn hierboven onder feit 1 geschetste oplichtingspraktijk. Hij heeft toegegeven dat de aangever aan hem - naar aanleiding van een door aangever geplaatste advertentie - bij de voorbereiding van een mogelijk koop een foto van zijn rijbewijs heeft toegezonden. Aangever heeft eveneens verklaard dat hij deze foto op 29 oktober 2013 aan verdachte heeft toegezonden. Aangever verklaarde dat de verdachte zich had bekend gemaakt onder de naam [valse naam verdachte] . “ [valse naam verdachte] ” zou geïnteresseerd zijn geweest in de door aangever aangeboden telefoon/Iphone. Deze “ [valse naam verdachte] ” had aangever gevraagd om een kopie van diens ID toe sturen om na te gaan met wie “ [valse naam verdachte] ” te maken had. De verdachte heeft – blijkens de aangifte - ook met aangever gebeld. De verdachte heeft daarbij gebruikt gemaakt van het telefoonnummer [gsm-nummer 5] . De politie heeft vastgesteld dat in de periode gelegen tussen 10 oktober en 1 december 2013 dit telefoonnummer 332 maal een zendmast heeft aangestraald, die in de directe omgeving ligt van de toenmalige verblijfplaats van verdachte. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte met gebruikmaking van een valse hoedanigheid (een bonafide koper van een Iphone genaamd [valse naam verdachte] ) de aangever tot afgifte van een fotokopie van zijn rijbewijs heeft bewogen.
Omdat niet eenduidig is vast te stellen welke locatie als pleegplaats kan worden aangemerkt, zal de rechtbank Nederland als pleegplaats bewezen achten, nu wel vast staat dat de feiten in Nederland zijn gepleegd.
Dat de verdachte op een andere wijze aan de fotokopie zou zijn gekomen, acht de rechtbank niet aannemelijk geworden, zodat dit verweer wordt verworpen.
5.5.
Conclusie
De bij parketnummer 10/750036-14 onder 1, 2, en 3 ten laste gelegde feiten en het onder parketnummer 10/751004-16 ten laste gelegde feit zijn wettig en overtuigend bewezen.
5.6.
Bewezenverklaring
In bijlage 2D heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 10/750036-14 feit 1, 2, 3 en onder 10/751004-16 ten laste gelegde heeft begaan, waarbij het ten aanzien van feit 1 en het feit onder 10/751004-16 geldt ten aanzien van de in bijlage 2D genoemde personen.
In bijlage 2A heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte - de in deze bijlage vernoemde oplichtingen - heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte dit deel van het onder 10/750036-14 feit 1 en onder 10/751004-16 ten laste gelegde heeft begaan ten aanzien van de in 2A genoemde personen.
10/750036-14:
1.
hij in de periode van 1 september 2012
tot en met 14 april 2014, in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander meermalen,
(telkens) met het oogmerk om zich en (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen, (telkens) door het aannemen van een valse hoedanigheid ,
meerdere personen zie bijlage II heeft bewogen tot de afgifte van één of meerdere geldbedragen hebbende verdachte en/of zijn mededader toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - bedrieglijk
- ( onder een valse naam) op de internetsites www.marktplaats.nl en/of www.speurders.nl en/of www.marktplaza.nl, een of meer advertenties geplaatst waarin (een) goed(eren), zoals onder meer spelcomputers en/of daarbij behorendespellen en/of controler(s) en/of en/of tablets en/of navigatiesystemen en/of Ipods en/of Ipads en/of E-reader(s) en/of mobiele telefoons en/of (concert)kaartjes, te koop werden aangeboden en/of
- een of meer van voornoemde personen, die goederen, als gezocht hadden vermeld op de internetsite www.marktplaats.nl (telefonisch en/of per e-mail) benaderd en/of medegedeeld dat hij, verdachte, die goederen te koop aanbood en/of
- met voornoemde personen telefonisch en/of via e-mail een prijs voor de aankoop van genoemd(e) goed(eren) overeengekomen en
- aan voornoemde personen, een rekeningnummer toebehorend aan verdachte en/of zijn mededader, dan wel aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader, (op)gegeven, waarop het/de overeengekomen geldbedrag(en) overgemaakt diende(n) te worden, over welke bankrekeningen verdachte en/of zijn mededader de beschikking had(den) (gekregen), en/of
- aan voornoemde personen, (een) zogenaamde betaallink(s) en/of IDEAL-link(s) toegestuurd, via welke links het/de overeengekomen geldbedrag(en) gestort diende(n) te worden op een 3V Debetcard, over welke 3V Debetcard verdachte en/of zijn mededader de beschikking had(den) en/of
- zich telkensvoorgedaan als een bonafide verkoper, en
- nadat het/de voor het/de goed(eren) gevraagde geldbedrag(en) was overgemaakt naar de genoemde rekening(en), die/dat te koop aangeboden goed(eren) telkensniet heeft/hebben opgestuurd naar de voornoemde personen en/of koper(s) die het betreffende goed had(den) betaald en/of
- aan voornoemde personen voorstellen van een aanbetaling en/of
- via (een) e-mail(s) en/of What's app bericht(en) en/of SMS-bericht(en) en/of telefoongesprek(ken) aan een of meer van voornoemde perso(o)n(en) aangegeven dat het goed/de goederen verstuurd zouden worden en/of dat de track en trace code zou worden gestuurd en/of
- voornoemde personen telefonisch en via e-mail en/of What's app en/of SMS te woord gestaan en/of ingelicht over levering van goederen en/of
waardoor die (voornoemde) perso(o)n(en) (telkens) werd(en) bewogen tot afgifte van (een) geldbedrag(en);
2.
hij in de periode van 16 december 2012 tot en met 14 april
2013in Nederland,
meermalen,
(telkens) opzettelijk DJ-set(s) van het merk Pioneer (bestaande uit een of meer Cd-speler(s) en/of (een) mengpane(e)l(en) en/of (een) koffer(s) en/of (een) flight-case(s)), toebehorende aan [naam bedrijf 1] en/of [naam bedrijf 2] en/of [naam bedrijf 3] en/of [naam bedrijf 4] , welk(e) goed(eren) verdachte anders dan door misdrijf, te weten als huurder (van voornoemde goederen), onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
3.
hij op of omstreeks 29 oktober 2013 in Nederland
met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen, door het aannemen van een valse hoedanigheid een persoon, te weten [naam slachtoffer 3] , heeft bewogen tot de afgifte van een goed, te weten een foto van een rijbewijs, ten name van [naam slachtoffer 3] ,
hebbende verdachte toen aldaar, met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - bedrieglijk
- onder een valse naam, te weten [valse naam verdachte] die [naam slachtoffer 3] voornoemd via What's app benaderd en
- zich voorgedaan als een koper van een Iphone en
- die [naam slachtoffer 3] voornoemd via What's appverzocht om een foto en/of kopie van zijn rijbewijs
waardoor die [naam slachtoffer 3] werd bewogen tot afgifte van een goed, te weten een foto van zijn rijbewijs, in elk geval van enig goed;
10/751004-16:
hij in de periode van 23 maart 2011 tot en met 1 september 2012, in Nederland, meermalen,
tezamen en in vereniging met een ander,
(telkens) met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen, (telkens) door het aannemen van een valse hoedanigheid
meerdere personen) (zie bijlage I heeft bewogen tot de afgifte van één of meerdere geldbedragen hebbende verdachte en/of zijn mededader toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - bedrieglijk
- ( onder een valse naam) op de internetsites www.marktplaats.nl en/of www.speurders.nl en/of www.marktplaza.nl, een of meer advertenties geplaatst waarin (een) goed(eren), zoals onder meer spelcomputers en/of daarbij behorendespellen en/of controler(s) en/of en/of tablets en/of navigatiesystemen en/of Ipods en/of Ipads en/of E-reader(s) en/of mobiele telefoons en/of te koop werden aangeboden en
- - met voornoemde personen telefonisch en/of via e-mail een prijs voor de aankoop van genoemd(e) goed(eren) overeengekomen en
- aan voornoemde personen, een rekeningnummer toebehorend aan verdachte en/of zijn mededader, dan wel aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader, (op)gegeven, waarop het/de overeengekomen geldbedrag(en) overgemaakt diende(n) te worden, over welke bankrekeningen verdachte en/of zijn mededader de beschikking had(den) (gekregen), en/of
- aan voornoemde personen, (een) zogenaamde betaallink(s) en/of IDEAL-link(s) toegestuurd, via welke links het/de overeengekomen geldbedrag(en) gestort diende(n) te worden op een 3V Debetcard, over welke 3V Debetcard verdachte en/of zijn mededader de beschikking had(den) en/of
- zich telkensvoorgedaan als een bonafide verkoper, en
- nadat het/de voor het/de goed(eren) gevraagde geldbedrag(en) was overgemaakt naar de genoemde rekening(en), die/dat te koop aangeboden goed(eren) telkensniet heeft/hebben opgestuurd naar de voornoemde personen en/of koper(s) die het betreffende goed had(den) betaald en/of
- aan voornoemde personen voorstellen van een aanbetaling ( [naam] ) en/of
- via (een) e-mail(s) en/of What's app bericht(en) en/of SMS-bericht(en) en/of telefoongesprek(ken) aan een of meer van voornoemde perso(o)n(en) aangegeven dat het goed/de goederen verstuurd zouden worden en/of dat de track en trace code zou worden gestuurd en/of
- voornoemde personen telefonisch en via e-mail en/of What's app en/of SMS te woord gestaan en/of ingelicht over levering van goederen en/of
waardoor die (voornoemde) perso(o)n(en) (telkens) werd(en) bewogen tot afgifte van (een) geldbedrag(en);
[lijst met namen benadeelden en bedragen]
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

6.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
10/750036-14:

1.Medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd, enoplichting, meermalen gepleegd;

2.Verduistering, meermalen gepleegd;

3.Oplichting, meermalen gepleegd;

10/751004-16:
Medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd, enoplichting, meermalen gepleegd;
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. De feiten zijn dus strafbaar.

7.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

8.Motivering straf

8.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
8.2.
Toepassing van het meerderjarigenstrafrecht
Blijkens het rapport van de reclassering van 19 juni 2017, wordt gezien de aard van de delicten, de afwezigheid van verstandelijke beperkingen en verdachte’s houding ten aanzien van eerdere reclasseringstoezichten het volwassenstrafrecht aangewezen geacht. Ter zitting heeft de deskundige verklaard nog steeds achter dit advies te staan.
Hoewel de officier van justitie en de raadsman beiden zijn uitgegaan van toepassing van het minderjarigenstrafrecht op de feiten, die de verdachte als minderjarige heeft gepleegd, ziet de rechtbank behoudens hetgeen de reclassering al naar voren heeft gebracht met name ook in de professionele en gestructureerde wijze waarop hij die feiten heeft gepleegd aanleiding in de zaak met parketnummer 10/751004-16 het volwassenstrafrecht toe te passen.
De rechtbank zal dan ook op alle tenlastegelegde en bewezneverklaarde feiten het meerderjarigen strafrecht toepassen en voor het geheel een straf opleggen. De rechtbank acht de verdachte door dat laatste niet in zijn belangen geschaad.
8.3.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft met zijn mededaders gedurende meerdere jaren zeer veel goederen - zoals mobiele telefoons, ipads, playstations en toegangskaartjes - verkocht aan particulieren, waarbij men zich ten onrechte voordeed als bonafide verkopers. De verdachte deed daarbij alsof hij ver van de potentiële kopers weg woonde, zodat zij eerder geneigd waren om voor verzending van de goederen te kiezen in plaats van deze op te komen halen, erop vertrouwend dat de verdachte na het ontvangen van de overeengekomen prijs de goederen ook daadwerkelijk zou versturen. De verdachte heeft met die handelswijze structureel misbruik gemaakt van het vertrouwen dat de kopers in hem stelden en meer in algemene zin het vertrouwen dat consumenten hebben in het sluiten van transacties op internet via sites als Marktplaats.nl. De verdachte heeft op professionele wijze gehandeld door valse namen, in een aantal gevallen niet meer te traceren bankrekeningnummers en steeds nieuwe e-mailadressen en telefoonnummers te gebruiken. Het op zulke grote schaal en met dergelijk raffinement plegen van oplichtingen levert ernstige strafbare feiten op.
De verdachte heeft zich tevens schuldig gemaakt aan verduistering door kostbare DJ-sets te huren, en die vervolgens niet te retourneren. Hij heeft ook hierbij het vertrouwen dat de aangevers in hem hadden gesteld en ook moeten kunnen stellen op ernstige wijze beschaamd en hen daarbij aanzienlijk financieel nadeel berokkend.
Tot slot heeft de verdachte aangever [naam slachtoffer 3] ertoe bewogen om een kopie van zijn rijbewijs te verstrekken die hij vervolgens heeft gebruikt bij zijn oplichtingspraktijken. Daarmee heeft de verdachte [naam slachtoffer 3] veel schade berokkend omdat veel van de door verdachte opgelichte kopers bij [naam slachtoffer 3] verhaal kwamen halen. De rechtbank rekent dit de verdachte zeer aan alsmede de omstandigheid dat identiteit van [naam slachtoffer 3] op internet belast is geraakt vanwege deze illegale praktijken van de verdachte.
De verdachte heeft in alle gevallen zijn slachtoffers geld afhandig gemaakt en hen overlast bezorgd enkel om er zelf financieel beter van te worden.
8.4.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
8.4.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 26 juli 2017, waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor strafbare feiten.
8.4.2.
Rapportages
Het Leger des Heils, afdeling reclassering, heeft twee rapportages over de verdachte opgemaakt, gedateerd 19 juni 2014 respectievelijk 24 juli 2017. Deze rapportages houden - onder meer - het volgende in.
Reclasseringsadvies 19 juni 2014De gokverslaving van de verdachte is de hoofdreden dat hij delicten pleegt. Hij werd ten dele hieraan behandeld en zou zijn gokgedrag onder controle hebben en kunnen houden zolang hij een goede daginvulling heeft. Structuur en hulp op de praktische leefgebieden is eveneens geboden. Zijn onvermogen om op deze gebieden zelfredzaam te zijn, lijkt vooral toe te schrijven aan zijn leeftijd in combinatie met de overvloed van problemen waar hij zich lange tijd, tot aan detentie, in bevond. Twee eerdere toezichten die de verdachte opgelegd heeft gekregen, zijn negatief verlopen; hij hield zich nauwelijks aan de afspraken. De werkstraf werd niet uitgevoerd omdat hij niet reageerde op de afspraken.
In het verleden werd het wel vermoed, maar thans zijn er onvoldoende aanwijzingen voor psychische problematiek. Naar verwachting zal hij zonder een voorwaardelijke strafdeel niet meewerken aan behandeling, meewerken aan training en toezicht naar eigen zeggen wel. Echter, gezien zijn geschiedenis daarmee moet ook hiervoor de stok achter de deur noodzakelijk worden geacht. Geadviseerd wordt een (gedeeltelijk) voorwaardelijke straf op te leggen met als bijzondere voorwaarden een meldplicht en andere voorwaarden het gedrag betreffende (o.a. inschrijving GBA, verkrijgen van een legaal inkomen, deelname aan Budgetbeheer c.q. Schuldhulpverlening).
Het advies is met de verdachte besproken en hij is het daar niet helemaal mee eens: op de praktische vlakken meent hij reeds genoeg ondersteuning vanuit de P.I. te krijgen en hij ziet deelnemen aan een gedragsinterventie op het gebied van gokverslaving niet zitten.
Voortgangsverslag 24 juni 2017De verdachte is in de periode van juli 2016 tot april 2017 in verband met betrokkenheid bij drugssmokkel in Gent, België, gedetineerd geweest. Hij verblijft nu bij zijn moeder maar kan op dat adres niet ingeschreven staan. Hij heeft een postadres nodig om verschillende zaken zoals een uitkering te kunnen opstarten, dit zal worden aangevraagd. De verdachte heeft geen inkomen. Door de detentie in België is de verdachte niet verder gekomen met de aanmelding en start van de opleiding Procestechniek. De hulpverlening bij Mozaïek is nog niet op gang gekomen, de verdachte heeft al een aantal afspraken gemist. Aangezien betrokkene vanaf december 2014 in een schorsingstoezicht loopt, is zijn motivatie om verbetering in zijn situatie te brengen naar een nulpunt gezakt. De verdachte wil weten wat het vonnis zal zijn van de rechtszitting. Zolang hij niet weet wat boven zijn hoofd hangt, kan betrokkene geen stap zetten. De Reclassering ziet geen meerwaarde om reclasseringstoezicht op te leggen.
Verklaring deskundige ter terechtzittingDe reclassering heeft ter zitting verklaard dat men hem meermalen tijdens zijn detentie in Gent heeft opgezocht en hem heeft gevraagd na zijn vrijlating contact op te nemen. Hoewel hij al in april 2017 is vrijgekomen, heeft hij zich pas vorige week gemeld. Op verzoek van de moeder van de verdachte is hij aangemeld bij Mozaïek in verband met de schuldeisers. Hij heeft zich ingeschreven voor het scheepvaartcollege, maar onduidelijk is gebleven of die aanmelding is geëffectueerd of alleen is geschied met het oog op deze zitting. Het toezicht kenmerkt zich door wisselvalligheid. De reclassering heeft, mede gezien het verleden geen vertrouwen in zijn doorzettingsvermogen. De verdachte switcht continu tussen het rechte pad en zijn liefde voor criminaliteit. Er zit geen duidelijke lijn in wat hij wil. De reclasseringsmedewerker staat nog steeds achter het advies het volwassenstrafrecht toe te passen. Dit komt mede door het aantal slachtoffers en het soort delict. De rechtbank heeft acht geslagen op deze rapportages en voornoemde toelichting.
8.5.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd.
De rechtbank heeft voorts rekening gehouden met de omstandigheid dat in de onderhavige zaak sprake van een overschrijding van de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM). Nu deze overschrijding niet is toe te rekenen aan de verdachte, wordt dit gecompenseerd door vermindering van de op te leggen straf.
De verdediging heeft verzocht een voorwaardelijke straf met reclasseringstoezicht op te leggen omdat de reclassering goed met de verdachte bezig is, hij de draad weer heeft opgepakt en staat ingeschreven op een school. Gelet op hetgeen de reclassering naar voren heeft gebracht over het verloop van het toezicht en de eerder negatief verlopen toezichten, ziet de rechtbank hier echter geen aanleiding meer voor. Daarbij is eveneens meegewogen dat de verdachte niet – en dus in strijd met de schorsingsvoorwaarden - ter zitting is verschenen. Dit rekent de rechtbank de verdachte zwaar aan. Evenmin heeft de rechtbank zo kunnen vaststellen hoe de verdachte terugkijkt op zijn strafbaar handelen en of, en zo ja in hoeverre, dit invloed heeft op het recidiverisico. Mocht de verdachte sinds het plegen van de strafbare feiten een positieve draai aan zijn leven hebben gegeven dan is daarvan niet gebleken, noch is dit anderszins aannemelijk geworden nu hij nog tijdens zijn schorsing in België is veroordeeld voor door hem gepleegde strafbare feiten.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

9.Vorderingen benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregelen

9.1. 10/750036-14,
10/750036-14, feit 2
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd, de rechtspersoon ‘ [naam benadeelde 1] ter zake van het bij 10/750036-14 onder 3 ten laste gelegde feit.
De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 1.965,90 aan materiële schade.
9.1.1.
Standpunt officier van justitie
Ten aanzien van de vordering zoals ingediend door [naam benadeelde 1] stelt de officier van justitie zich op het standpunt dat deze in zijn geheel kan worden toegewezen.
9.1.2.
Standpunt verdediging
De vordering is onderbouwd met facturen en vindt steun in het dossier. Echter is bij de vordering niet een uittreksel uit de KvK meegestuurd zodat niet blijkt dat de vordering door een bevoegd persoon is ingesteld. Derhalve zou de vordering niet-ontvankelijk moeten worden verklaard.
9.2. 10/750036-14,
10/750036-14, feit 1, bijlage 4
Als benadeelde partijen hebben zich in het geding gevoegd de personen zoals genoemd in bijlage 4, ter zake van het bij 10/750036-14 onder 1 ten laste gelegde feit. De hieronder vermelde nummers corresponderen met de nummers in bijlage 4.
9.2.1.
Standpunt officier van justitie
Ten aanzien van de vorderingen zoals ingediend door [naam benadeelde 2] (41), [naam benadeelde 3] (40), [naam benadeelde 4] (37), [naam benadeelde 5] (29), [naam benadeelde 6] (28), [naam benadeelde 7] (27), [naam benadeelde 8] (26), [naam benadeelde 9] (25), [naam benadeelde 10] (24), [naam benadeelde 11] (23), [naam benadeelde 12] (21), [naam benadeelde 13] (20), [naam benadeelde 14] (19), [naam benadeelde 15] (18), [naam benadeelde 16] (17), [naam benadeelde 17] (16), [naam benadeelde 18] (15), [naam benadeelde 19] (5), [naam benadeelde 20] (2), [naam benadeelde 21] (12), [naam benadeelde 22] (11), [naam benadeelde 23] (7), [naam benadeelde 24] (10), [naam benadeelde 25] (9), [naam benadeelde 9] (6) en [naam benadeelde 26] (8), stelt de officier van justitie zich op het standpunt dat deze in zijn geheel kunnen worden toegewezen.
Dit geldt ook voor de vorderingen van [naam benadeelde 27] (36) en [naam benadeelde 28] (35). Zij hebben niet het bankafschrift ter onderbouwing aan de vordering toegevoegd, maar het gevorderde bedrag correspondeert met de aangifte die zich in het dossier bevindt.
Ook voor de vordering van [naam benadeelde 29] (4) stelt de officier van justitie zich op het standpunt dat de vordering in zijn geheel kan worden toegewezen. Hij heeft weliswaar geen bedrag op het voegingsformulier ingevuld, maar verwijst hierin naar zijn eerder ingediende aangifte.
Ten aanzien van de vordering zoals ingediend door [naam benadeelde 30] (42), kan de vordering tot een bedrag van € 110,- worden toegewezen. Uit de aangifte blijkt dat dit bedrag aan de verdachte overgemaakt is. De onderbouwing voor de overige € 10,- ontbreekt. De vordering dient daarom voor het overige niet-ontvankelijk te worden verklaard.
Ten aanzien van de vordering zoals ingediend door [naam benadeelde 31] (39), kan de vordering tot een bedrag van € 110,- worden toegewezen. Uit de aangifte blijkt dat dit bedrag aan de verdachte overgemaakt is. Het is onduidelijk waaruit de overige € 73,62 bestaat. De vordering dient daarom voor het overige niet-ontvankelijk te worden verklaard.
Ten aanzien van de vordering zoals ingediend door [naam benadeelde 32] (22), kan de vordering tot een bedrag van € 22,50 worden toegewezen. Uit de aangifte blijkt dat dit bedrag aan de verdachte overgemaakt is. De onderbouwing voor de overige € 17,50 ontbreekt. De vordering dient daarom voor het overige niet-ontvankelijk te worden verklaard.
Ten aanzien van de vordering zoals ingediend door [naam benadeelde 33] (14), kan de vordering tot een bedrag van € 79,- worden toegewezen. Uit de aangifte blijkt dat dit bedrag aan de verdachte overgemaakt is, met een spoedopdracht. Het overige deel van de vordering ziet op een door de benadeelde (daadwerkelijk aangeschafte) vervangende e-reader. De vordering dient daarom voor het overige niet-ontvankelijk te worden verklaard.
Ten aanzien van de vordering zoals ingediend door [naam benadeelde 34] (13), kan het materiele deel van de vordering in zijn geheel (€ 50,-) worden toegewezen. Het immateriële deel van de vordering, (€ 50,-) dient niet-ontvankelijk te worden verklaard.
De vorderingen zoals ingediend door [naam benadeelde 35] (43), [naam benadeelde 36] (38) en [naam benadeelde 37] (34), dienen niet-ontvankelijk te worden verklaard, nu deze voegingen zien op een andere aankoop of ander product dan waarvan aangifte is gedaan.
De vorderingen zoals ingediend door [naam benadeelde 38] (33), [naam benadeelde 39] (32), [naam benadeelde 40] (31) en [naam benadeelde 41] (30) dienen niet-ontvankelijk te worden verklaard, omdat de verdachte naar standpunt van de officier van justitie van die oplichtingen dient te worden vrijgesproken.
Ten aanzien van [naam benadeelde 42] stelt de officier van justitie zich eveneens op het standpunt dat de vordering niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, nu er alleen stukken ter onderbouwing zijn opgestuurd, en er geen voegingsformulier is.
9.2.2.
Standpunt verdediging
Ten aanzien van de vorderingen zoals ingediend door [naam benadeelde 3] (40), [naam benadeelde 4] (37), [naam benadeelde 27] , [naam benadeelde 7] (27), [naam benadeelde 8] (26), [naam benadeelde 10] (24), [naam benadeelde 11] (23), [naam benadeelde 13] (20), [naam benadeelde 14] (19), [naam benadeelde 15] (18), [naam benadeelde 18] (15), [naam benadeelde 19] (5), stelt de verdediging zich op het standpunt dat deze in zijn geheel kunnen worden toegewezen.
Ten aanzien van de vordering zoals ingediend door [naam benadeelde 34] (13), kan het materiele deel van de vordering in zijn geheel (€ 50,-) worden toegewezen. Het immateriële deel van de vordering, (€ 50,-) dient niet-ontvankelijk te worden verklaard nu dit niet goed is onderbouwd.
Ten aanzien van de vordering zoals ingediend door [naam benadeelde 28] (35) refereert de verdediging zich aan het oordeel van de rechtbank. De vordering is amper onderbouwd.
Ten aanzien van de vordering zoals ingediend door [naam benadeelde 33] (14), kan de vordering tot een bedrag van € 75,- worden toegewezen. Uit de aangifte blijkt dat dit bedrag aan de verdachte overgemaakt is. Het overige deel van de vordering is onzinnig en niet onderbouwd. De vordering dient daarom voor het overige niet-ontvankelijk te worden verklaard.
De vorderingen zoals ingediend door [naam benadeelde 2] (41), [naam benadeelde 31] (39), [naam benadeelde 38] (33), [naam benadeelde 39] (32), [naam benadeelde 40] (31), [naam benadeelde 41] (30), [naam benadeelde 5] (29), [naam benadeelde 6] (28), [naam benadeelde 9] (25), [naam benadeelde 32] (22), [naam benadeelde 12] (21), [naam benadeelde 16] (17), [naam benadeelde 17] (16), [naam benadeelde 20] (2), [naam benadeelde 21] (12), [naam benadeelde 22] (11), [naam benadeelde 23] (7), [naam benadeelde 24] (10), [naam benadeelde 25] (9), [naam benadeelde 9] (6) en [naam benadeelde 26] (8), dienen niet-ontvankelijk te worden verklaard, omdat de verdachte naar standpunt van de verdediging van die oplichtingen dient te worden vrijgesproken.
De vorderingen zoals ingediend door [naam benadeelde 35] (43), [naam benadeelde 36] (38) en [naam benadeelde 37] (34), dienen niet-ontvankelijk te worden verklaard, nu deze voegingen zien op een andere aankoop of ander product dan waarvan aangifte is gedaan.
De vordering zoals ingediend door [naam benadeelde 29] (4), dient niet-ontvankelijk te worden verklaard, nu de vordering niet is onderbouwd. Er is door de benadeelde partij alleen verwezen naar de aangifte maar geen bedrag ingevuld.
De vordering zoals ingediend door [naam benadeelde 30] (42), dient niet-ontvankelijk te worden verklaard, nu de vordering niet is onderbouwd.
Ten aanzien van [naam benadeelde 42] refereert de verdediging zich aan het oordeel van de rechtbank, nu in deze zaak geen voegingsformulier is ingediend maar alleen stukken ter onderbouwing.
9.3. 10/751004-16,
10/751004-16, bijlage 3
Als benadeelde partijen hebben zich in het geding gevoegd de personen zoals genoemd in bijlage 3, ter zake van het onder 10/751004-16 ten laste gelegde feit. De hieronder vermelde nummers corresponderen met de nummers in bijlage 3.
9.3.1.
Standpunt officier van justitie
Ten aanzien van de vordering zoals ingediend door [naam benadeelde 43] (2), kan de vordering tot een bedrag van € 75,- worden toegewezen. De onderbouwing voor de gevorderde € 250,- ziet op een andere transactie. De vordering dient daarom voor het overige niet-ontvankelijk te worden verklaard.
Ten aanzien van de vorderingen zoals ingediend door [naam benadeelde 44] (3), [naam benadeelde 45] (13), [naam benadeelde 46] (12), [naam benadeelde 47] (4), [naam benadeelde 48] (6), [naam benadeelde 49] (7), [naam benadeelde 50] (9), en [naam benadeelde 51] (11), stelt de officier van justitie zich op het standpunt dat deze in zijn geheel kunnen worden toegewezen. Dit geldt ook voor de vorderingen van [naam benadeelde 52] (5) en [naam benadeelde 53] (8). Zij hebben niet het bankafschrift ter onderbouwing aan de vordering toegevoegd, maar het gevorderde bedrag correspondeert met het dossier en eerder ingestuurde documenten.
De vordering zoals ingediend door [naam benadeelde 54] (10) dient niet-ontvankelijk te worden verklaard, nu deze voeging ziet op een andere aankoop dan waarvan [naam benadeelde 54] aangifte heeft gedaan.
9.3.2.
Standpunt verdediging
De vordering zoals ingediend door [naam benadeelde 43] (2), dient niet-ontvankelijk te worden verklaard. De onderbouwing voor de gevorderde € 250,- ziet op een andere transactie. Subsidiair stelt de verdediging zich op het standpunt dat de vordering tot een bedrag van
€ 75,- kan worden toegewezen, omdat aan de verdachte € 75,- is overgemaakt. De vordering dient in dat geval voor het overige niet-ontvankelijk te worden verklaard.
Ten aanzien van de vorderingen zoals ingediend door [naam benadeelde 44] (3), [naam benadeelde 45] (13), [naam benadeelde 46] (12), [naam benadeelde 47] (4), [naam benadeelde 52] (5) en [naam benadeelde 48] (6), stelt de verdediging zich op het standpunt dat deze in zijn geheel kunnen worden toegewezen.
De vorderingen zoals ingediend door [naam benadeelde 49] (7), [naam benadeelde 53] (8), [naam benadeelde 50] (9), en [naam benadeelde 51] (11) dienen niet-ontvankelijk te worden verklaard, nu de verdediging vrijspraak heeft bepleit ten aanzien van dit deel van het ten laste gelegde.
De vordering zoals ingediend door [naam benadeelde 54] (10), dient eveneens niet-ontvankelijk te worden verklaard nu deze vordering gaat over een andere (veel latere) oplichting, en het bedrag wat wel overgemaakt is ziet op een oplichting waar de verdachte van stelt daar niets mee te maken te hebben.
9.4.
Beoordeling benadeelde partij behorend bij feit 2, 10/750036-14
9.4.1.
Feit 2
Nu niet is komen vast te staan dat de benadeelde partij betrokken bij het onder 2 bewezen verklaarde strafbare feit zich deugdelijk in het strafproces heeft gevoegd (een uittreksel uit het register van de Kamer van Koophandel waaruit blijkt dat de ondertekenaar van de vordering de benadeelde partij rechtsgeldig mag vertegenwoordigen ontbreekt) en de verdediging de rechtsgeldige vertegenwoordiging heeft betwist, kan deze vordering niet worden ontvangen. De benadeelde partij zal niet-ontvankelijk worden verklaard.
9.5.
Beoordeling benadeelde partijen behorend bij feit 1, 10/750036-14
9.5.1.
Feit 1
De rechbankt heeft de –door de verdediging en officier van justitie wel als benadeelde partij aangemerkte – aangever [naam benadeelde 42] niet als benadeelde partij aangemerkt. De rechtbank heeft van [naam benadeelde 42] geen voegingsformulier ontvangen en deze aangever derhalve niet als civiele partij binnen het strafproces aangemerkt.
De rechtbank verwijst bij de beoordeling van de vorderingen van de benadeelde partijen naar Bijlage 4. Hierin zijn zowel de gevorderde bedragen als de beslissingen door de rechtbank vernoemd. De rechtbank licht de beslissingen als volgt toe.
algehele niet-ontvankelijk verklaring:
De benadeelde partijen [naam benadeelde 41] (30), [naam benadeelde 40] (31), [naam benadeelde 39] (32), [naam benadeelde 38] (33), [naam benadeelde 37] (34), [naam benadeelde 36] (38) en [naam benadeelde 35] (43) zullen in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard. Voor de benadeelde partijen [naam benadeelde 41] (30), [naam benadeelde 40] (31), [naam benadeelde 39] (32), [naam benadeelde 38] (33) geldt dat de verdachte ten aanzien van deze personen, dus voor feit 1 partieel is vrijgesproken, en daarom aan de verdachte geen straf of maatregel is opgelegd ten aanzien van deze aangiftes. Artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht heeft eveneens geen toepassing gevonden. Voor de benadeelde partijen [naam benadeelde 37] (34), [naam benadeelde 36] (38) en [naam benadeelde 35] (43) geldt dat niet is komen vast te staan dat de schade waarvan vergoeding wordt gevorderd rechtstreeks verband houdt met het onder 1 bewezen verklaarde feit. Deze voegingen zien op een andere aankoop of ander product dan waarvan aangifte is gedaan.
Gehele toewijzing
Nu is komen vast te staan dat aan de benadeelde partijen [naam benadeelde 20] (2), [naam benadeelde 29] (4), [naam benadeelde 19] (5), [naam benadeelde 9] (6), [naam benadeelde 23] (7), [naam benadeelde 26] (8), [naam benadeelde 25] (9), [naam benadeelde 24] (10), [naam benadeelde 22] (11), [naam benadeelde 21] (12), [naam benadeelde 34] (13), [naam benadeelde 18] (15), [naam benadeelde 17] (16), [naam benadeelde 16] (17), [naam benadeelde 15] (18), [naam benadeelde 14] (19), [naam benadeelde 13] (20), [naam benadeelde 12] (21), [naam benadeelde 11] (23), [naam benadeelde 10] (24), [naam benadeelde 9] (25) [naam benadeelde 8] (26), [naam benadeelde 7] (27), [naam benadeelde 6] (28), [naam benadeelde 5] (29), [naam benadeelde 27] (36), [naam benadeelde 4] (37), [naam benadeelde 3] (40), [naam benadeelde 2] (41) en [naam benadeelde 30] (42), door het onder 1 bewezen verklaarde strafbare feit, rechtstreeks materiële schade is toegebracht en de gevorderde schadevergoeding de rechtbank ook overigens niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt, zal de vordering in zijn geheel worden toegewezen.
Vast is komen te staan dat aan de benadeelde partij [naam benadeelde 34] (13) door het bewezen verklaarde strafbare feit, naast materiële schade, ook rechtstreeks immateriële schade is toegebracht. Die schade zal naar maatstaven van billijkheid worden vastgesteld op € 50,-, zodat de vordering tot dit bedrag (in zijn geheel) zal worden toegewezen.
Gedeeltelijke toewijzing, gedeeltelijk niet-ontvankelijk
Voor de benadeelde partijen [naam benadeelde 33] (14), [naam benadeelde 32] (22), [naam benadeelde 28] (35) en [naam benadeelde 31] (39), geldt dat is komen vast te staan dat aan hen door het onder 1 bewezen verklaarde strafbare feit, rechtstreeks materiële schade is toegebracht. Het deel van de vordering van deze benadeelde partijen dat betrekking heeft op bedragen die buiten het bedrag zoals vernoemd in de aangifte vallen, levert echter een onevenredige belasting van het strafgeding op. De benadeelde partij zal in zoverre niet-ontvankelijk worden verklaard. Dit deel van de vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
HOOFDELIJKHEID
Nu de verdachte het strafbare feit, ter zake waarvan schadevergoeding zal worden toegekend samen met een mededader heeft gepleegd, zijn zij daarvoor ieder hoofdelijk aansprakelijk. Indien en voor zover de mededader de benadeelde partijen betalen is de verdachte in zoverre jegens de benadeelde partijen van deze betalingsverplichting bevrijd.
WETTELIJKE RENTE
De benadeelde partijen hebben gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 24 oktober 2017.
Nu de vorderingen van de benadeelde partijen [naam benadeelde 20] (2), [naam benadeelde 29] (4), [naam benadeelde 19] (5), [naam benadeelde 9] (6), [naam benadeelde 23] (7), [naam benadeelde 26] (8), [naam benadeelde 25] (9), [naam benadeelde 24] (10), [naam benadeelde 22] (11), [naam benadeelde 21] (12), [naam benadeelde 34] (13), [naam benadeelde 18] (15), [naam benadeelde 17] (16), [naam benadeelde 16] (17), [naam benadeelde 15] (18), [naam benadeelde 14] (19), [naam benadeelde 13] (20), [naam benadeelde 12] (21), [naam benadeelde 11] (23), [naam benadeelde 10] (24), [naam benadeelde 9] (25) [naam benadeelde 8] (26), [naam benadeelde 7] (27), [naam benadeelde 6] (28), [naam benadeelde 5] (29), [naam benadeelde 27] (36), [naam benadeelde 4] (37), [naam benadeelde 3] (40), [naam benadeelde 2] (41), [naam benadeelde 30] (42), [naam benadeelde 33] (14), [naam benadeelde 32] (22), [naam benadeelde 28] (35) en [naam benadeelde 31] (39) (in overwegende mate) zullen worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partijen gemaakt tot op heden begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Nu de vorderingen van de benadeelde partijen [naam benadeelde 41] (30), [naam benadeelde 40] (31), [naam benadeelde 39] (32), [naam benadeelde 38] (33), [naam benadeelde 37] (34), [naam benadeelde 36] (38) en [naam benadeelde 35] (43) niet-ontvankelijk zullen worden verklaard, zullen deze benadeelde partijen worden veroordeeld in de kosten door de verdachte ter verdediging van de vordering gemaakt, welke kosten tot op heden worden begroot op nihil.
9.6.
Beoordeling benadeelde partijen behorend bij 10/751004-16
De rechtbank verwijst bij de beoordeling van de vorderingen van de benadeelde partijen naar Bijlage 3. Hierin zijn zowel de gevorderde bedragen als de beslissingen door de rechtbank vernoemd. De rechtbank licht de beslissingen als volgt toe.
algehele niet-ontvankelijk verklaring:
De benadeelde partijen [naam benadeelde 43] (2), [naam benadeelde 53] (8), [naam benadeelde 43] (9) en [naam benadeelde 54] (10), zullen in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard nu de verdachte ten aanzien van deze personen, dus voor dit feit partieel is vrijgesproken, en daarom aan de verdachte geen straf of maatregel is opgelegd ten aanzien van deze aangiftes. Artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht heeft eveneens geen toepassing gevonden.
Gehele toewijzing
Nu is komen vast te staan dat aan de benadeelde partijen [naam benadeelde 44] (3), [naam benadeelde 47] (4), [naam benadeelde 52] (5) [naam benadeelde 48] (6), [naam benadeelde 49] (7), [naam benadeelde 51] (11), [naam benadeelde 46] (12) en [naam benadeelde 45] (13) door het bewezen verklaarde strafbare feit, rechtstreeks materiële schade is toegebracht en de gevorderde schadevergoeding de rechtbank ook overigens niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt, zal de vordering in zijn geheel worden toegewezen.
HOOFDELIJKHEID
Nu de verdachte het strafbare feit, ter zake waarvan schadevergoeding zal worden toegekend samen met een mededader heeft gepleegd, zijn zij daarvoor ieder hoofdelijk aansprakelijk. Indien en voor zover de mededader de benadeelde partijen betalen is de verdachte in zoverre jegens de benadeelde partijen van deze betalingsverplichting bevrijd.
WETTELIJKE RENTE
De benadeelde partijen hebben gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 24 oktober 2017.
Nu de vorderingen van de benadeelde partijen [naam benadeelde 44] (3), [naam benadeelde 47] (4), [naam benadeelde 52] (5) [naam benadeelde 48] (6), [naam benadeelde 49] (7), [naam benadeelde 51] (11), [naam benadeelde 46] (12) en [naam benadeelde 45] (13) zullen worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partijen gemaakt tot op heden begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Nu de vorderingen van de benadeelde partijen [naam benadeelde 43] (2), [naam benadeelde 53] (8), [naam benadeelde 43] (9) en [naam benadeelde 54] (10)niet-ontvankelijk zullen worden verklaard, zullen deze benadeelde partijen worden veroordeeld in de kosten door de verdachte ter verdediging van de vordering gemaakt, welke kosten tot op heden worden begroot op nihil.
9.7.
Conclusie feit 2, 10/750036-14
De benadeelde partij wordt niet ontvankelijk verklaard.
9.8.
Conclusie feit 1 10/750036-14 en feit van 10/751004-16
De verdachte moet de benadeelde partijen, wanneer (gedeeltelijk) toegewezen, een schadevergoeding betalen ter hoogte van het bedrag zoals in de bijlagen 3 en 4 vermeld onder ‘toe mat’ en ‘toe imm’, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 24 oktober 2017 (zie ‘WR’ in bijlage 3 en 4).
Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht, in de gevallen zoals vermeld in bijlage 3 en 4 onder ‘SVM’.
Over een deel van de gevorderde schadevergoeding(en), zoals vermeld in bijlage 3 en 4 onder ‘NO mat’ en ‘NO imm’ wordt in deze procedure geen inhoudelijke beslissing genomen.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 36f, 47, 57, 63, 321 en 326 van het Wetboek van Strafrecht.

11.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

12.Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte de onder 10/750036-14 feit 1, en onder 10/751004-16 ten laste gelegde feiten heeft begaan voor zover het de zaken genoemd in bijlagen 2B en 2C betreft en spreekt de verdachte daarom partieel vrij;
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 10/750036-14 feit 1, en onder 10/751004-16 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven en die zijn genoemd in bijlagen 2A en 2D, heeft begaan;
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 10/750036-14 feit 2 en 3 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 18 (achttien) maanden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
heft op de schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte;
Ten aanzien van 10/750036-14, feit 2:
Verklaart de benadeelde partij niet ontvankelijk.
Ten aanzien van 10/750036-14, feit 1 en 10/751004-16:
verklaart de benadeelde partijen in de bijlagen 3 en 4, (voor dat gedeelte) vermeld onder ‘NO mat’ en ‘NO imm’ niet-ontvankelijk in de vordering, en bepaalt dat (dit deel van) de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
veroordeelt de verdachte hoofdelijk met diens mededader, des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partijen zoals vernoemd in bijlage 3 en 4, te betalen een bedrag zoals vermeld in de bijlagen 3 en 4 onder ‘toe mat’ en ‘toe imm’ bestaande uit materiële schade (‘toe mat’) en immateriële schade (‘toe imm’), te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 24 oktober 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, in geval van (gedeeltelijke) toewijzing van de vordering;
veroordeelt de benadeelde partijen in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil, in geval van algehele niet-ontvankelijkheid van de vordering;
legt aan de verdachte, in geval van (gedeeltelijke) toewijzing
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
de bedragen vermeld onder ‘SVM’ in bijlage 3 en 4, tevermeerderen met de wettelijke rente vanaf 24 oktober 2017 tot aan de dag van de algehele voldoening;
beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag vermeld onder ‘SVM’ vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
het aantal dagenzoals vermeld onder ‘VVH’ in bijlage 3 en 4.
toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partijen, waaronder begrepen betaling door zijn mededader, tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partijen en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. C.G. van de Grampel, voorzitter,
en mrs. B.E. Dijkers en G.P. van de Beek, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. L. van Hemert, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage 1
Tekst nader omschreven tenlastelegging parketnummer 10/750036-14
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij op één of meer tijdstip(pen), in of omstreeks de periode van 1 september 2012
tot en met 14 april 2014, te Rotterdam, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal,
(telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen, (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
179 personen, althans één of meerdere perso(o)n(en) (zie bijlage II) heeft bewogen tot de afgifte van één of meerdere geldbedrag(en) (in totaal ongeveer 16.374,54 euro), in elk geval van enig goed, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid (telkens)
- ( onder een valse naam) op de internetsite(s) www.marktplaats.nl en/of www.speurders.nl en/of www.marktplaza.nl, althans (een) (soortgelijke) internetsite(s), een of meer advertentie(s) geplaatst waarin (een) goed(eren), zoals onder meer spelcomputers en/of (met daarbij behorende) spellen en/of controler(s) en/of en/of tablets en/of navigatiesystemen en/of Ipods en/of Ipads en/of E-reader(s) en/of mobiele telefoons en/of (een of meer) (concert)kaartje(s), althans goederen te koop werden aangeboden en/of
- een of meer (van voornoemde) perso(o)n(en), die (een) goed(eren), als gezocht had(den) vermeld/gevraagd op de internetsite www.marktplaats.nl en/of www.speurders.nl en/of www.marktplaza.nl, althans (een) (soortgelijke) internetsite, (telefonisch en/of per e-mail) benaderd en/of medegedeeld dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) dat/die goed(eren) te koop aanbood en/of tegen betaling kon leveren en/of
- met (voornoemde) perso(o)n(en) (telefonisch en/of via e-mail) een prijs voor de aankoop van genoemd(e) goed(eren) overeengekomen en/of
- aan (voornoemde) perso(o)n(en), (een) rekeningnummer(s) toebehorend aan verdachte en/of zijn mededader(s), dan wel aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), (op)gegeven, waarop het/de overeengekomen geldbedrag(en) overgemaakt diende(n) te worden, over welke bankrekening(en) verdachte en/of zijn mededader(s) de beschikking had(den) (gekregen), en/of
- aan (voornoemde) perso(o)n(en), (een) zogenaamde betaallink(s) en/of IDEAL-link(s) toegestuurd, via welke links het/de overeengekomen geldbedrag(en) gestort diende(n) te worden op een 3V Debetcard, over welke 3V Debetcard verdachte en/of zijn mededader(s) de beschikking had(den) en/of
- zich (telkens) voorgedaan als (een) betrouwba(a)r(e)/bonafide verkoper(s), en/of
- nadat het/de voor het/de goed(eren) gevraagde geldbedrag(en) was overgemaakt naar de genoemde rekening(en), die/dat te koop aangeboden goed(eren) (telkens) niet heeft/hebben afgeleverd en/of verstrekt en/of opgestuurd aan/naar de voornoemde perso(o)n(en) en/of koper(s) die het betreffende goed had(den) betaald en/of
- aan voornoemde personen en/of kopers voorstellen van een aanbetaling ( [naam] ) en/of
- via (een) e-mail(s) en/of What's app bericht(en) en/of SMS-bericht(en) en/of telefoongesprek(ken) aan een of meer van voornoemde perso(o)n(en) en/of koper(s) aangegeven dat het goed/de goederen verstuurd zouden worden en/of dat de track en trace code zou worden gestuurd en/of
- voornoemde personen en/of kopers telefonisch en via e-mail en/of What's app en/of SMS te woord gestaan en/of ingelicht over levering van goederen en/of
- nadat (een) emailadres(sen ) was/waren gebruikt voor een aantal contacten met voornoemde personen en/of kopers dat/die adres(sen) opgeheven en/of verwijderd
waardoor die (voornoemde) perso(o)n(en) (telkens) werd(en) bewogen tot afgifte van (een) geldbedrag(en);
2.
(zaaksdossier 6)
hij op één of meer tijdstip(pen), in of omstreeks de periode van 16 december 2012 tot en met 14 april 2014 te Sassenheim (gemeente Teylingen) en/of Zaandam (gemeente Zaanstad) en/of Leiden en/of Roosendaal en/of elders in Nederland, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal,
(telkens) opzettelijk een of meer DJ-set(s) van het merk Pioneer (bestaande uit een of meer Cd-speler(s) en/of (een) mengpane(e)l(en) en/of (een) koffer(s) en/of (een) flight-case(s)), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam bedrijf 1] en/of [naam bedrijf 2] en/of [naam bedrijf 3] en/of [naam bedrijf 4] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welk(e) goed(eren) verdachte en/of zijn mededader(s) anders dan door misdrijf, te weten als huurder (van voornoemde goederen), onder zich had(den), wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
3.
(Zaaksdossier 1)
hij op of omstreeks 29 oktober 2013 te Rotterdam, althans in Nederland
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal,
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen, door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgre(e)p(en) en/of door een samenweefsel van verdichtsels, een persoon, te weten [naam slachtoffer 3] , heeft bewogen tot de afgifte van een goed, te weten een foto en/of een kopie van een rijbewijs, ten name van [naam slachtoffer 3] , in elk geval van enig
goed,
hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) toen aldaar, met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk
en/of in strijd met de waarheid
- ( onder een valse naam, te weten [valse naam verdachte] ) die [naam slachtoffer 3] voornoemd via What's app (althans via de telefoon) benaderd en/of
- zich voorgedaan als (een) koper (van een Iphone) en/of
- die [naam slachtoffer 3] voornoemd (via What's app) verzocht en/of gevraagd om een foto en/of kopie van zijn rijbewijs
waardoor die [naam slachtoffer 3] werd bewogen tot afgifte van een goed, te weten een foto en/of kopie van zijn rijbewijs, in elk geval van enig goed;
[lijst met namen benadeelden en bedragen]
Bijlage 1A
Tekst tenlastelegging parketnummer 10/751004-16
hij op één of meer tijdstippen, in of omstreeks de periode van 23 maart 2011 tot en met 1 september 2012, te Rotterdam en/of Schiedam en/of elders in Nederland, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
(telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen, (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
59 personen, althans één of meerdere perso(o)n(en) (zie bijlage I) heeft bewogen tot de afgifte van één of meerdere geldbedrag(en) (in totaal ongeveer 5.945,75 euro), in elk geval van enig goed, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid (telkens)
- ( onder een valse naam) op de internetsite(s) www.marktplaats.nl en/of www.speurders.nl en/of www.marktplaza.nl, althans (een) (soortgelijke) internetsite(s), een of meer advertentie(s) geplaatst waarin (een) goed(eren), zoals onder meer spelcomputers en/of (met daarbij behorende) spellen en/of controler(s) en/of en/of tablets en/of navigatiesystemen en/of Ipods en/of Ipads en/of E-reader(s) en/of mobiele telefoons en/of (een of meer) (concert)kaartje(s), althans goederen te koop werden aangeboden en/of
- een of meer (van voornoemde) perso(o)n(en), die (een) goed(eren), als gezocht had(den) vermeld/gevraagd op de internetsite www.marktplaats.nl en/of www.speurders.nl en/of www.marktplaza.nl, althans (een) (soortgelijke) internetsite, (telefonisch en/of per e-mail) benaderd en/of medegedeeld dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) dat/die goed(eren) te koop aanbood en/of tegen betaling kon leveren en/of
- met (voornoemde) perso(o)n(en) (telefonisch en/of via e-mail) een prijs voor de aankoop van genoemd(e) goed(eren) overeengekomen en/of
- aan (voornoemde) perso(o)n(en), (een) rekeningnummer(s) toebehorend aan verdachte en/of zijn mededader(s), dan wel aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), (op)gegeven, waarop het/de overeengekomen geldbedrag(en) overgemaakt diende(n) te worden, over welke bankrekening(en) verdachte en/of zijn mededader(s) de beschikking had(den) (gekregen), en/of
- aan (voornoemde) perso(o)n(en), (een) zogenaamde betaallink(s) en/of IDEAL-link(s) toegestuurd, via welke links het/de overeengekomen geldbedrag(en) gestort diende(n) te worden op een 3V Debetcard, over welke 3V Debetcard verdachte en/of zijn mededader(s) de beschikking had(den) en/of
- zich (telkens) voorgedaan als (een) betrouwba(a)r(e)/bonafide verkoper(s), en/of
- nadat het/de voor het/de goed(eren) gevraagde geldbedrag(en) was overgemaakt naar de genoemde rekening(en), die/dat te koop aangeboden de waarheid (telkens) goed(eren)(telkens) niet heeft/hebben afgeleverd en/of verstrekt en/of opgestuurd aan/naar de voornoemde perso(o)n(en) en/of koper(s) die het betreffende goed had(den) betaald en/of - aan voornoemde personen en/of kopers voorstellen van een aanbetaling ( [naam] ) en/of
- via (een) e-mail(s) en/of What's app bericht(en) en/of SMS-bericht(en) en/of telefoongesprek(ken) aan een of meer van voornoemde perso(o)n(en) en/of koper(s) aangegeven dat het goed/de goederen verstuurd zouden worden en/of dat de track en trace code zou worden gestuurd en/of
- voornoemde personen en/of kopers telefonisch en via e-mail en/of What's app en/of SMS te woord gestaan en/of ingelicht over levering van goederen en/of
- nadat (een) emailadres(sen ) was/waren gebruikt voor een aantal contacten met voornoemde personen en/of kopers dat/die adres(sen) opgeheven en/of verwijderd
waardoor die (voornoemde) perso(o)n(en) (telkens) werd(en) bewogen tot afgifte van (een) geldbedrag(en);
BIJLAGE I
Behorend bij pnr 10.751004-16
Totaal bedragZD 1, ZD 3 en ZD 4
5.945,75
Totaal bedrag ZD 1
2.000,30
Totaal bedrag ZD 3
871,20
Totaal bedrag ZD 4
3.074,25
(Zaaksdossier 1)
(Zaaksdossier 3)
(Zaaksdossier 4)
1
[naam benadeelde 1]
75,00
1
[naam benadeelde 23]
95,95
1
[naam benadeelde 34]
70,00
2
[naam benadeelde 2]
50,00
2
[naam benadeelde 24]
78,00
2
[naam benadeelde 35]
50,00
3
[naam benadeelde 3]
98,05
3
[naam benadeelde 25]
85,00
3
[naam benadeelde 36]
71,75
4
[naam benadeelde 4]
81,75
4
[naam benadeelde 26]
85,00
4
[naam benadeelde 37]
81,75
5
[naam benadeelde 5]
156,75
5
[naam benadeelde 27]
57,50
5
[naam benadeelde 38]
36,00
6
[naam benadeelde 6]
86,75
6
[naam benadeelde 28]
75,00
6
[naam benadeelde 39]
121,75
7
[naam benadeelde 7]
156,75
7
[naam benadeelde 29]
131,75
7
[naam benadeelde 40]
250,00
8
[naam benadeelde 8]
75,00
8
[naam benadeelde 30]
125,00
8
[naam benadeelde 41]
76,75
9
[naam benadeelde 9]
76,75
9
[naam benadeelde 31]
55,00
9
[naam benadeelde 42]
15,50
10
[naam benadeelde 10]
76,75
10
[naam benadeelde 32]
70,00
10
[naam benadeelde 43]
81,75
11
[naam benadeelde 11]
22,50
11
[naam benadeelde 33]
13,00
11
[naam benadeelde 44]
131,75
12
[naam benadeelde 12]
71,75
12
[naam benadeelde 45]
110,00
13
[naam benadeelde 13]
92,25
13
[naam benadeelde 46]
100,00
14
[naam benadeelde 14]
106,75
14
[naam benadeelde 47]
230,00
15
[naam benadeelde 15]
62,50
15
[naam benadeelde 48]
96,75
16
[naam benadeelde 16]
71,75
16
[naam benadeelde 49]
130,00
17
[naam benadeelde 17]
71,75
17
[naam benadeelde 50]
106,75
18
[naam benadeelde 18]
138,00
18
[naam benadeelde 51]
116,75
19
[naam benadeelde 19]
116,00
19
[naam benadeelde 52]
100,00
20
[naam benadeelde 20]
110,00
20
[naam benadeelde 53]
196,75
21
[naam benadeelde 21]
70,00
21
[naam benadeelde 54]
90,00
22
[naam benadeelde 22]
133,50
22
[naam benadeelde 55]
116,75
23
[naam benadeelde 56]
185,00
24
[naam benadeelde 57]
126,75
25
[naam benadeelde 58]
100,00
26
[naam benadeelde 59]
281,75